direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Peelheideweg 12 America
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPAMPEELHEIDEWEG12-OH01

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan of bestemmingsplan

het bestemmingsplan 'Peelheideweg 12 America' van de gemeente Horst aan de Maas, dat bestaat uit de verbeelding en deze regels en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.BPAMPEELHEIDEWEG12-OH01;

1.2 Algemene wet bestuursrecht

Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

1.3 adequaat beheer

beheer zoals dit omschreven staat in Beleidskader Huisvesting Arbeidsmigranten gemeente Horst aan de Maas 2010, zoals dit is vastgesteld op 12 april 2011;

1.4 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:

  • a. het telen van gewassen, waaronder mede begrepen houtteelt, en/of;
  • b. het houden van dieren

met dien verstande dat gebruiksgerichte paardenhouderijen, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt;

1.5 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.6 bebouwing

een of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;

1.7 bedrijfswoning

een woning, in of bij een bedrijf of instelling, bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is; deze woning wordt begrepen onder de bedrijfsgebouwen;

1.8 beekdal

is een lager gelegen gebied in het dekzandgebied, waardoor een beek stroomt;

1.9 Besluit luchtkwaliteit

het besluit van 3 juni 2005 (Stb. 316), zoals dit luidt ten tijde van het tervisie leggen van het ontwerp van dit plan;

1.10 bestaand
  • a. bij bouwwerken: bestaand ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan, met dien verstande dat als bestaand bouwwerk ook worden aangemerkt bouwwerken die na dat tijdstip zijn of mogen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning waarvan de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
  • b. bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;

1.11 bestemmingsvlak

een op de verbeelding als zodanig aaneengesloten vlak, met behulp waarvan aan gronden een bepaalde bestemming is toegekend;

1.12 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.13 boogkas

een constructie van metaal of een ander materiaal met een hoogte van maximaal 2,5 meter, dat met plastic of in gebruik daarmee overeenkomend materiaal is afgedekt ter vervroeging of verlenging van het teeltseizoen van tuinbouw- of fruitteeltproducten. Onder een boogkas wordt tevens een draagluchthal verstaan;

1.14 bos

elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie;

1.15 Boswet

Wet van 20 juli 1961, Stb. 256, houdende regels ter bewaring van bossen en andere houtopstanden, zoals deze luidt ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit plan;

1.16 bouwvlak

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

1.19 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.20 erfafscheiding

de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte;

1.21 extensief recreatief medegebruik

vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes;

1.22 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.23 goede ruimtelijke onderbouwing

een ruimtelijke onderbouwing is een rapport waarin staat waarom een project aanvaardbaar is. Een goede ruimtelijke onderbouwing is nodig om af te kunnen wijken van de regels van een bestemmingsplan; de aspecten bodemkwaliteit, waterhuishouding, flora en fauna, archeologie, geluidsnormen, verkeersbewegingen, cultuurhistorie, externe veiligheid en de financiële afwikkeling van het initiatief dienen erin aan de orde te komen;

1.24 grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;

1.25 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.26 horeca

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

1.27 houtopstand

begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen met de bijbehorende windsingels;

1.28 helofytenfilter:

een voorziening om afvalwater of water uit bijvoorbeeld vijvers te zuiveren tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu. Het filter is een soort moerasje. Het kan een bak met zand en grind met helofyten, zoals riet en lisdodde zijn, maar kan ook grootschaliger worden uitgevoerd;

1.29 hemelwaterproblematiek

de problemen die ontstaan voor het afvoeren en bergen van hemelwater door toename van het verharde grondoppervlak;

1.30 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.31 intensieve veehouderij

het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders (waarvoor een milieuvergunning is verleend). De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd;

1.32 kampeermiddel
  • a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een tourcaravan;
  • b. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,

één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.33 kas

een gebouw, bestaande uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal dienend tot het kweken of trekken van bomen, vruchten, bloemen of planten;

1.34 kennel

een niet-agrarisch bedrijf, dat is gericht op het fokken, verzorgen en verhandelen van honden en/of katten;

1.35 lawaaisport

een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen;

1.36 Limburgs kwaliteitsmenu

is een regeling op het gebied van de ruimtelijke ordening van de provincie Limburg, welke regeling gemeenten een instrument geeft om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken en tegelijkertijd winst behalen in omgevingskwaliteit, en waarbij gemeenten geadviseerd worden door een kwaliteitscommissie, die bestaat uit leden met kennis van natuur, landschap, cultuurhistorie, archeologie, stedenbouw en financiën/planeconomie/projectontwikkeling;

1.37 nevenactiviteit

een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en in inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;

1.38 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarbij voor de bedrijfsvoering hoofdzakelijk geen gebruik wordt gemaakt van open grond, zoals de varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij, pelsdierenhouderij, glastuinbouwbedrijf, witlof- en intensieve kwekerij;

1.39 Nieuw Limburgs Peil

Vertaling van het Nationaal bestuursakkoord water van 2003 met als doelstelling het realiseren en in stand houden van een duurzaam ingericht watersysteem dat voldoende waarborg biedt om toegenkende functies te ondersteunen;

1.40 paardenbak

een niet overdekt terrein ingericht ten behoeve van het paardrijden, met daarbij behorende voorzieningen;

1.41 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.42 regenkap

een constructie van houten, gegalvaniseerde, verzinkte stalen palen of iets dergelijks met daarop een boog met een kap van transparante folie;

1.43 schuilgelegenheid

een kleinschalig bouwwerk met maximaal drie muren dat buiten het bouwblok geplaatst wordt ten behoeve van het bieden van schuilgelegenheid voor vee;

1.44 seksinrichting

een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmatig:

  • a. voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of
  • b. verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van erotische aard plaatsheeft, en/of
  • c. tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht;

1.45 standplaats

een bouwperceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeente kunnen worden aangesloten;

1.46 teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen/ constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel vervroegen als verlaten ten opzichte van normale open teelt en/of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen dat leidt tot een betere kwaliteit;

1.47 tijdelijke teeltondersteunende voorziening

voorzieningen/ constructies, zoals hagelnetten, met als doel het gewas te forceren tot meer groei en/of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel vervroegen of verlaten ten opzichte van normale open teelt en/ of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen en die maximaal 6 maanden, al of niet aaneengesloten, in het jaar aanwezig is;

1.48 verbeelding

de verbeelding behorende bij dit bestemmingsplan;

1.49 woonunit

een te verplaatsen/ verwijderen bouwwerk, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen.