direct naar inhoud van Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED
Plan: Losbaan 12 te Grubbenvorst
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.PBGRLOSBAAN12-OH01

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED

2.1 Bestemmingsplan Buitengebied

Vigerende bestemming

In het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Grubbenvorst is de locatie aangeduid als 'Agrarisch gebied (A)' en Productiegebied. In dit gebied vindt primair de ontwikkeling van landbouw plaats.

Agrarisch gebied

De gronden die zijn aangewezen voor “Agrarisch gebied” zijn bestemd voor de navolgende doeleinden:

  • 1. duurzaam agrarisch grondgebruik en agrarische bedrijfsuitoefening;
  • 2. recreatief medegebruik

Voor deze gronden gaat het plan uit van het behoud en versterken van de aanwezige agrarische functie. Voorzover de gronden zijn voorzien van de aanduiding “glastuinbouwgebied” zal de ontwikkeling van de glastuinbouw voorop staan. Buiten de agrarische bouwvlakken is het gebruik van teeltsystemen met verharde ondergrond niet toegestaan. De regeling van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten zal in hoofdzaak geschieden met de milieuwetgeving. Met name zal daarbij worden gelet op het ammoniakbeleid.

Binnen deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming A te wijzigen in de bestemming Agrarisch bouwvlak. Dit ten behoeve van de (her)vestiging van agrarische bedrijven.

Productiegebied

In deze gebieden ligt het accent op de hoogdynamische functie landbouw. Hoogdynamische functies worden gekenmerkt door snelle ontwikkelingen en vragen daarom flexibiliteit. Dit gebied staat centraal in het beleid ten aanzien van agrarische ontwikkelingen.

In dit gebied vindt primair de ontwikkeling van de landbouw plaats. Het gebied heeft dus een duidelijke opvangfunctie voor agrarische bedrijfsactiviteiten. Ook hier geldt dat met betrekking tot vestigingsmogelijkheden het beleid is gericht op het gebruik van vrijkomende locaties. Nieuwe bouwlocaties zijn toegestaan indien aangetoond wordt dat:

  • sprake is van een volwaardige agrarische bedrijfsvoering;
  • de belangen van de in de nabijheid bestaande agrarische bedrijven niet onevenredig worden geschaad, door voldoende afstand ten opzichte van deze bedrijven aan te houden;
  • eventuele voor het milieu schadelijke effecten niet optreden of voldoende worden ondervangen, een en ander te beoordelen in het kader van de te verlenen milieuvergunningen.

Voorts zijn buiten het speciaal daarvoor aangewezen gebied geen nieuwe bouwlocaties voor glastuinbouwbedrijven toegestaan en binnen dit gebied zijn geen nieuwe bouwlocaties voor intensieve veehouderij toegestaan. Bij nieuwvestiging geldt een maximum van 1 ha voor het bouwvlak, welk maximum mag worden verhoogd tot 1.5 ha, mits aangetoond wordt dat dit noodzakelijk is gelet op de aard van het bedrijf en een doelmatige bedrijfsvoering. Deze maxima gelden niet voor een glastuinbouwbedrijf.

afbeelding "i_NL.IMRO.1507.PBGRLOSBAAN12-OH01_0004.jpg"

Uitsnede plankaart behorende bij Bestemmingsplan Buitengebied

Gelet op de aanwijzing van het gebied als LOG Witveldweg en de daaraan verbonden uitgangspunten, voorwaarden en eisen, is een nieuwe bouwlocatie voor een intensieve veehouderij toegestaan. Het doel van het LOG Witveldweg is immers het geven van ontwikkelingsmogelijkheden aan de intensieve veehouderij door het stimuleren van (her)vestigen van bedrijven met behoud en zelfs het versterken van de identiteit van het gebied. Een en ander kan mogelijk gemaakt worden door het volgen van een projectbesluitprocedure (art 3.10 Wro).

2.2 Gebiedsvisie LOG Witveldweg “Sturen op Kwaliteit”

Om uitvoering te geven aan het Reconstructieplan Noord- en Midden Limburg moeten de gemeenten stappen zetten in de ontwikkeling van landbouwontwikkelingsgebieden (LOG). Door de gemeente Horst aan de Maas is hiervoor het gebied in de nabijheid van de Witveldweg aangewezen. Het rode kader in onderstaande figuur (bron: www.logwitveldweg.nlhttp://www.logwitveldweg.nl) geeft de ligging van de nieuwvestiging weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1507.PBGRLOSBAAN12-OH01_0005.jpg"

Het LOG Witveldweg is niet alleen benoemd in het coalitieakkoord en het collegeprogramma, maar is destijds ook bij het vaststellen van het Reconstructieplan benoemd als landbouwontwikkelingsgebied. Het LOG Witveldweg is ondermeer geschikt door de aanwezige infrastructuur, de ontsluitingsmogelijkheden naar de A73, de beperkte aanwezigheid van geurgevoelige objecten en de afstand tot (zeer) kwetsbare natuur. Door invulling van het landbouwontwikkelingsgebied ontstaan er mogelijkheden voor verbetering van de milieu- en leefkwaliteit op plaatsen elders in de gemeente en binnen de reconstructiegebieden. Met het LOG Witveldweg wil de gemeente twee dingen. Zij wil de intensieve veehouderij ontwikkelingsmogelijkheden geven door (her)vestiging van bedrijven te stimuleren en zij wil tegelijkertijd de identiteit van het gebied behouden en versterken.

Om voor het LOG Witveldweg heldere en duidelijke uitgangspunten te formuleren is de gebiedvisie LOG Witveldweg “Sturen op Kwaliteit” opgesteld om een eerste echte vertaalslag in de reconstructie te maken. De visie geeft richting aan de vervolgstappen in de uitvoering van het gebied aan de Witveldweg, waarbij het sturen op kwaliteit de basis is van het hele document. De gebiedsvisie is opgesteld voor de intensieve veehouderijen. Hieronder valt ook het bedrijf van dhr Hendrikx. Op basis van uitgangspunten in de visie gaat het College aan het werk om aan het LOG Witveldweg de gewenste ruimtelijke invulling te geven. De belangrijkste uitgangspunten zijn:

  • Er mogen zich maximaal zes intensieve veehouderijen in het LOG Witveldweg vestigen.
  • Bedrijven uit Noord- en Midden Limburg die een afwaartse beweging maken van natuur, kunnen een plek krijgen in het LOG. Daarnaast hebben bedrijven uit Horst aan de Maas die een knelpunt oplossen bij een woonkern van Horst aan de Maas mogelijkheden op een locatie in het LOG Witveldweg. Zoals eerder is aangegeven doet onderhavig initiatief mee aan de VIV-regeling waardoor het bedrijf verplaatst wordt vanuit een extensiveringsgebied naar een landbouwontwikkelingsgebied. Verder kunnen de bedrijven uit het zuidelijke reconstructiegebied, die duurzaam en innovatief zijn, eveneens een plaats krijgen in het LOG Witveldweg. De toetsing van duurzaam en innovatief vindt plaats door een onafhankelijke deskundige.
  • Voor de landschappelijke inpassing van de intensieve veehouderijen zijn heldere en duidelijke criteria van hoogten en bouwkavelmaatvoering geformuleerd. Bij de inpassing wordt ook gebruik gemaakt van de adviezen van een lokale werkgroep.
  • De ontwikkeling van het LOG Witveldweg wordt vanuit een integrale visie bekeken met alle initiatieven rond het gebied.
  • Het toepassen van de best beschikbare technieken (BBT) voor de intensieve veehouderijen is wettelijk vastgelegd. Daarbij wordt gestreefd naar de stimulering van bestaande bedrijven om deze technieken eerder toe te passen.
  • Voor de aspecten dierenwelzijn, MRSA besmetting en fijn stof lopen meer dan voldoende Europese- en nationale actiepunten. Op deze aspecten kan geen (extra) beleid worden gemaakt.
  • Voor de beoordeling van het aspect geur zijn de standaardnormen uit de Geurwet leidend.
  • Naast het gebruik van biomassa worden andere vormen van duurzame energiebronnen, behalve windmolens, gestimuleerd.
  • Bij elk initiatief in het LOG Witveldweg is meer dan voldoende aandacht voor de verkeersveiligheid in en rond het gebied.
  • Naast de reguliere toezichtstaken op het gebied van bouwen, milieu en ruimtelijke ordening zullen actief gesprekken worden gevoerd met de intensieve veehouderijen in het LOG Witveldweg om zodoende lange handhavingtrajecten overbodig te maken.

Onderhavig plan van dhr Hendrikx wordt ook aan deze uitgangspunten getoetst. Bij de behandeling van de betreffende onderdelen in deze ruimtelijke onderbouwing zijn de van toepassing zijnde uitgangspunten en eisen nader behandeld of uitgelicht.

Afmetingen e.d. in relatie tot Bestemmingsplan en Gebiedsvisie LOG Witveldweg:

De afmeting van de nieuwe stal (fase 1) bedraagt ca 50 x 75 meter De goothoogte bedraagt ca 3,215 meter en de nokhoogte van de hoogste stal bedraagt ca. 7,93 meter. Gelet op de maatvoering van de stal en de regels van de bedrijfswoning in acht nemend, kan gesteld worden dat aan de eisen uit de Gebiedsvisie LOG Witveldweg (zie ook hoofdstuk 2.2) wordt voldaan. Conform de gebiedsvisie LOG Witveldweg “Sturen op Kwaliteit” worden er geen nadere eisen gesteld aan de lengte en breedte van een gebouw. De goothoogte mag maximaal 8,40 meter en de nokhoogte mag maximaal 14,0 meter bedragen.

De nieuwe bouwkavel mag maximaal 300 meter diep en maximaal 200 meter breed zijn (max. 6 ha.). Onderhavige bouwkavel heeft een diepte van ca. 150 meter en is 90 meter breed waardoor de oppervlakte van de bouwkavel 13.500 m2 bedraagt.

De bedrijfsgebouwen moeten haaks op de weg worden geprojecteerd, waarbij eventuele voersilo's bij voorkeur niet aan de voorzijde geplaatst mogen worden. De stallen liggen ca. 35 meter van de weg af. De voersilo's liggen aan de wegzijde van de stal, dit na overleg met de gemeente. De situering van de silo's dient aan de voorkant te zijn in verband met het schone- en vuile weg principe, en vanuit hygiënisch oogpunt is het niet wenselijk om deze voersilo's verder naar achteren te leggen.

Voor de eventuele realisatie van fase 2 op latere termijn wordt voldoende afstand tussen beide gebouwen in acht genomen.

Door het nemen van een projectbesluit vervalt het aanlegvergunningenstelsel ter plekke en is voor de aanleg van erfverharding en het aanbrengen van ondergrondse leidingen geen aanlegvergunning meer nodig.

De bedrijfsbebouwing wijkt qua maatvoering niet af van de maatvoering zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Echter door het nemen van een projectbesluit wordt deze buiten toepassing gelaten. De maatvoering dient te voldoen aan hetgeen in de gebiedsvisie LOG Witveldweg is opgenomen. De gemeenteraad van gemeente Horst aan de Maas heeft op 12 februari 2008 ingestemd met de gebiedsvisie LOG Witveldweg.