Plan: | Houthuizerweg 18 en 20, Lottum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.LTHOUTHZRWEG18EN20-BPV1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Houthuizerweg 18 en 20, Lottum' met identificatienumer NL.IMRO.1507.LTHOUTHZRWEG18EN20-BPV1 van de gemeente Horst aan de Maas.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het hoofdzakelijk door de gebruik(st)er van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten of uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door handwerk) in een woning en de daarbij behorende aan- uit- en bijgebouwen, waarbij de woonfunctie en de ruimtelijke uitwerking en uitstraling daarvan behouden blijven. Hieronder worden niet verstaan detailhandel (behalve de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten), horeca en prostitutie.
Een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied en tevens een kapsalon, dat/die in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er van de woning, waarbij de woonfunctie en de ruimtelijke uitwerking en uitstraling daarvan behouden blijven. Hieronder worden niet verstaan detailhandel (behalve de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten), horeca en prostitutie.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:
Een als zodanig op de verbeelding aangegeven vlak waarbinnen bij een agrarisch bedrijf behorende bebouwing is toegestaan.
Een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten en/of het leveren van dieren of goederen aan agrarische bedrijven, dan wel op het verwerken, bewerken, opslaan, vervoeren en/of verhandelen van dieren of producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.
Één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
Een woning, in of bij een bedrijf of instelling, bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is; deze woning wordt begrepen onder de bedrijfsgebouwen.
Ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan aanwezig.
Een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, danwel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald.
Het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw waartoe het behoort, en dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een door bouwghrenzen op de verbeelding omgeven oppervlak, waarbinnen volgens deze regels een gebouw of complex van gebouwen mag worden gebouwd.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bedrijf waar levensmiddelen worden geconserveerd en worden verpakt in blik, glazen of kunststof.
De kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden.
De aan een bouwwerk toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk heeft gemaakt.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
De afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte.
Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een bedrijf, dat geheel of overwegend is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een bedrijf waar dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
Een aantal aan elkaar door familie- of daarmee gelijk te stellen -band gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in één woning, zoals een gezin, een gezin met inwonende ouders of een woongroep.
Tijdelijke dan wel structurele voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen nagenoeg zonder gebruik te maken van open grond en/of daglicht.
Het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders (waarvoor een omgevingsvergunning is verleend). De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd.
één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van in hoofdzaak kleine etenswaren al dan niet in combinatie met niet- alcohol bevattende drank en waar de verstrekking van volledige maaltijden niet plaatsvindt.
kamperen op een terrein met daarbij horende voorzieningen en blijkens de inrichting bestemd en geschikt om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 25 kampeermiddelen.
De bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het “aangrenzende maaiveld” wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw.
Het bieden van zorg, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak. Degene die mantelzorg ontvangt is (niet zelfstandig) woonachting in het hoofdgebouw dan wel in een vrijstaande doch afhankelijke woning.
Indeling van bedrijven opgesteld door VNG op basis van belasting van het milieu. De milieucategorie van een bedrijf hangt af van geur, stof, geluid, gevaar, verkeer of visuele aspecten. De milieucategorie loopt op van lichte bedrijvigheid (categorie 1) tot zware industrie (categorie 6).
De in een gebied aanwezige waarden met betrekking tot de aanwezigheid van natuurlijke grondwaterstromen en een voor het gebied typerende bodemopbouw.
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
Omzetten van een bedrijfstype in een ander bedrijfstype.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebruik van het gebouw of de standplaats, en dat, voor zover gebouwd vóór de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en voor zover gebouwd achter de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Door de provincie Limburg aangewezen representatieve en relatief gave delen van de verschillende Limburgse cultuurlandschappen met een groot potentieel aan archeologische waarden.
Vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de vorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotischemassagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd
gebruik van gronden ten behoeve van het via een ondergrondse leiding uitsproeien van afgekoeld koelwater, afkomstig van het nabijgelegen conservenbedrijf
De Structuurvisie Horst aan de Maas met identificatienummer NL.IMRO.1507.SVHMSTRUCTUURVISIE-VA01, vastgesteld door de gemeenteraad van Horst aan de Maas d.d. 9 april 2013.
de koper- en zinkverontreiniging, zoals aangegeven in het rapport 'Verkennend en nader bodem- en asbest in puin onderzoek Houthuizerweg 18 Lottum, HMB BV d.d. 5 augustus 2014, nr. 14223701A;
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals picknicktafels, bankjes en bewegwijzering.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2 onder a ten behoeve van het bouwen van schuilgelegenheden voor vee, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in de volgende tabel vermelde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Omgevingsvergunningplichtige werken / werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden |
Het aanbrengen van verhardingen, met uitzondering van: - verhardingen met een oppervlakte van maximaal 200 m²; - kavelpaden. |
- het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden. |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen |
- het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de natuurlijke belangen; - er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van natuur- en landschapswaarden. |
het graven, dempen, uitbreiden of herprofileren van sloten en kleine oppervlaktewateren en waterbergingsvoorzieningen en of het egaliseren, vergraven, verlagen of ophogen van de bodem |
- aangetoond wordt dat de werkzaamheid noodzakelijk is in het kader van de bedrijfsexploitatie van nabijgelegen bedrijven dan wel in het kader van natuur en/of landschapsbeheer; - de cultuurhistorische verkaveling mag niet onevenredig worden aangetast; - aangetoond wordt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige landschaps - en natuurwaarden; - er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding; |
Het in artikel 3.7.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken en/of werkzaamheden:
Een vergunning als bedoeld in artikel 3.7.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien niet wordt voldaan aan de in de tabel genoemde criteria.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 6 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 14 m |
Bebouwingsoppervlakte | n.v.t. | 11.500 m2 |
Bedrijfswoning | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 8 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
Afstand tot zijdelingse perceelsgrens | 5 m | n.v.t. |
Inhoud | n.v.t. | 1.000 m³ |
Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | Max. | |
Afstand van vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot de bedrijfswoning | 15 m | |
Gezamenlijke oppervlakte | 75 m2 | |
Goothoogte | 3,5 m | |
Bouwhoogte | 5,5 m |
Andere bouwwerken | Min. | Max. |
Bouwhoogte erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | n.v.t. | 1 m |
Bouwhoogte erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | n.v.t. | 2 m |
Bouwhoogte antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning | n.v.t. | 12 m2 |
Bouwhoogte overige andere bouwwerken | n.v.t. | 6 m |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 ten behoeve van het vergroten van de goot- en bouwhoogte van gebouwen met maximaal 20%, met dien verstande dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Burgemeester en Wethouders kunnen de gronden met deze bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat de bestemming 'Bedrijf' kan worden omgezet in de aan deze bestemming grenzende agrarische bestemmingen, waarbij tevens de nadere aanduiding 'agrarische bouwkavel' wordt toegekend ten behoeve van de uitoefening van een agrarisch bedrijf, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat de bestemming 'Bedrijf kan worden omgezet in de bestemming 'Wonen', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven en geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduding 'ontsluiting'.
Woning | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 6 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 10 m |
Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens | 2,5 m | n.v.t. |
Inhoud | n.v.t. | 1.000 m³ |
Bijbehorende bouwwerken bij woningen | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
Bouwhoogte | n.v.t | 5,5 m |
Gezamenlijke oppervlakte | n.v.t. | 100 m2 |
Afstand vanaf de voorgevel van de woning of het verlengde daarvan | 5 m | n.v.t. |
Afstand zijdelingse perceelsgrens | 2,5 m | n.v.t. |
Afstand meest nabijgelegen gevel vrijstaande bijgebouwen tot het hoofdgebouw | n.v.t. | 40 m |
Andere bouwwerken bij woningen | Min. | Max. |
Bouwhoogte erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | n.v.t. | 1 m |
Bouwhoogte erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | n.v.t. | 2 m |
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning | n.v.t. | 12 m |
Geluidwerende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' | 2 m | 2 m |
Bouwhoogte overige andere bouwwerken | n.v.t. | 3 m |
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.1 om bijbehorende bouwwerken in de vorm van aanbouwen of aangebouwde bijgebouwen in te kunnen richten als afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval begrepen het gebruik van gronden voor/als:
Het is toegestaan om de voor 'Wonen' aangewezen gronden en gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten in woningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4.1 voor een aan huis verbonden bedrijf dat gezien de aard, omvang en intensiteit passend is binnen de woonfunctie. Van een dergelijk aan huis verbonden bedrijf is sprake indien de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft. Dat is het geval indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4.1 voor het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal 2 appartementen in de woning, die gezien de aard, omvang en intensiteit passend is binnen de woonfunctie. Van kleinschalige verblijfsrecreatie is sprake indien de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft. Dat is het geval indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4.1 voor het toestaan van kleinschalige horeca bij een woning, die gezien de aard, omvang en intensiteit passend is binnen de woonfunctie. Van kleinschalige horeca is sprake indien de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft. Dat is het geval indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4.3, sub d., voor een kortere afstand tussen locaties met een woonbestemming waar arbeidsmigranten worden gehuisvest, met dien verstande dat:
De voor ’Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemming(en).
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2, mits op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te kunnen bereiken, worden de volgende regels hieraan verbonden:
Het afwijken van de bouwregels als bedoeld in artikel 6.3.1 kan pas geschieden nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens het bevoegd gezag afwijkt van de bouwregels als bedoeld in artikel 6.3.1 wordt schriftelijk advies ingewonnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het afwijken geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing:
Alvorens een vergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 wordt verleend wordt schriftelijk advies ingewonnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door verlening van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied Venloschol' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied Venloschol' is het zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, verboden werken of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 5 meter + N.A.P. De voorwaarden zoals vastgelegd in de Omgevingsverordening Limburg zijn hierbij van toepassing.
Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere regel kan worden afgeweken en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat-, bebouwings- en landschapsbeeld, woon- en leefklimaat, ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de regels:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Houthuizerweg 18 en 20, Lottum'.
Behoort bij het besluit van de raad der gemeente Horst aan de Maas d.d. tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Houthuizerweg 18 en 20, Lottum'.
Mij bekend,
de Griffier.