Plan: | Structuurvisie Klavertje 4-gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | gemeentelijke structuurvisie |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.SVGRKLAVERTJEVIER-VA01 |
In de visie geven de drie gemeenten en de provincie aan wat zij willen bereiken met de ontwikkeling van Greenport Venlo en het Klavertje 4-gebied. Hierbij staan centraal: het ontwikkelen van een economisch netwerk, het stimuleren van samenwerking en innovatie en het op duurzame wijze – geïnspireerd door de C2C-pincipes - creëren van een hoogwaardig klimaat en landschap om in te werken, wonen en recreëren.
Het doel van Greenport Venlo is het realiseren van een ruimtelijk-economische structuurversterking, geïnspireerd door de C2C-principes. Hier wordt invulling aan gegeven door een duurzaam en innovatief economisch netwerk te versterken, dat geografisch is verankerd in het Klavertje 4-gebied. Waardecreatie door te streven naar kwaliteit (gebruiks-, belevings- en toekomstwaarde), het bieden van een economisch perspectief voor bedrijven en het behalen van een maatschappelijk rendement is het uitgangspunt. Daarnaast is het streven gericht op optimale kennisontwikkeling, innovatie en gezamenlijk (economisch) voordeel door samenwerking tussen bedrijven. Om het voorgaande een plek te geven is het Klavertje 4-gebied aangewezen als ontwikkelingsgebied voor de agrarische productiekolom, waar werklandschappen, vastgoed, gebiedsbrede voorzieningen en een hoogwaardig landschap worden gerealiseerd.
Kwantitatief betekent dit dat met Greenport Venlo in de periode tot 2040 wordt ingezet op een sprong van 14.000 naar circa 27.000 voltijd banen (direct en indirect) en een toename van het bruto regionaal product in deze sector van circa € 800 miljoen tot circa € 1 miljard (bron: Operationeel Businessplan van het ontwikkelbedrijf). De bestaande en toe te voegen bedrijvigheid focust zich op agribusiness, glastuinbouw, (agro)logistiek en hieraan gerelateerde bedrijvigheid en onderzoeks- en onderwijsinstellingen.
Een belangrijk element voor het invullen van de missie is de versterking van het economische netwerk. Greenport Venlo stimuleert de ontwikkeling van dit netwerk door (kennisintensieve) bedrijven, onderwijs, onderzoeksinstellingen en een innovatiecentrum te faciliteren in het Klavertje 4-gebied. Daarnaast worden gericht verbindingen gelegd tussen ondernemers, overheden en onderwijs, in het gebied maar ook daarbuiten. Het verbinden van verschillende agro-marktsegmenten, zoals agribusiness, glastuinbouw, (agro)logistiek, bijpassende industrie en dienstverlening, en onderdelen binnen de productieketen (van productie tot consumptie) staat hierbij centraal. Op deze manier kan kennis worden gedeeld en wordt samen gewerkt aan verwezenlijking van vernieuwende ideeën. Het doel is om niet alleen spullen te verplaatsen, maar ook om waarde toe te voegen (Value Added Logistics), deze direct te verhandelen en kennis hieromtrent te ontwikkelen. Dit resulteert in meerwaarde voor de markt van agro (primaire agrarische sector en toeleverende bedrijven), nutrition (verwerking), food, fresh, flowers en logistics. Daarnaast kan van elkaars netwerk gebruik worden gemaakt, waardoor steeds weer nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Horizontale en verticale ketenintegratie is hierbij essentieel.
Om bestaande bedrijven te behouden en nieuwe aan te trekken zetten de drie gemeenten en de provincie in op het creëren van een goed leef- en vestigingsklimaat: 'Quality of life'. Het gaat hierbij niet alleen om de economische ontwikkelingen, maar ook om het ontwikkelen van de ruimte in al zijn facetten en dimensies. Bij de ontwikkeling van Greenport Venlo is niet alleen aandacht voor verbetering van het vestigings- en investeringsklimaat voor bedrijven, maar ook voor het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige en duurzaam ingerichte werk-, leef- en woonomgeving.
Vanuit Quality of life wordt een bijdrage geleverd aan het creëren van een omgeving waarin het gewenste aanbod van bedrijvigheid tot stand komt. De regio zet hierbij in op:
Een aantal projecten is benoemd die in belangrijke mate bijdragen aan de genoemde opgaven, zie conceptrapportage Quality of life. Overheden, ondernemers, onderzoek, onderwijs en omgeving werken gezamenlijk aan de geschetste invulling van Quality of life in Noord-Limburg. De gemeente Venlo zet in haar Strategische Visie 2030 daarnaast in op het vergroten van de aantrekkingskracht van de stad voor kenniswerkers. C2C-principes ('Floriade Venlo principles') worden hierbij gehanteerd voor het creëren van een aantrekkelijk woon- en leefmilieu dat aansluit bij de behoeften van kenniswerkers.
De Missie van Greenport Venlo krijgt in de gebiedsontwikkeling Klavertje 4 een concrete en geografische verankering. Hiervoor hebben de drie gemeenten en de provincie het Klavertje 4-gebied aangewezen. Het gebied is circa 5.400 ha groot en wordt ontwikkeld tot een harmonieus geheel van ecologie, economie en leefomgeving door een selectieve ruimtelijk-economische structuurversterking.
Economie en ecologie smelten samen
De bedrijvigheid focust zich op agribusiness, glastuinbouw, (agro-) logistiek, bijpassende industrie en dienstverlening en onderzoeks- en onderwijsinstellingen. De verschillende functies/bedrijven worden geconcentreerd, gebundeld en complementair aan elkaar ontwikkeld, zodat keten- en kennisontwikkeling wordt gestimuleerd. De gebieden voor bedrijvigheid worden ontwikkeld in een versterkte ecologische omgeving. Op deze manier wordt bijgedragen aan een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat. De omvang en begrenzing van het Klavertje 4-gebied is zodanig dat rondom en tussen de beoogde bedrijfszones voldoende ruimte aanwezig blijft. Hierdoor is er ruimte voor het bieden van tegenwicht aan de verstedelijking, een kwaliteitsimpuls van de omgeving en duurzame oplossingen voor o.a. water- en energievraagstukken. De nieuwe bebouwing zal opgaan in het landschap waarbij een harmonieus en duurzaam evenwicht ontstaat in de samensmelting tussen economie en ecologie.
Waardecreatie
De verschillende bedrijfsfuncties en bedrijfssectoren uit het agro-complex worden op elkaar afgestemd en gekoppeld zodat waardecreatie ontstaat. Faciliteiten voor productie en verwerking worden onder andere gecombineerd met logistieke functies. Deze koppeling van disciplines moet ketenvorming tot stand brengen, waarbij de verschillende onderdelen elkaar versterken en toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Combinaties worden gemaakt met de veilingen en met kennisintensieve bedrijven die al voorzien zijn in Venlo GreenPark (vastgesteld bestemmingsplan). Innovatie en kennisuitwisseling zijn sleutelbegrippen voor de ontwikkeling van Greenport Venlo, waarbij kennisoverdracht plaats moet vinden in het gehele Klavertje 4-gebied.
Naast bedrijfsmatige koppelingen worden er in het Klavertje 4-gebied ook combinaties gemaakt in waterhuishouding, ecologie, energiesystemen en infrastructuur om zo te komen tot maximaal rendement op economisch, ecologisch en sociaal vlak.
Clusteren en verbinden
Belangrijk bij het creëren van meerwaarde is het clusteren van functies om versnippering bij de primaire productie, de verwerking en de distributie van (agrarische) producten tegen te gaan. Het bij elkaar brengen van activiteiten zorgt voor daling van de transportbehoefte en maakt het mogelijk gebruik te maken van elkaars reststromen. Door vervolgens de clusters te verbinden worden de aanvoer van grondstoffen en afvoer van producten gebundeld. Hierdoor ontstaan intensieve vervoersstromen die de totale transportbehoefte doen afnemen en het draagvlak voor andere modaliteiten vergroot.
Duurzaamheid als 'rode draad'
Leidend in de ontwikkeling van het Klavertje 4-gebied is duurzame ontwikkeling, geïnspireerd door C2C-principes. Behoud en versterking van bestaande kwaliteiten en het ontwikkelen van een aantrekkelijk gebied voor (nieuwe) bedrijven, bewoners en bezoekers van het gebied staan hierbij centraal.
C2C als ontwikkelingsfilosofie
Duurzaamheid in gebiedsontwikkeling kent vaak een insteek vanuit milieu, waarbij de gedachte 'minder slecht' vaak centraal staat. Bij de ontwikkeling van het Klavertje 4-gebied gaan de gemeenten en de provincie verder door in plaats van minder slecht, goed te willen doen. Aan de invulling van deze ambitie ligt duurzame ontwikkeling geïnspireerd door de C2C-principes ten grondslag: eco-effectiviteit.
In de natuur bestaat geen afval. Planten en dieren die zijn gestorven vormen voedsel voor nieuw leven. Dit in tegenstelling tot onze producten die, als ze aan het einde van hun leven zijn, 'verdwijnen' op de vuilnisbelt, of erger nog, in de natuur. C2C is een filosofie die de natuurlijke levenscyclus terugbrengt in productieprocessen. Het is een economische filosofie waarin eco-effectief ontwikkelen uitgangspunt is. Om eco-effectief te kunnen ontwikkelen, is het creëren van continue kringlopen (primair biologisch, maar zeker ook technologisch) essentieel, waarbij een meerwaarde wordt gerealiseerd in onder andere sociaal, ecologisch en financieel opzicht. In plaats van eco-efficiënt (minder slecht), is het streven gericht op het toevoegen van waarde op alle aspecten.
Dit biedt economische kansen, het bevordert innovatie en benadert duurzame ontwikkeling vanuit economisch perspectief. De duurzaamheidsfilosofie is daarmee een economische filosofie, die veel aandacht heeft voor sociale en ecologische belangen. Mogelijk dat profit zelfs het meest interessant is: er zal immers door (private) partijen vooral in duurzaamheid worden geïnvesteerd als ze er zelf (financieel) beter van worden.
Kortom, duurzame ontwikkeling van het Klavertje 4-gebied zal leiden tot het behalen van een hoger profijt voor iedereen. De oplossing ligt hierbij vaak in het slim organiseren van processen, ketens en producten: het hernieuwd vinden van de balans in economisch, ecologisch en sociaal opzicht.
Economische, ecologische en sociale aspecten in balans: creëren van kwaliteit
Door duurzaamheid – geïnspireerd door de C2C-principes – als 'rode draad' te hanteren spelen de drie gemeenten en de provincie actief in op de complexe samenhang tussen economische, ecologische en sociale opgaven (zie paragraaf 2.4).
Bij de ontwikkeling van het Klavertje 4-gebied is het streven kwaliteit te ontwikkelen in drie dimensies: gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Bij gebruikswaarde gaat het om het functionele gebruik van het gebied en bij belevingswaarde om de subjectieve beleving (uiterlijk van de openbare ruimte). Gezamenlijk vormen de gebruikswaarde en belevingswaarde het begrip leefbaarheid. Toekomstwaarde betreft de mate waarin gebruikswaarde en belevingswaarde van functies ook in de toekomst zijn geborgd (zijn de functies bijvoorbeeld dynamisch genoeg om zich aan te passen aan veranderende wensen en behoeften?). Door gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde centraal te stellen – waarbij expliciet gebruik wordt gemaakt van de kwaliteiten van het gebied – komen economische, ecologische en sociale aspecten aan de oppervlakte en wordt een basis gelegd voor duurzame ontwikkeling en integrale oplossingen.