direct naar inhoud van Artikel 8 Water
Plan: Centrale Verwerkingsinstallatie Raaieinde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPGRCVIRAAIEINDE-VA02

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water (haven);
  • b. de winning van oppervlaktedelfstoffen; het verwerken en toepassen van oppervlaktedelfstoffen en niet vermarktbare specie en de daarbij behorende voorzieningen van categorie III;
  • c. aanleg-, laad- en losvoorzieningen ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegvoorziening';
  • d. oeverbeschoeiïng, waaronder damwanden;
  • e. waterstaatkundige voorzieningen;
  • f. ondergrondse- en bovengrondse infrastructuur;
  • g. voorzieningen voor de veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;

een en ander met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de tot 'Water' bestemde gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van voorzieningen van categorie III en ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegvoorziening' tot een maximale bouwhoogte van 6,00 m;
  • b. bakens ter geleiding van de scheepvaart met een hoogte van maximaal 8,00 m;
8.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, steigers inbegrepen, voor zover niet aan te merken als een bouwwerk, met uitzondering van oever- en bodembeschoeiing;
  • b. gebruik dat verband houdt met de 8.1 omschreven voorzieningen van categorie III en ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegvoorziening';
  • c. het vastleggen van een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting, niet bestemd voor vervoer behoudens voor zover dit verband houdt met de 8.1 omschreven voorzieningen van categorie III en ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van water - aanlegvoorziening';
  • d. het aanbrengen van ophogingen;
  • e. het aanbrengen van beplantingen en/of bomen;
  • f. het hebben of houden van staan- of ligplaatsen voor onderkomens.
8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning (voorheen: ontheffing) afwijken van het bepaalde in 8.3 ten behoeve van een goed waterstaatkundig beheer, met dien verstande dat:

  • a. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. vooraf advies dient te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.