direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Dorperdijk 17, 19, 20 en 22 te Sevenum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPSNDORPERDIJK20EO-VA03

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-agrarische bedrijven in de vorm van een loonbedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens voor wonen;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - container op- en overslag', op- en overslag van containers;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag bouw- en grondstoffen', opslag van bouw-, grond- en afvalstoffen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkeersbewegingen', uitsluitend voor verkeersbewegingen van, naar en ten behoeve van het bedrijf en de bedrijfswoning, inclusief parkeren van personenauto's;

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
  • a. Per bestemmingsvlak zijn maximaal twee bedrijfswoningen met bijbehorende voorzieningen toegestaan, met dien verstande dat deze bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'bedrijfswoning'.
  • b. De terreinen dienen zodanig te worden ingericht dat per bedrijf op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien, tenzij op andere wijze voldoende in de parkeerbehoefte kan worden voorzien.
  • c. Bouwwerken mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'bouwvlak'.
  • d. De bebouwde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag in totaal niet meer bedragen dan 4.100 m²; deze maat is exclusief de toegestane bedrijfswoningen.
  • e. De inhoud van een bedrijfswoning inclusief aanbouw mag maximaal 1.000 m³ bedragen; indien de inhoud ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum.
  • f. Voor gebouwen gelden de volgende maatvoeringseisen:

Bedrijfsgebouwen   Min.   Max.  
Goothoogte   n.v.t.   6 meter  
Bebouwingshoogte   n.v.t.   14 meter  
Afstand tot grens bouwvlak   10 meter   n.v.t.  

Bedrijfswoning   Min.   Max.  
Goothoogte   n.v.t.   8 meter  
Bebouwingshoogte   n.v.t.   10 meter  
Afstand zijdelingse perceelsgrens   5 meter   n.v.t.  
Inhoud   n.v.t.   Zie 4.2.1, sub e.  

Bijgebouwen t.b.v. bedrijfswoning   Min.   Max.  
Afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de bedrijfswoning   n.v.t.   15 meter  
Gezamenlijke oppervlakte   n.v.t.   100 m²  
Goothoogte   n.v.t.   3,5 meter  
Bebouwingshoogte   n.v.t.   5,5 meter  
4.2.2 Openbaar nut buiten het bouwvlak

De bebouwingshoogte van gebouwen ten dienste van het openbaar nut mag niet meer mag bedragen dan 3,5 meter en de goothoogte niet meer dan 2,7 meter; de bebouwde oppervlakte van gebouwen mag niet groter zijn dan 15 m² per gebouw.

4.2.3 Andere bouwwerken

Voor andere bouwwerken gelden de volgende maatvoeringseisen:

Andere bouwwerken   Min.   Max.  
Bebouwingshoogte erfafscheidingen gelegen voor de voorgevellijn   n.v.t   1 meter  
Bebouwingshoogte erfafscheidingen gelegen achter de voorgevellijn   n.v.t.   2 meter  
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning   n.v.t.   12 meter  
Bebouwingshoogte overige andere bouwwerken   n.v.t.   6 meter  

 

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 ten behoeve van het ophogen van de maximale goothoogte en/of bebouwingshoogte van gebouwen met maximaal 20%, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:

  • a. de verhoging is noodzakelijk voor de continuiteit of ontwikkeling van het niet-agrarische bedrijf;
  • b. de architectonische waarden moeten behouden blijven;
  • c. de landschappelijke en natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
4.3.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in artikel 8.2.1.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:

  • a. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten tenzij dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. buitenopslag buiten het bouwvlak, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • c. detailhandel, tenzij het gaat om ondergeschikte detailhandel als nevenactiviteit dat direct verband houdt met de bedrijfsactiviteit;
  • d. wonen, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  • e. bedrijfsmatige doeleinden, zolang de geluidwerende voorzieningen zoals aangegeven in bijlage 2 Tekening geluidwerende voorzieningen binnen de bestemming 'Groen', niet zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden;
  • f. opslag van bouw-, grond- en afvalstoffen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag bouw- en grondstoffen', zolang de volgende geluidwerende voorzieningen zoals aangegeven op de bijlagen 1 Tekening geluidwerende voorzieningen binnen de bestemming 'Bedrijf' en 2 Tekening geluidwerende voorzieningen binnen de bestemming 'Groen', niet zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden:
    • 1. een geluidwal met een minimale hoogte van 3 meter aan de westzijde van de gronden ter plaatse van die aanduiding;
    • 2. geluidwerende voorzieningen in de vorm van bedrijfsgebouwen;
  • g. op- en overlag van containers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - container op- en overslag', zolang de geluidwerende voorzieningen zoals aangegeven op de bijlagen 1 Tekening geluidwerende voorzieningen binnen de bestemming 'Bedrijf' en 2 Tekening geluidwerende voorzieningen binnen de bestemming 'Groen', niet zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden;
  • h. stallen van materieel, parkeren van vrachtwagens, laden en lossen en opslag, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verkeersbewegingen';
  • i. andere bedrijfsactiviteiten dan de in artikel 4.1 vastgelegde bedrijfsactiviteit, zijnde een loonbedrijf.