direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Stationsstraat 162, 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHSSTATIONSSTR162-OH01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-agrarische bedrijven;

en de daarbij behorende:

  • b. bouwwerken;
  • c. buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. overige voorzieningen;

3.2 Nadere detaillering van de doeleinden

De terreinen dienen zodanig te worden ingericht dat per bedrijf op eigen terrein in de parkeerbehoefte kan worden voorzien, tenzij op andere wijze voldoende in de parkeerbehoefte kan worden voorzien.

3.3 Bouwregels

Op de voor 'bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken ten behoeve van de op de verbeelding opgenomen specifieke aanduidingen;
  • b. binnen aangegeven bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning met bijbehorende voorzieningen toegestaan.
  • c. De bebouwde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag in totaal niet meer bedragen dan 1700 m2; Deze maat is inclusief de toegestane bedrijfswoning.
  • d. De inhoud van de woning bedraagt maximaal 1000 m3, voor zover de inhoud ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum.
  • e. de dedemet betrekking tot de maatvoering en de plaatsing van gebouwen en andere bouwwerken gelden de in het navolgende schema opgenomen maten:

BEDRIJFSGEBOUWEN   MIN   MAX.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   6 m  
BEBOUWINGSHOOGTE   n.v.t.   14 m  
AFSTAND TUSSEN BEDRIJFSWONING EN BEDRIJFSGEBOUWEN   n.v.t.   15 m  

BEDRIJFSWONING   MIN   MAX.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   8 m  
BEBOUWINGSHOOGTE   n.v.t.   10 m  
AFSTAND ZIJDELINGSE PERCEELSGRENS   5 m   n.v.t.  
INHOUD   n.v.t.   1000 m3  

BIJGEBOUWEN T.B.V. BEDRIJFSWONING   MIN   MAX.  
GOOTHOOGTE   n.v.t.   3,5 m  
BEBOUWINGSHOOGTE   n.v.t   5,5 m  
GEZAMENLIJKE OPPERVLAKTE   n.v.t.   75 m2  

AFSTAND VAN VRIJSTAANDE BIJGEBOUWEN TOT DE BEDRIJFSWONING  
n.v.t.   15 m  

ANDERE BOUWWERKEN BIJ WONINGEN   MIN   MAX.  
BEBOUWINGSHOOGTE ERAFSCHEIDINGEN GELEGEN VOOR DE VOORGEVELROOILIJN   n.v.t.   1 m  
BEBOUWINGSHOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN GELEGEN ACHTER DE VOORGEVELROOILIJN   n.v.t.   2 m  
ANTENNES, UITSLUITEND TOEGESTAAN ACHTER (HET
VERLENGDE VAN) DE ACHTERGEVEL VAN DE BEDRIJFSWONING  
n.v.t.   12 m  
BEBOUWINGHOOGTE OVERIGE ANDERE BOUWWERKEN   n.v.t.   6 m  

3.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.3 onder e teneinde de goothoogte en/of bebouwingshoogte van gebouwen te verhogen met maximaal 20%, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de verhoging is noodzakelijk voor de continuïteit of ontwikkeling van het niet-agrarisch bedrijf;
  • b. de architectonische waarden moeten behouden blijven;
  • c. de landschappelijke en natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik geldt in ieder geval gebruik van gronden en/of opstallen:

  • a. voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten tenzij dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. voor detailhandel, tenzij het gaat om ondergeschikte detailhandel als nevenactiviteit dat direct verband houdt met de bedrijfsactiviteit;
  • c. noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • d. voor woondoeleinden met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 wijziging naar andere vorm van niet agrarisch bedrijf

Burgemeester en Wethouders kunnen de gronden met deze bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond dient te worden dat er sprake is van een ruimtelijke en milieukundige verbetering; een ruimtelijke en milieukundige verbetering betekent dat er een afname van bebouwing (niet zijnde een Rijks- of gemeentelijke monument dan wel woonboerderijpand) plaatsvindt alsmede een visueel ruimtelijke verbetering van de situatie en een vermindering van de milieubelasting;
  • b. buitenpandige opslag is niet toegestaan;
  • c. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • d. een tweede bedrijfswoning, voor zover niet reeds aanwezig, is niet toegestaan;
  • e. voldaan moet worden aan de maatvoeringseisen uit 3.3 onder e.
  • f. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dieren welzijnswetgeving;
  • g. detailhandel is niet toegestaan behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • h. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • i. uit een te overleggen onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • j. De nieuwe niet agrarische bedrijvigheid mag niet leiden tot een verslechtering van het plaatsgebonden groepsrisico.
  • k. Binnen de bestemming 'Bedrijf' en de dubbelbestemming 'Leiding-Olie' mag geen kwetsbaar object gerealiseerd worden.