direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Broek 6, 8 en 10 te Sevenum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPSNBROEK6810-VA01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woondoeleinden
  • b. aan huis gebonden beroep;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:

a Aan huis gebonden beroep

Voor aan huis gebonden beroep gelden de volgende bepalingen:

  • 1. degene die het beroep uitoefent, dient ook bewoner te zijn van de woning;
  • 2. de vloeroppervlakte voor de aan huis gebonden beroepsactiviteit mag niet meer bedragen dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de woning, en nooit meer dan 60 m2;
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen in de vorm van woningen en bij de woning behorende andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de woningen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het bouwvlak;
  • b. per bouwvlak is maximaal één woning toegestaan, met dien verstande dat, ter plaatse van de bouwaanduiding' "maximum aantal wooneenheden' binnen het - binnen het bouwvlak gelegen- hoofdgebouw, maximaal 2 zelfstandige woningen zijn toegestaan.
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de dakhelling mag min 20° en max 60° bedragen.
4.2.3 Herbouw van woningen

Herbouw van bestaande woningen is, voor zover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover de herbouw plaatsvindt in de bestaande bouwwijze.

4.2.4 Bijgebouwen

Voor het bouwen van aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen bij woningen, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bebouwde oppervlakte van bijgebouwen mag per woning in totaal maximaal 100 m2 bedragen, met dien verstande, dat wanneer het bestaande oppervlak aan bijgebouwen groter is dan 100 m2, de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m;
  • d. de dakhelling mag min 20° en max 60° bedragen
  • e. bijgebouwen zijn alleen toegestaan achter de voorgevelrooilijn van de woning; daarbij dient een afstand van minimaal 5 m,- gemeten vanaf de voorgevel van de woning en/of het verlengde daarvan - in acht worden genomen;
  • f. de afstand van de meest nabijgelegen gevel van vrijstaande bijgebouwen tot de woning bedraagt maximaal 20 m.
4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag vóór de voorgevelrooilijn niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen binnen de overige gronden mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. een aan huis verbonden bedrijf;
  • c. detaillhandel;
  • d. verblijfsrecreatie;
  • e. gebruik als seksinrichting;
  • f. het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken en herstellen van goederen en het be- of verwerken van producten;
  • g. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor zelfstandige bewoning of als afhankelijke woonruimte.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Omgevingsvergunning mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.3.1 onder g en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. door de aanvrager dient te worden aangetoond dat er sprake is van (tijdelijke) mantelzorg;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. ten behoeve van mantelzorg mag een bijgebouw van maximaal 100 m2 worden gebruikt, ingericht en verbouwd door (onzelfstandige) bewoning;
  • d. er mag geen extra woning worden gecreeerd. Er moet dus sprake blijven van één woning: door de uitbreiding mogen niet twee volledig gescheiden of gemakkelijk te scheiden wooneenheden ontstaan met elk alle voor een huishouden benodigde voorzieningen;
  • e. de verbouw/het gebruik dient een tijdelijk karakter te hebben.