Plan: | Hamweg 6, Horst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.HOHAMWEG6-BPV1 |
Het bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas 2009 (deelgebied 2) is op 6 oktober 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Het betreft een hoofdzakelijk conserverend bestemmingsplan.
Het perceel Hamweg 6 te Horst is in dit bestemmingsplan ten onrechte bestemd voor timmerbedrijf. In het voorgaande bestemmingsplan, buitengebied Horst 1997 had het perceel een bestemming Bedrijfsdoeleinden met een nadere aanduiding 'aannemersbedrijf'.
Voorliggend bestemmingsplan repareert de omissie uit het bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas 2009 deelgebied 2. Het perceel wordt voorzien van de bestemming Bedrijf met een nadere aanduiding ten behoeve van een aannemersbedrijf. Daarnaast worden de puinbreekactiviteiten conform de verleende revisievergunning van 7 oktober 2003 bestemd.
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding voor de locatie en bijbehorende regels. Deze toelichting vergezelt het plan.
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk vindt een beschrijving van het plan plaats. In hoofdstuk 3 volgen de uitgangspunten uit het beleid die betrekking hebben op de locatie, wordt er tevens ingegaan op het wettelijk onderzoekskader en komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde. In hoofdstuk 4 is tot slot de juridische opzet opgenomen.
Het plangebied Hamweg 6 is gelegen ten zuiden van Horst in de gemeente Horst aan de Maas. Het plangebied bestaat uit de percelen kadastraal bekend Horst, sectie T nummers 658 en 574. De percelen hebben een gezamenlijke oppervlakte van circa 10.333 m2. De locatie is weergegeven op de onderstaande luchtfoto. Op het terrein zijn twee bedrijfsgebouwen aanwezig. Het overige gedeelte van het terrein is grotendeels verhard. Er is één bedrijfswoning aanwezig.
Luchtfoto plangebied Hamweg 6 te Horst
In het geldende bestemmingsplan buitengebied Horst aan de Maas 2009 heeft het plangebied een bestemming 'Bedrijfsdoeleinden', met nadere aanduiding 'timmerbedrijf'. De toegelaten bebouwing is geregeld in lid 9.3. Onder 9.3.2 wordt ten aanzien van de bebouwde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen verwezen naar het desbetreffende bedrijf in de Staat van niet agrarische bedrijven vermelde maat. Dit bedraagt voor het perceel Hamweg 6 Horst 1608 m2. Dit is inclusief de bedrijfswoning. Het bestemmingsplan is op 6 oktober 2009 vastgesteld. Tegen het vaststellingsbesluit is beroep ingediend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op 22 februari 2012 is op dit beroep beslist en werd het plan onherroepelijk.
Uitsnede bestemmingsplan buitengebied Horst aan de Maas 2009
Voordat het bestemmingsplan buitengebied Horst aan de Maas 2009 werd vastgesteld, was het bestemmingsplan buitengebied Horst 1997 het geldende bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan werd op 27 februari 1998 vastgesteld door de raad. Na de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State werd het bestemmingsplan op 19 december 2001 onherroepelijk. In dit bestemmingsplan had de locatie een Niet-agrarische bestemming. In de voorschriften is opgenomen dat ter plaatse een aannemersbedrijf uitgeoefend mag worden met een maximaal bebouwd oppervlakte van 1.960 m2.
Uitsnede bestemmingsplan Horst 1997
Voordat het bestemmingsplan buitengebied Horst 1997 werd vastgesteld, was het bestemmingsplan buitengebied Horst 1985 het geldende bestemmingsplan In dat bestemmingsplan rustte op het perceel de bestemming "Lokale kleine bedrijven (KB)" met de nadere aanduiding "aannemersbedrijf/ opslag sloopmaterialen/ puinbrekerij".
Aannemersbedrijf
Gelet op het huidige (legale) gebruik van de gronden is aanpassing van de bedrijfsbestemming nodig. Op basis van de gebruiksmogelijkheden van het voorheen geldende bestemmingsplan (buitengebied Horst 1997) kan een bedrijfsbestemming worden opgenomen met een nadere aanduiding 'aannemersbedrijf'.
Puinbreken
Op het perceel wordt sinds de jaren tachtig een aannemersbedrijf met sloop- en puinbreekactiviteiten geëxploiteerd. Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft op 7 oktober 2003 een revisievergunning verleend voor het breken van puin tot een omvang van 60.000 m3.
Uit de uitspraak van 18 mei 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1315) blijkt dat de betreffende puinbreekactiviteiten op het perceel met een omvang van 5.000 m3 onder de beschermende werking van het overgangsrecht vallen. Handhavend optreden is niet mogelijk. Een positieve bestemming ten aanzien van de in de revisievergunning genoemde activiteiten is dan ook gerechtvaardigd en is als zodanig opgenomen in dit bestemmingsplan.
De herziening is in lijn met het van toepassing zijnde provinciaal beleid en het gemeentelijk beleid (Structuurvisie Horst aan de Maas). De verandering van de bestemming heeft verder geen gevolgen voor de uitvoeringsaspecten, zoals bodemkwaliteit, archeologie, milieuhinder, water en dergelijke. Immers in de feitelijke situatie ter plaatse verandert niets.
In artikel 6.12 Wro is bepaald dat een exploitatieplan vastgesteld dient te worden voor gronden waarvoor men voornemens is een bouwplan op te stellen. In artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) is het bouwplan gedefinieerd.
In het onderhavige bestemmingsplan is geen bouwplan voorzien als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Het opstellen van een exploitatieplan is derhalve niet aan de orde.
De kosten voor de bestemmingsplanwijziging komen ten laste van de gemeente Horst aan de Maas. De financiële uitvoerbaarheid is hiermee verzekerd.
Inspraak is niet verplicht, tenzij dit in de gemeentelijke inspraakverordening is voorgeschreven. Voor bestemmingsplannen is een inspraakprocedure niet voorgeschreven in de gemeentelijke inspraakverordening. Gelet op de beperkte impact wordt voor het onderhavige bestemmingsplan geen inspraakprocedure gevolgd.
Het bestemmingsplan is vervat in een verbeelding, planregels en toelichting en is opgesteld conform de SVBP 2012 alsmede de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). De regels voldoen tevens aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De analoge verbeelding is getekend op een bijgewerkte en digitale kadastrale ondergrond, schaal 1:1000, conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).
Het bestemmingsplan sluit qua plansystematiek aan bij het bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas (status voorontwerp).
De indeling van de planregels is als volgt:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen
In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten
In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
In voorliggend bestemmingsplan is de volgende bestemming opgenomen:
Bedrijf
Binnen deze bestemming is een aannemersbedrijf toegestaan. De aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' en specifieke vorm van bedrijf - puinbrekeractiviteiten' zijn gelijk aan de plangrens c.q. de bestemming bedrijf. Op de verbeelding is opgenomen hoeveel oppervlakte bebouwd mag worden. Overige maatvoeringen staan in de regels.
Waarde - Archeologie 3
Om de (potentiële) archeologische waarden te beschermen is overeenkomstig de gemeentelijke archeologische beleidskaart een beschermende regeling opgenomen.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een omgevingsvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels
De algemene bouwregels zijn opgenomen overeenkomst het bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas.
Algemene gebruiksregels
Onder de algemene gebruiksregels is een verwijzing naar het verbod in de Wro opgenomen om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met het bestemmingsplan.
Algemene aanduidingsregels
In de algemene aanduidingsregels zijn regels opgenomen ter bescherming van de boringsvrije zone Venloschol.
Overige regels
De Reparatiewet van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Reparatiewet BZK 2014) regelt dat gemeenten de stedenbouwkundige bepalingen uit hun bouwverordening voor 1 juli 2018 moeten hebben opgenomen in bestemmingsplannen of beheersverordeningen.
Dit betekent dat de stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening, inclusief de regeling betreffende het parkeren, geleidelijk via overgangsrecht zullen 'uitsterven'. Daarmee zal de bouwverordening als instrument op termijn verdwijnen.
In onderhavig bestemmingsplan wordt zorg gedragen voor het opnemen van de stedenbouwkundige bepalingen uit de gemeentelijke bouwverordening, zodat deze door middel van dit bestemmingsplan van kracht blijven.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Conform de wetgeving is het voorgeschreven artikel voor overgangsrecht opgenomen. Hierin zijn voorwaarden voor de omvang, het onderhoud en de herbouw opgenomen voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing of bestaand gebruik.
Slotregel
Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.