Plan: | Hoogbroek Sevenum (ongenummerd) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.SVHOOGBROEKONG-BPV1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het
hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering
van
ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de
aard
daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.
Een en ander met
bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals tuinen en erven.
Woning |
Min. |
Max. |
Goothoogte |
n.v.t. |
4,5 m |
Bouwhoogte |
n.v.t |
8,5 m |
Afstand zijdelingse perceelsgrens |
2,5 m |
n.v.t. |
Inhoud |
Zie 3.2.1 onder f |
Bijgebouwen bij woningen |
Min. |
Max. |
Goothoogte |
n.v.t. |
3,5 m |
Bebouwingshoogte |
n.v.t. |
6 m |
Gezamenlijke oppervlakte |
n.v.t. |
3150 m² |
Gebouwd wordt op een minimale afstand van 3 meter achter de voorgevel van de woning, waarbij voor garages geldt dat die op een minimale afstand van 1 meter achter de voorgevel zijn toegestaan en voor carports geldt dat die tot aan de voorgevel zijn toegestaan (indien sprake is van meerdere voorgevels, geldt dit alleen ten opzichte van de voorgevel die gezien de ligging als de meeste logische voorgevel kan worden aangemerkt) |
n.v.t. |
n.v.t. |
Afstand van vrijstaande bijgebouwen tot zijdelingse perceelsgrens |
2,5 m |
n.v.t. |
Andere bouwwerken bij woningen |
Min. |
Max. |
Bouwhoogte erfafscheidingen gelegen voor de voorgevelrooilijn |
n.v.t. |
1 m |
Bouwhoogte erfafscheidingen gelegen achter de voorgevellijn |
n.v.t. |
2 m |
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning |
n.v.t. |
12 m |
Bouwhoogte overige andere bouwwerken |
n.v.t. |
3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 3.2.1 onder
f ten behoeve van het later
realiseren van de landschapsontwikkeling overeenkomstig bijlage 1 bij deze regels. Met dien verstande dat de
landschapsontwikkeling uiterlijk een jaar na melding bouw gereed is.
Bij
toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige
belangenafweging
plaats als bedoeld in artikel 7.2.1.
het opslaan,storten of
bergen van materialen, producten en
mest,
behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming
gerichte gebruik van de grond;
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid
3.4.1
onder d om kamperen toe te staan op gronden binnen, of direct grenzend
aan een
woonbestemming, met dien verstande dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen
bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of
alsnog kan worden
gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten
beschouwing.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1.2 onder c. voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een diepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen maximaal 1 meter bedraagt.
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan de gronden en opstallen te gebruiken, te doen gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming.
Burgemeester en Wethouders
kunnen afwijken van de regels in hoofdstuk 2
op de volgende punten:
Indien de belangen als genoemd in artikel 7.2.1 sub a t/m h onevenredig worden geschaad dan wel aangetast, dan vindt de afwijkingsbevoegdheid geen toepassing.
Bij toepassing van de
afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenweging
plaats
waarbij het Limburgs Kwaliteitsmenu betrokken wordt.
Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te
wijzigen
ten behoeve van:
overschrijding
van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch
betere
realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit
noodzakelijk
is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De
overschrijding mag
echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met
niet meer
dan 10% worden vergroot;
Deze regels worden aangehaald als: [Regels van het bestemmingsplan “Hoogbroek Sevenum (ongenummerd)”]
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||
……………………… | ||||
De voorzitter, | De griffier, | |||
………. | ……… | |||