Plan: | Aardgastransportleiding Traject Odiliapeel - Schinnen deeltraject gemeente Horst aan de Maas |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.BPAlgGasleiding-OH01 |
De als 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals picknicktafels, bankjes, bewegwijzering e.d.;
Binnen de bestemming 'Agrarisch' zijn enkel gebouwen ten dienste van het openbaar nut toegelaten met dien verstande dat:
Op de tot "Agrarisch" bestemde gronden zijn uitsluitend toegestaan andere bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming. De maatvoering voor andere bouwwerken is als volgt:
Voor zover de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bouwwerken afwijkt van de onder 3.2.1 en 3.2.2 genoemde maten, gelden deze bestaande maten voor die betreffende bouwwerken als maxima.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en met inachtneming van de regels zoals deze gesteld zijn in de POL-uitwerking BOM+. Uitgangspunt daarbij vormt het verplicht basispakket; een nulniveau waaraan iedere bouwaanvraag dient te voldoen. Dit basispakket maakt deel uit van de normale vereisten waaraan een bedrijf zich moet houden. Daarnaast zijn tegenprestaties verplicht bij nieuwvestiging, bij overschrijding van de maximaal toegestane bouwkavelmaat en bij het aantasten van bijzondere omgevingskwaliteiten. Zij dienen in redelijke verhouding te staan tot de aard en de omvang van de ingreep en gericht te zijn op verbetering van de omgevingskwaliteit.
De onder 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2. voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in de volgende tabel vermelde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Omgevingsvergunningplichtige werken / werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
het aanbrengen van verhardingen buiten het bouwvlak, met uitzondering van: - verhardingen met een oppervlakte van maximaal 200 m2; - kavelpaden |
het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke, natuur en cultuurhistorische waarden |
het aanplanten van houtopstanden (hoger dan 1,50 m, en indien en voorzover deze houtopstanden geen onderdeel uitmaken van een bestaand boom/fruitteeltbedrijf) binnen de gronden met de aanduiding "open landschap" en 'open akkercomplexen' op verbeelding 1. Bij deze aanvraag wordt meten de afdekfolies en hagelnetten meegenomen. | het grootschalige, open karakter van de gebieden wordt niet onevenredig aangetast |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van natuur- en landschapswaarden. |
het graven, dempen of herprofileren van sloten en kleine oppervlaktewateren en of het egaliseren, vergraven, verlagen of ophogen van de bodem |
Aangetoond wordt dat de werkzaamheid noodzakelijk is in het kader van de agrarische bedrijfsexploitatie dan wel in het kader van natuur en/of landschapsbeheer; de cultuurhistorische verkaveling mag niet onevenredig worden aangetast; de potentiele waterbergingsfunctie van het potentieel beekdal wordt niet onevenredig aangetast; er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden; er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding; |
Het onder 3.6.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken en/of werkzaamheden:
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.6.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan de in de tabel genoemde criteria.
Burgemeester en wethouders kunnen na het volgen van de procedure zoals beschreven in artikel 20 ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1' de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Natuur', of ‘Bos’ ten behoeve van de realisering van een ecologische verbindingszone, uitsluitend indien de gronden voor genoemde doeleinden zijn aangekocht en/of pachtvrij zijn gemaakt. De ontwikkeling van de ecologische verbindingszone vindt plaats op basis van vrijwilligheid en nadat de gronden eventueel pachtvrij zijn gemaakt. Door de wijziging mogen de omliggende agrarische bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beknot. Voordat gebruik gemaakt kan worden van deze wijzigingsbevoegdheid moet goedkeuring verkregen worden van de verantwoordelijke waterbeheerder.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2 wijzigen in ‘Bos' indien de gronden zijn aangekocht en/of pachtvrij zijn gemaakt. Voordat gebruik gemaakt kan worden van deze wijzigingsbevoegdheid moet goedkeuring verkregen worden van de verantwoordelijke waterbeheerder.
De bestemming ‘Agrarisch' kan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 3' gewijzigd worden naar 'Recreatie' indien de gemeente de gronden in eigendom heeft verworven en/of pachtvrij heeft gemaakt. Door de wijziging mogen de omliggende agrarische bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beknot. Voordat gebruik gemaakt kan worden van deze wijzigingsbevoegdheid moet goedkeuring verkregen worden van de verantwoordelijke waterbeheerder.