Plan: | Actualisatie Recreatiepark Kasteel Ooijen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.BVRPKASTOOIJEN-BP01 |
Het bestemmingsplan Actualisatie Recreatiepark Kasteel Ooijen met identificatienummer NL.IMRO.1507.BVRPKASTOOIJEN-BP01 van de gemeente Horst aan de Maas.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied en tevens een kapsalon, dat/die in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er van de woning, waarbij de woonfunctie en de ruimtelijke uitwerking en uitstraling daarvan behouden blijven. Hieronder worden niet verstaan detailhandel (behalve de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten), horeca en prostitutie.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid.
Tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.
Een terrein zoals bedoeld in artikel 1 onder c van de Monumentenwet.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
Een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis of daarbij behorend bijgebouw, ondergeschikt aan de woonfunctie en wordt gerund door de bewoner van de betreffende woning.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
Ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan aanwezig.
Een bouwwerk dat op het moment van vaststelling van deze verordening bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van vaststelling is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald.
Het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw waarbij het behoort, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een gebouw, geen woonkeet en geen (sta-)caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, waar gedurende een gedeelte van het jaar wordt gerecreëerd door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben.
De kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden.
Een bouwwerk van cultuurhistorsche waarde.
Een dagrecreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een woning, in of bij een bedrijf of instelling, bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is; deze woning wordt begrepen onder de bedrijfsgebouwen.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte.
De natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca I worden begrepen.
een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca II worden begrepen.
begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen met de bijbehorende windsingels.
Een aantal aan elkaar door familie- of daarmee gelijk te stellen -band gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in één woning, zoals een gezin, een gezin met inwonende ouders of een woongroep.
vorm van recreatie, waarbij relatief veel recreanten gedurende langere of kortere tijd binnen een beperkte oppervlakte bijeen verblijven.
één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in - of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
locatie voor de plaatsing van een kampeermiddel, stacaravan en/of chalet/lodge.
terrein met meerdere kampeerplaatsen, bestemd voor de plaatsing van kampeermiddelen, stacaravans en chalets/lodges.
Een element dat samenhangt met de ondergrond en de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap en het oorspronkelijke landgebruik, zoals een bossage, houtwal, houtsingel of steilrandbeplanting.
De bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het “aangrenzende maaiveld” wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw.
Het bieden van zorg, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband, aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak. Degene die mantelzorg ontvangt is (niet zelfstandig) woonachting in het hoofdgebouw dan wel in een vrijstaande doch afhankelijke woning.
Een bedrijfs - of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebruik van het gebouw of de standplaats, en dat, voor zover gebouwd vóór de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en voor zover gebouwd achter de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
rustplaats voor wandelaars, fietsers en ruiters in de vorm van een buitenterras.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een woning die ter beschikking wordt gesteld voor recreatieve doeleinden aan steeds wisselende personen of groepen van personen voor een bepaalde duur en tegen een bepaalde vergoeding.
De gronden die bij extreem hoge afvoeren van de rivier de Maas onder water staan en blijvend een waterbergende, deels een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen.
Een kleinschalig bouwwerk met maximaal 3 muren dat buiten het bouwblok geplaatst wordt ten behoeve van het bieden van schuilgelegenheid voor vee.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Voorzieningen gericht op sportieve activiteiten zoals multifunctionele verharde speelvelden, trapvelden, sport- en spelattributen zoals doelpalen, basketbalpalen, ballenvangers, etc.
een terrein ten behoeve van lichamelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn c.q. bevorderd worden en waarvoor bepaalde regels gelden.
een caravan, die ook als hij niet bouwvergunningsplichtig is, toch als een gebouw valt aan te merken.
Het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten.
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
de lijn door de voorgevel en de verlengden daarvan van het hoofdgebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen;
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van steigers gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden, gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is horeca I en ondergeschikte detailhandel toegestaan met een maximum oppervlak van 400 m², met dien verstande dat wanneer in de bestemming ''Recreatie - Jachthaven'' ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens horeca I en ondergeschikte detailhandel wordt gerealiseerd dit oppervlak in minder dient te worden gebracht op het maximum oppervlak.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
Het in artikel 3.4.1 bepaalde is niet van toepassing op:
Voor het uitvoeren van de in artikel 3.4.1 genoemde werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden kan door het bevoegd gezag een omgevingsvergunning worden verleend, mits de in artikel 3.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad of de mogelijkheden voor herstel van deze waarden en doeleinden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied.
De voor 'Recreatie - Hoeve' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De terreinen dienen zodanig te worden ingericht dat op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien. Daarbij wordt uitgegaan van de parkeernormen zoals aangegeven in het meest recente gemeentelijk parkeerbeleid.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
De maatvoering voor bedrijfsgebouwen is als volgt:
Bedrijfswoningen | Minimum | Maximum |
Goothoogte | nvt | 10 m |
Bouwhoogte | nvt | 15 m |
Gezamenlijke inhoud | nvt | 3.000 m3 |
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken en carports (inclusief ondergeschikte verblijfsruimten) | F | |
Goothoogte | nvt | 10 m |
Bouwhoogte | nvt | 15 m |
Afstand carports achter de voorgevel van de bedrijfswoningen | 0 m Carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd |
nvt |
Afstanden overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoningen | 1 m | nvt |
Totale gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoningen | nvt | 800 m2 |
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen | ||
Goothoogte | nvt | 5 m |
Bouwhoogte | nvt | 11 m |
Afstand carports achter de voorgevel van de bedrijfswoningen | 0 m Carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd |
nvt |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoningen | 1 m | nvt |
Afstand tot de bedrijfswoningen | nvt | 40 m |
Totale gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoningen | nvt | 150 m2 |
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
Het bouwen van gebouwen volgens het bepaalde in lid 4.1 is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat aangetoond is dat de bodem geschikt is voor de functie, met dien verstande dat:
Een omgevingsvergunning voor bouwen, zoals bedoeld in lid 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals bedoeld in lid 4.2 wordt niet verleend indien niet wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van waterbergende voorzieningen met een minimale inhoud van 100 mm per m² verharding.
Het slopen/bouwen van gebouwen volgens het bepaalde in lid 4.1 is uitsluitend toegestaan onder voorwaarde dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3.1 ten behoeve van het toelaten van buitenopslag, met dien verstande dat:
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De terreinen dienen zodanig te worden ingericht dat per recreatieve voorziening op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien, tenzij op andere wijze voldoende in de parkeerbehoefte kan worden voorzien. Daarbij wordt uitgegaan van de parkeernormen zoals aangegeven in het meest recente gemeentelijk parkeerbeleid.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van steigers gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor bouwen, zoals bedoeld in lid 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals bedoeld in lid 5.2 wordt niet verleend indien niet wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van waterbergende voorzieningen met een minimale inhoud van 100 mm per m² verharding.
Het slopen/bouwen van gebouwen volgens het bepaalde in lid 5.1 is uitsluitend toegestaan onder voorwaarde dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is horeca I en ondergeschikte detailhandel toegestaan met een maximum oppervlak van 400 m², met dien verstande dat wanneer in de bestemming ''Natuur'' ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens horeca I en ondergeschikte detailhandel wordt gerealiseerd dit oppervlak in minder dient te worden gebracht op het maximum oppervlak.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.3.1 ten behoeve van het toelaten van buitenopslag, met dien verstande dat:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De terreinen dienen zodanig te worden ingericht dat per recreatieve voorziening op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien, tenzij op andere wijze voldoende in de parkeerbehoefte kan worden voorzien. Daarbij wordt uitgegaan van de parkeernormen zoals aangegeven in het meest recente gemeentelijk parkeerbeleid.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
De maatvoering voor bedrijfs- en recreatiegebouwen is als volgt:
Bedrijfswoning | Minimum | Maximum |
Goothoogte | nvt | 7 m |
Bouwhoogte | nvt | 11 m |
Inhoud | nvt | 1.000 m3 |
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken en carports | ||
Goothoogte | nvt | 3,5 m |
Bouwhoogte | nvt | 6 m |
Afstand carports achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 0 m Carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd |
nvt |
Afstanden overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 1 m | nvt |
Totale gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | nvt | 150 m2 |
Bebouwingspercentage van het terrein dat behoort bij de bedrijfswoning | nvt | 50 % |
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen | ||
Goothoogte | nvt | 3,5 m |
Bouwhoogte | nvt | 6 m |
Afstand carports achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 0 m Carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd |
nvt |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 1m | nvt |
Afstand tot de bedrijfswoning | nvt | 40 m |
Totale gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | nvt | 150 m2 |
Bebouwingspercentage van het terrein dat behoort bij de bedrijfswoning | nvt | 50 % |
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
Een omgevingsvergunning voor bouwen, zoals bedoeld in lid 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals bedoeld in lid 6.2 wordt niet verleend indien niet wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van waterbergende voorzieningen met een minimale inhoud van 100 mm per m² verharding.
Het slopen/bouwen van gebouwen volgens het bepaalde in lid 6.1 is uitsluitend toegestaan onder voorwaarde dat:
Binnen de bestemming ''Recreatie - Verblijfsrecreatie 1'' zijn maximaal 5 bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat wanneer in de bestemming ''Recreatie - Hoeve de Hor'' één of meerdere bedrijfswoningen (met een maximum van 3) worden gebruikt deze in minderingen dienen te worden gebracht op dit maximale toegestane aantal.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.2 ten behoeve van het toelaten van buitenopslag, met dien verstande dat:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
de terreinen dienen zodanig te worden ingericht dat per recreatieve voorziening op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien, tenzij op andere wijze voldoende in de parkeerbehoefte kan worden voorzien. Daarbij wordt uitgegaan van de parkeernormen zoals aangegeven in het meest recente gemeentelijk parkeerbeleid.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
De maatvoering voor bedrijfsgebouwen is als volgt:
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
Een omgevingsvergunning voor bouwen, zoals bedoeld in lid 2.1 lid 1 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals bedoeld in lid 7.2 wordt niet verleend indien niet wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van waterbergende voorzieningen met een minimale inhoud van 100 mm per m² verharding.
Het gebruik van de gronden conform het bepaalde in 7.1 is alleen dan toegestaan indien de landschappelijke inpassing opgenomen in het beeldkwaliteitsplan, opgenomen als bijlage 1 van de regels, wordt gerealiseerd, beheerd en als zodanig in stand worden gehouden.
Het slopen/bouwen van gebouwen volgens het bepaalde in lid 7.1 is uitsluitend toegestaan onder voorwaarde dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.1 ten behoeve van het toelaten van buitenopslag, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
De maatvoering voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken is als volgt:
Hoofdgebouw | min. | max. |
Goothoogte | n.v.t. | 7 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 11 m |
Afstand tot perceelgrens | 2,5 m | n.v.t. |
Inhoud | n.v.t. | 1.000 m³ |
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken en carports | min. | max. |
Goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 6 m |
Afstand carports achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 0 m, carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd | n.v.t. |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 1 m | n.v.t. |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van het hoofdgebouw in het geval dat het hoofdgebouw meerdere naar de weg gekeerde gevels kent | 3 m | n.v.t. |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken tot het openbaar gebied in het geval van een hoeksituatie | 1 m | n.v.t. |
Totale gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken | n.v.t. | 150 m² per wooneenheid |
Bebouwingspercentage van het terrein dat hoort bij het hoofdgebouw | n.v.t. | 50% |
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken | min. | max. |
Goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 6 m |
Afstand carports achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 0 m, carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd | n.v.t. |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 1 m | n.v.t. |
Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van het hoofdgebouw in het geval dat het hoofdgebouw meerdere naar de weg gekeerde gevels kent | 3 m | n.v.t. |
Afstand tot zijdelingse perceelgrens | 2,5 m | n.v.t. |
Afstand tot hoofdgebouw | n.v.t. | 40 m |
Totale gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken | n.v.t. | 150 m² per wooneenheid |
Bebouwingspercentage van het terrein dat hoort bij het hoofdgebouw | n.v.t. | 50% |
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
bouwhoogte van bouwwerk, geen gebouwen zijnde | min. | max. |
erf- en terreinafscheidingen | n.v.t. | voor de voorgevelrooilijn: 1 m achter de voorgevelrooilijn: 2 m |
antennes uitsluitend toegestaan achter de achtergevelrooilijn | n.v.t. | 12 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak | n.v.t. | 3 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 8.2 ten behoeve van een grotere goot- en/of bouwhoogte van hoofdgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
Aan de woonbestemmingen (wonen, woondoeleinden) binnen het buitengebied van de in Artikel 2 genoemde ruimtelijke plannen zijn de volgende bepalingen toegevoegd. Het College van Burgemeester en wethouders is bevoegd om middels omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in de geldende woonbestemmingen en toestaan dat woningen en/of hoofdgebouwen met een woonbestemming worden gebruikt ten behoeve van huisvesting van arbeidsmigranten in woningen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De woning dient te voldoen aan de bestaande bouwregels van de woonbestemming(en) behorende bij de in Artikel 8 genoemde ruimtelijke plannen en bepalingen ten aanzien van woningen ingevolge het Bouwbesluit, de Bouwverordening, de Algemene Plaatselijke Verordening en het Keurmerk Stichting Normering Flexwonen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van een huis verbonden bedrijf indien dat bedrijf gezien de aard, omvang en intensiteit passend is binnen de woonfunctie. Van een dergelijk aan huis verbonden bedrijf is sprake indien de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft. Dat is het geval indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalige horeca, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van het toelaten van kleinschalig kamperen bij een woning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 om bij een woning kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal 5 recreatiewoningen toe te staan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.4.1 ten behoeve van een kleinere afstand tussen locaties met een woonbestemming waar arbeidsmigranten worden gehuisvest tot minimaal 100 m, mits in de betreffende woning waarvoor deze afwijking wordt verleend maximaal 10 personen worden gehuisvest.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 ten behoeve van het realiseren van paardenbakken buiten het bouwvlak bij een woning, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), waarbij artikel 20.3 in acht dient te worden genomen, mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 alleen indien door de in lid 9.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), waarbij artikel 20.3 in acht dient te worden genomen, mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 alleen indien door de in lid 10.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor Waarde - Archeologie 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), waarbij artikel 20.3 in acht dient te worden genomen, mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 alleen indien door de in lid 11.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend deel rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), waarbij artikel 20.3 in acht dient te worden genomen, mede bestemd voor:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2 onder a ten behoeve van het bouwen van bebouwing op basis van de onderliggende enkelbestemming, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de planregels wijzigingen inhoudende dat het bepaalde in artikel 12.2 en in artikel 12.3 komt te vervallen, indien deze bepalingen niet langer noodzakelijk zijn ter bescherming van het waterstaatkundig belang gerelateerd aan de bescherming en het behoud van het stroomvoerend vermogen van het rivierbed en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij Rijkswaterstaat.
De voor 'Waterstaat - Waterbergend deel rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van het waterbergend rivierbed, waarbij artikel 20.3 in acht dient te worden genomen.
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van het waterbergend rivierbed.
Voor het bouwen op of in de voor Waterstaat - Waterbergend rivierbed aangewezen gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedraagt.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.2 ten behoeve van de bouw van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere ter plaatse geldende bestemming(en) met dien verstande dat:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), waarbij artikel 20.3 in acht dient te worden genomen, mede bestemd voor:
Op deze gronden is de Keur van het waterschap van toepassing.
Op of in de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2 voor het bouwen op basis van de onderliggende enkelbestemming, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' geheel of ten dele van de verbeelding verwijderen, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Op de gronden mag alleen worden gebouwd onder de voorwaarde, dat het initiatief, zijnde het realiseren van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, getoetst is door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en voldoet aan het opgestelde beeldkwaliteitsplan, bijgevoegd als bijlage 2.
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor en/of als:
een en ander, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
In (bedrijfs)woningen is het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
In (bedrijfs)woningen is het uitoefenen van een bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de waterkerende functie van waterkeringen.
Het bevoegd gezag kan de aanduiding 'vrijwaringszone – dijk' geheel of ten dele van de waterkering verwijderen, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede aangewezen voor bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Hoogwatergeul Ooijen' zijn de gronden mede bestemd als hoogwatergeul.
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduidingen in de navolgende tabel zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de bescherming, de ontwikkeling en/of het herstel van de desbetreffende cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden welke zijn opgenomen in de navolgende tabel:
Overige zone rivierdal | - Kleinschalig landschap met afwisseling van bebouwing en landschapselementen. - Wisselende afstanden tussen bebouwing aan bochtige wegen. - Aanzienlijke hoogteverschillen. Reliëfvormen zoals terrasranden zijn zeer waardevol en dienen zichtbaar en bebouwingsvrij te blijven. - Steilranden. - Oude akkercomplexen met karakteristieke bolle vorm en openheid. - Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, met name aan de randen van oude akkercomplexen. - Zichtlijnen over oude akkercomplexen. - In de lagere delen ruimte geven aan agrarisch natuurbeheer, water en watergebonden natuur. - Hoge natuurwaarde met waardevolle gebieden voor weidevogels en plaatselijk voor amfibieën. - Natuurontwikkeling in en rondom kleiputten (ontgrondingen). - Bebouwing op de lager gelegen delen binnen dit landschapstype is niet wenselijk in verband met blijvende herkenbaarheid en gelaagdheid van het landschap. |
Ter plaatse van de aanduiding 'Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn de gronden tevens bestemd als extensiveringsgebied.
Het bestaande aantal parkeerplaatsen dient gehandhaafd te blijven.
Bij:
dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw en/of het terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen, of andere voertuigen, in voldoende mate ruimte aanwezig te zijn of aangebracht te worden in, op of onder de bij dat gebouw of terrein behorende gronden of bouwwerken, met dien verstande dat:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ''Actualisatie Recreatiepark Kasteel Ooijen''.