direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal beleid
Plan: Grimmelsweg 1 en 1a Lottum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPLTGRIMMELSWEG1-VA01

4.2 Provinciaal beleid

4.2.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006

Op 22 september 2006 is door Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL)2006 vastgesteld (en inmiddels op onderdelen geactualiseerd). Het POL is een structuurvisie en bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt het POL 2006 een economisch beleidskader en een welzijnsplan op hoofdlijnen (voor zover het de fysieke elementen van economie, zorg, cultuur en sociale ontwikkeling betreft).

afbeelding "i_NL.IMRO.1507.BPLTGRIMMELSWEG1-VA01_0013.jpg"
Het projectgebied ligt in het POL 2006 in perspectief 6a (plattelandskern). De plattelandskernen zijn overwegend kleinschalig van karakter. Een aantal grotere kernen vervullen op sommige terreinen een verzorgende functie voor een bredere plattelandsregio (onderwijs, bedrijvigheid, zorg en/of cultuur).

De vitaliteit van deze dorpen en stadjes moet behouden blijven. Met het oog daarop wordt ruimte geboden voor de opvang van de woningbehoefte van de eigen bevolking. En voor de groei van lokaal, in een enkel geval ook regionaal georiënteerde bedrijvigheid. Grootschalige economische activiteiten en voorzieningen met een stedelijk karakter en omvang horen hier in principe niet thuis. Voor de plattelandskernen wordt een terughoudend groeibeleid gehanteerd.

Binnen de contour van de plattelandskern is het Limburgs Kwaliteitsmenu niet van toepassing en is het aan de gemeente om zorg te dragen voor een goede balans tussen groen, water en bebouwing. Wél dient bij nieuwe uitleglocaties en nieuwe ontwikkelingen binnen de (verbale) contour ingezet te worden op bovenplanse verevening gericht op de herstructurering van de bestaande woningvoorraad en aanwezige werklocaties.

In casu betreft het het bestemmen van een bestaande voormalige bedrijfswoning tot een burgerwoning; er zal derhalve geen woning aan de woningvoorraad worden toegevoegd. Binnen de nieuwe woonbestemming zal voldoende groen worden aangelegd zoals in het vorige hoofdstuk aan de orde is gekomen.

Onderhavige ontwikkeling is derhalve niet strijdig met het provinciale beleid.

Verder ligt het plangebied in de Venloschol; hier bevinden zich diepe grondwatervoorraden die van nature geologisch beschermd zijn. Hier geldt een verbod op nieuwe diepe onttrekkingen ten behoeve van beregening en voor overige toepassingen geldt een vergunningplicht, waarbij als uitgangspunt geldt dat nieuwe onttrekkingen niet worden vergund. De regels en de exacte begrenzing van de Venloschol zijn vastgelegd in de Verordening Waterhuishouding 2005.


In casu zullen er door de wijziging van een bedrijfsbestemming in een woonbestemming geen nieuwe grondwateronttrekkingen plaatsvinden.

4.2.2 Limburgs kwaliteitsmenu

Het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) geeft de 'extra' condities en voorwaarden waaronder bepaalde ontwikkelingen in het landelijk gebied buiten de plattelandskernen dan wel in het stedelijk gebied in de perspectieven P2, P3 en P8 mogelijk zijn. Essentie is dat de beoogde ontwikkelingen gepaard moeten gaan met een verbetering van de kwaliteit van de omgeving. Verbetering van de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische of ruimtelijke kwaliteit. Dit ter compensatie van het door de ontwikkeling optredende verlies aan omgevingskwaliteit. Het Limburgs Kwaliteitsmenu is daarmee de opvolger van de regelingen Bouwkavel op Maat plus (BOM+), Ruimte voor Ruimte Zuid Limburg, Verhandelbare Ontwikkelingsrechten methode (VORm/Contourenbeleid) en Rood voor Groen (landgoederen). De gemeenten zullen het Limburgs Kwaliteitsmenu moeten uitwerken, waarna voor nieuwe ontwikkelingen dit gemeentelijk beleid geldt. De oude provinciale regelingen zijn vervallen.

Woningbouw en andere 'rode' ontwikkelingen dienen in principe binnen de contouren te worden gebouwd zodat het buitengebied gevrijwaard wordt van verdere verstedelijking en verstening.

Het nieuwe beleid ten aanzien van woningbouwmogelijkheden buiten de contouren stelt dat dit alleen mogelijk is indien dit per saldo tot een ruimtelijke kwaliteitsverbetering leidt. Om invulling te geven aan deze voorwaarde zal ter plaatse sprake moeten zijn van kwaliteit, maar dient ook een kwaliteitsbijdrage te worden geleverd. Als basis kwaliteitsverbetering geldt voor elke ontwikkeling dat:

  • deze ontwikkeling wordt ingepast op basis van een inpassingsplan dat is afgestemd op de specifieke omgevingskenmerken;
  • voorzieningen worden getroffen voor de afkoppeling van hemelwater.

Het onderhavige plan bevindt zich binnen de plattelandskern; het Limburgs kwaliteitsmenu is hierop formeel niet van toepassing.

De gemeente Horst aan de Maas is echter een Structuurvisie aan het voorbereiden. Deze is nog niet vastgesteld, maar vormt wel een uitwerking van het LKM. De module voor solitaire bedrijven is opgenomen in het LKM; daarbij geldt een kwaliteitsbijdrage van € 35,-per m2. In de gemeentelijke structuurvisie zal deze bijdrage worden overgenomen. Om medewerking te kunnen verlenen aan de gewenste plannen, is derhalve een bijdrage vereist van € 35,- per m2 nieuw te realiseren garage, afhankelijk van de kwalitatieve inpassing. Dit komt neer op 15 x 25 meter = 375 m2 x € 35,- = € 13.125,-. 

Daaraanboven wordt het perceel Grimmelsweg 1a dusdanig landschappelijk ingepast, dat er ook reeds uit hoofde daarvan sprake is van een duidelijke kwaliteitsverbetering. De landschappelijke inpassing is beschreven in paragraaf 3.1 van deze toelichting.

Het uiteindelijk af te dragen bedrag zal in een overeenkomst tussen gemeente en initiatiefnemer worden vastgelegd.