Plan: | Fietspad Horsterweg te Broekhuizen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.BPBHFIETSPADBHML-OH01 |
In de Nota Ruimte zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland vastgelegd. Het gaat om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020 met een doorkijk naar 2030. In de Nota staan de hoofdlijnen van beleid aangegeven. In de Nota staat ‘ruimte voor ontwikkeling’ centraal en gaat het kabinet uit van het motto ‘decentraal wat kan, centraal wat moet’. Deze Nota ondersteunt gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. Het accent verschuift van ‘toelatingsplanologie’ naar ‘ontwikkelingsplanologie’. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Het beperkte oppervlak dat Nederland ter beschikking staat, maakt het nodig dit op een efficiënte en duurzame wijze te doen en niet alleen in kwantitatieve, maar ook in kwalitatieve zin vorm te geven. Meer specifiek richt het kabinet zich in het nationaal ruimtelijk beleid op: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd en zijn een uitdrukking van de voornaamste ruimtelijke beleidsopgaven die het kabinet ziet voor de kortere en langere termijn.
Voor het onderhavige projectgebied kent de Nota Ruimte verder geen specifieke uitgangspunten.
In de Nota Mobiliteit geeft het Rijk aan dat zaken, die voornamelijk een regionale beleidscomponent hebben, door de regio moeten worden uitgewerkt en vastgelegd. Het Rijk vraagt aan de decentrale overheden aandacht voor de uitvoering van essentiële beleidsonderdelen.
De belangrijkste beleidsonderdelen zijn:
In de Nota Mobiliteit wordt vervolgens met name ingegaan op de hoofdinfrastructuur. Het geprojecteerde fietspad behoort niet tot de hoofdinfrastructuur. Wel kan worden gesteld dat de verkeersveiligheid zal worden verhoogd door het geprojecteerde fietspad. Immers er vindt een verbetering van de verkeersveiligheid plaats door een scheiding aan te brengen tussen snelverkeer en langzaamverkeer.
In 1997 is in overleg tussen V&W, IPO, SKVV, VNG en UvW het principe Duurzaam Veilig geïntroduceerd. Een ambitieuze visie die vraagt om een overtuigende en energieke inzet van gemeenten, provincies, waterschappen en Rijk. De kenmerken van een Duurzaam Veilig vervoers- en verkeerssysteem zijn:
In het kader van duurzaam veilig wordt een onderscheid gemaakt in diverse typen wegen. De Horsterweg kan worden aangemerkt als een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom. Voor dergelijke wegen gelden ten aanzien van het wegvak de volgende inrichtingseisen:
Bij het ontwerp van het fietspad is aangesloten bij de uitgangspunten voor Duurzaam Veilig.