direct naar inhoud van Artikel 17 Algemene gebruiksregels
Plan: Aardgastransportleiding Traject Odiliapeel - Schinnen deeltraject gemeente Horst aan de Maas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPAlgGasleiding-OH01

Artikel 17 Algemene gebruiksregels

  • a. Het is verboden de in dit plan opgenomen gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming zoals die nader is omschreven in de doeleinden;
  • b. Onder strijdig gebruik wordt voor alle bestemmingen in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting en escortbedrijf;
  • c. Het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 10 kampeermiddelen (met verhoging tot vijftien kampeermiddelen voor korte perioden) is verboden behouden afwijkingsbevoegdheid in sub e;
  • d. het houden van een kampeerterrein door een organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve, of wetenschappelijke aard en het houden van een natuurkampeerterrein is verboden, behoudens afwijkingsbevoegdheid in sub f;
  • e. Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a t/m d, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd;
  • f. Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het houden van een kampeerterrein van ten hoogste 10 kampeermiddelen op gronden binnen de bestemming "Agrarisch" onder de navolgende voorwaarden:
    • 1. er dient op een in het bestemmingsplan aangegeven bouwkavel te worden gekampeerd, dan wel in een strook van maximaal 100 m direct grenzend aan de bouwkavel. Bij een burgerwoning is het kleinschalig kamperen toegestaan tot maximaal 100 m van de woning;
    • 2. het kamperen mag niet ten koste gaan van de aanwezige waarden, zoals met een aanduiding aangegeven op de verbeelding;
    • 3. het kamperen mag geen belemmering opleveren voor de in de omgeving gelegen agrarische bedrijven;
  • g. Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het houden van een kampeerterrein door een organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke waard op alle gronden binnen het plangebied. Toetsing vindt plaats aan de volgende voorwaarden:
    • 1. het kamperen mag niet ten koste gaan van de aanwezige waarden;
    • 2. het kamperen dient op landschappelijk verantwoorde wijze plaats te vinden.