direct naar inhoud van Regels
Plan: Veegplan 2021
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.HMVEEGPLAN2021-BPV1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Veegplan 2021 met identificatienummer NL.IMRO.1507.HMVEEGPLAN2021-BPV1 van de gemeente Horst aan de Maas;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Van toepassing verklaring bestemmingsplannen

Het bestemmingsplan 'Buitengebied Horst aan de Maas' van de gemeente Horst aan de Maas, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2017 (identificatienummer NL.IMRO.1507.HMBUITENGEBIED-BPV1), en alle bestemmingsplannen die sindsdien zijn vastgesteld tot aan de vaststelling van 'Veegplan 2021', blijven van toepassing, met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de in het bestemmingsplan 'Veegplan 2021' opgenomen bestemmingen, de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Horst aan de Maas', vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas op 19 december 2017, en alle bestemmingsplannen die sindsdien zijn vastgesteld tot aan de vaststelling van 'Veegplan 2021', worden vervangen;
  • b. de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Horst aan de Maas', vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Horst aan de Maas op 19 december 2017, als volgt worden gewijzigd:
    • 1. in artikel 21 (Wonen), lid 21.1 luidt sub e als onderstaande, waarbij het huidige sub e t/m j wordt vernummerd als f t/m k:
      • e. een recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning'
    • 2. in artikel 10 (Horeca), lid 10.1 luidt sub c als onderstaande, waarbij het huidige sub c t/m g wordt vernummerd als d t/m h:
      • c. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen'
    • 3. in artikel 13 (Recreatie - Dagrecreatie), lid 13.1 onder a wordt in de tabel een nieuwe aanduiding in rij 16 toegevoegd:
      'specifieke vorm van horeca - feesten en partijen'   een horecagelegenheid ten behoeve van het houden van feesten en partijen  
    • 4. in artikel 13 (Recreatie - Dagrecreatie) wordt sub b als volgt aangevuld:
      • b. detailhandel en horeca als nevenactiviteit, met dien verstande dat de openingstijden van de horeca liggen tussen 7.00 en 21.00 uur, met dien verstande dat deze openingstijden niet gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - feesten en partijen'
    • 5. in artikel 3 (Agrarisch met waarden), lid 3.1 onder d wordt in de tabel een nieuwe aanduiding in rij 10 toegevoegd:
      specifieke vorm van agrarisch - zonnepark   zonnepark  
    • 6. in artikel 3 (Agrarisch met waarden), lid 3.5.1 wordt een nieuw sub m toegevoegd:
      • m. het oprichten van een zonnepark ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - zonnepark' groter dan 0,5 ha op de locatie Mgr. Jenneskensstraat 28, Meerlo (maximale (netto) oppervlakte van zonnepanelen) ;
    • 7. in artikel 3 (Agrarisch met waarden), lid 3.1 wordt sub f als volgt aangevuld:
      • parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' en 'specifieke vorm van verkeer - parkeerterrein 2';
    • 8. in artikel 3 (Agrarisch met waarden), lid 3.5.1 wordt een nieuw sub j toegevoegd:
      • j. het gebruiken van het parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeerterrein 2' voor (het parkeren van) vrachtauto's, welke zijn uitgerust met een dieselaggregaat voor koeling;
    • 9. in artikel 50 (Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden), lid 50.2 luidt sub a als onderstaande:
      • 50.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 50.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:

a. in de situaties genoemd in de tabel in lid 50.1 bij de volgende cijfers:

1. het aanplanten, vellen, rooien of beschadigen van (fruit)bomen en/of houtachtige gewassen en/of vaste planten, binnen een agrarisch bouwvlak of op gronden in eigendom of pacht bij een fruitteeltbedrijf en/of een boomkwekerijbedrijf tenzij gelegen binnen de dubbelbestemmingen "Leiding-Brandstof", "Leiding-Gas" of "Leiding-Leidingstrook";

2. op een kleinere diepte dan 30 cm en/of met een oppervlakte kleiner dan 100 m², dan wel op gronden die voor wat betreft archeologie reeds zijn vrijgegeven middels een selectiebesluit;

3. op een kleinere diepte dan 50 cm en/of met een oppervlakte kleiner dan 500 m², dan wel op gronden die voor wat betreft archeologie reeds zijn vrijgegeven middels een selectiebesluit;

4. op een kleinere diepte dan 50 cm en/of met een oppervlakte kleiner dan 2.500 m², dan wel op gronden die voor wat betreft archeologie reeds zijn vrijgegeven middels een selectiebesluit;

    • 1. artikel 3.5.2 (Agrarisch met waarden, strijdig gebruik ammoniakemissie) wordt als volgt aangepast:
      • 3.5.2 Strijdig gebruik ammoniakemissie

Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het houden van vee, het gebruik van kassen en/of het telen van gewassen indien dit leidt tot een toename van de ammoniakemissie ten opzichte van de feitelijke situatie zoals die blijkt of kan worden afgeleid uit:

1. een verleende vergunning als bedoeld in artikel 2.7 lid 2 van de Wet natuurbescherming, een omgevingsvergunning waarbij de toestemming op grond van artikel 2.7 van de wet is aangehaakt, of een melding op grond van artikel 2.7 van de Regeling natuurbescherming, ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan, welke zijn opgenomen in Bijlage 4 Overzicht vergunningen Wet Natuurbescherming, met dien verstande dat in geval van een rekenkundige toename van de ammoniakemissie ten gevolge van aanpassingen in de regeling ammoniak en veehouderij deze wordt aangemerkt als de feitelijk en legaal aanwezige ammoniakemissie, dan wel;

2. indien een vergunning of melding als bedoeld onder 1 ontbreekt: de bestaande activiteit en de daarbij behorende ammoniakemissie die ten hoogste feitelijk door die bestaande activiteit werd veroorzaakt;
b. een toename van de ammoniakemissie voor het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het houden van vee, het gebruik van kassen en/of het telen van gewassen ten opzichte van de feitelijke situatie is wel toegestaan indien het project of de handeling, waar de aanvraag om omgevingsvergunning op ziet, een stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige habitats in het Natura 2000-gebied, die afzonderlijk en - ingeval het project of de handeling betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid van de Wet milieubeheer - in cumulatie met andere projecten of handelingen met betrekking tot dezelfde inrichting, in de periode waarvoor het programma als bedoeld in artikel 1.13 Wet natuurbescherming geldt, een waarde overschrijdt die is vastgesteld bij de algemene Maatregel van Bestuur als bedoeld in artikel 2.9, vijfde lid, onder a, onder 1 van de Wet natuurbescherming.
c. het gebruik van gronden en bebouwing binnen het agrarisch bouwperceel voor het houden van vee, indien dit, ten opzichte van de bestaande situatie, leidt tot een toename van de stikstofdepositie vanaf het betreffende agrarisch bouwperceel op de maatgevende voor stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden.

    • 1. in artikel 30 (Algemene aanduidingsregels) wordt een nieuw sublid 30.24 toegevoegd toegevoegd:
      • 30.24 Geluidzone - weg

Ter plaatse van de aanduidingen 'Geluidzone - weg' mag alleen worden gebouwd indien voor de geluidbelasting vanwege een weg kan worden voldaan aan de voorkeurgrenswaarde van de Wet geluidhinder, dan wel na afgifte van een hogere waarde kan worden voldaan aan genoemde wet.

Bestaande situatie als bedoeld in lid 3.5.2:

a. de activiteit die is toegestaan ten tijde van het vaststellen van dit bestemmingsplan op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2.7 lid 2 van de Wet natuurbescherming, een omgevingsvergunning waarbij de toestemming op grond van artikel 2.2aa onderdeel a van het Besluit omgevingsrecht is aangehaakt;

b. indien een vergunning als bedoeld onder a ontbreekt: het feitelijke en planologisch legale gebruik;

    • 1. in artikel 21 (Wonen) wordt overal waar bestemmingsvlak of bouwvlak is genoemd, aangepast naar 'bestemmingsvlak dan wel bouwvlak'.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10 %.
  • c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Veegplan 2021'.