Projectbesluit splitsing van Rijswick Tienray

5.8 Geur

Bij planologische ontwikkelingen, zoals de woningssplitsing aan de Spoorstraat 68 in de gemeente MeerloWanssum, speelt in Nederland in het buitengebied het aspect geur vaak een rol. Met de splitsing van de woning wordt een woning en dus een nieuw geurgevoelig object toegevoegd. Voor de veehouderij is het beleid ten aanzien van het aspect geur vastgelegd in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) die op 1 januari 2007 in werking is getreden. Bij nieuwe planologische projecten in het kader van de Wro dient te worden gekeken naar de aanvaardbaarheid van de toevoeging van een woning in verband met omliggende geurbronnen, de zogenaamde omgekeerde werking. In de gemeente MeerloWanssum gelden voor het gebied rondom Tienray de wettelijke normen voor de maximale geurbelasting van veehouderijen op geurgevoelige objecten conform de Wgv. De normen hierin zijn afgestemd op een 'gemiddeld gebied' waarin veehouderijen en geurgevoelige objecten op een redelijke afstand van elkaar zijn gelegen. Het woonen leefklimaat wordt bij de vastgestelde norm voor het buitengebied in een concentratiegebied van 14 OUe/m³ acceptabel geacht. Aangezien via de bijgevoegde berekeningen in het kader van de Wgv is aangetoond dat de locatie voldoet aan de individuele geurnorm, kan impliciet worden geconcludeerd dat het woonen leefklimaat op deze locatie voldoet. Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij zijn er dan ook geen belemmeringen voor de splitsing van de woning en dus het toevoegen van een geurgevoelig object.