Plan: | Niesweg 3, Hegelsom |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.BPHSNIESWEG3-OH01 |
De voor “Agrarisch” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals picknicktafels, bankjes, bewegwijzering e.d.;
Gebouwen monen niet gebouwd worden.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in de volgende tabel vermelde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Omgevingsvergunningplichtige werken / werkzaamheden | criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanbrengen van verhardingen buiten het bouwvlak, met uitzondering van: - verhardingen met een oppervlakte van maximaal 200 m2; - kavelpaden |
1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke, natuur en cultuurhistorische waarden |
het aanplanten van houtopstanden (hoger dan 1,50 m, en indien en voorzover deze houtopstanden geen onderdeel uitmaken van een bestaand boom/fruitteeltbedrijf) binnen de gronden met de aanduiding “open landschap” en 'open akkercomplexen' op verbeelding 1. Bij deze aanvraag wordt meten de afdekfolies en hagelnetten meegenomen. | het grootschalige, open karakter van de gebieden wordt niet onevenredig aangetast |
het ophogen van gronden > 100 centimeter | 1. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden; 2. indien de gronden gelegen zijn binnen het stroomvoerend of bergend rivierbed, dient de waterbeheerder om toestemming gevraagd te worden; 3. indien de gronden binnen het de 'overlegzone Rijkswaterstaat' gelegen zijn, dient er toestemming te zijn van de wegbeheerder. |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van natuur- en landschapswaarden. |
het graven, dempen of herprofileren van sloten en kleine oppervlaktewateren en of het egaliseren, vergraven, verlagen of ophogen van de bodem |
1. Aangetoond wordt dat de werkzaamheid noodzakelijk is in het kader van de agrarische bedrijfsexploitatie dan wel in het kader van natuur en/of landschapsbeheer; 2. de cultuurhistorische verkaveling mag niet onevenredig worden aangetast; 3. de potentiele waterbergingsfunctie van het potentieel beekdal wordt niet onevenredig aangetast; 4. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden; 5. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding; |
Het onder 4.4.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken en/of werkzaamheden:
Een vergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan de in de tabel genoemde criteria.
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en met inachtneming van de regels zoals deze gesteld zijn in het Limburgs KwaliteitsMenu (LKM).