direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen
Plan: Horst Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHOCENTRUMHORST-OH01

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. aan huis verbonden beroepen en bedrijven, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.4.2;
  • c. bed & breakfast, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14.3;

met de daarbij behorende tuinen, erven, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend bestaande legale woningen zijn toegestaan, uitgezonderd vervangende nieuwbouw, mits het aantal woningen niet toeneemt;
  • b. gestapelde woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. de bouwdiepte van een woning mag niet meer bedragen dan 15,00 meter, met dien verstande dat een bouwperceel voor maximaal 50% worden bebouwd;
  • d. de voorgevel van een woning dient te worden geplaatst in de op de verbeelding opgenomen figuur 'gevellijn', dan wel evenwijdig daaraan, op maximaal 3,00 meter daarachter;
  • e. de goot- en bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 7,00 en 11,00 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' de aangeduide hoogten als maximum gelden.
10.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag per bouwperceel niet meer dan 130 m² bedragen, met dien verstande dat het terrein dat hoort bij het hoofdgebouw (het erf) voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd op ten minste 3,00 meter achter de voorgevelrooilijn, met dien verstande dat:
    • 1. garages op ten minste 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn mogen worden gebouwd;
    • 2. carports achter, maar tot in de voorgevelrooilijn mogen worden gebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3,50 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 6,00 meter bedragen.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte aan bouwwerken, geen gebouw zijnde mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 50 m², met dien verstande dat het bouwperceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 5,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn niet meer dan 1,00 meter en daar achter niet meer dan 2,00 meter mag bedragen.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Situering ten opzichte van gevellijn

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.1 onder a en/of d ten behoeve van het overschrijden van de figuur 'gevellijn', dan wel voor het bouwen op een grotere afstand achter de gevellijn, mits wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 15.4.

10.3.2 Situering voorgevel

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.1 onder d ten behoeve van het plaatsen van een voorgevel van een gebouw anders dan ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn', mits:

  • a. wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 15.4.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • b. vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • c. gebruik van gronden voor de voorgevelrooilijn voor het stallen van voertuigen, caravans en dergelijke, anders dan op een oprit;
  • d. het bieden van (recreatief) nachtverblijf aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, behoudens voor zover toegestaan op basis van 10.1.
10.4.2 Aan huis verbonden beroepen of bedrijven

Een aan huis verbonden beroep of bedrijf is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis verbonden beroep of bedrijf mag worden uitgeoefend in de woning of in de bijbehorende bouwwerken;
  • b. de oppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf mag niet meer bedragen dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximale oppervlakte van 75 m²;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. geen buitenopslag en buitenstalling plaatsvindt;
  • e. degene die het aan huis verbonden beroep of bedrijf uitoefent, is tevens de bewoner van de woning, met dien verstande dat de beroepsactiviteiten naast de bewoner door maximaal twee medewerkers mogen worden uitgeoefend;
  • f. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, dan wel de parkeerbehoefte in de directe omgeving kan worden opgevangen;
  • g. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van aan het aan huis verbonden beroep of bedrijf inherente en ondergeschikte detailhandel.