direct naar inhoud van 5.5 Water
Plan: Projectbesluit splitsing van Rijswick Tienray
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.PBTRSPOORSTRAAT68-OH01

5.5 Water

Hieronder wordt beschreven de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. De ontwikkelingen aan de Spoorstraat 68 hebben niet in betekende mate invloed op de waterkundige situatie in het plangebied. De locatie is niet gesitueerd in een waterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. Het afvalwater zal met voorgestane ontwikkeling nauwelijks toenemen. De extra woning zal aansluiten op de bestaande gemeentelijke riolering. Het afvalwater zal hierop worden afgevoerd. Omdat de ontwikkelingen plaats vinden binnen de grenzen van de bestaande bebouwing zal deze niet leiden tot een toename van het verharde oppervlakte. Zodoende zal de hemelwaterafvoer niet toenemen. Bovendien zal de hemelwaterafvoer separaat plaatsvinden van het afvalwater.

Het hemelwater zal infiltreren in het projectgebied volgens onderstaande dimensionering.

Binnen het projectgebied vindt geen toename van het afvoerend verhard oppervlak plaats. Desondanks wordt het af te splitsen woongedeelte infiltreren binnen het plangebied. De afkoppeling bedraagt ca. 100 m2. Door de initiatiefnemer is gekozen om het hemelwater te laten infiltreren binnen het projectgebied. Hiertoe zal een infiltratiesloot worden aangelegd op het perceel. De Kwaarde (geeft de mate van infiltratiegeschiktheid aan) van het projectgebied bedraagt volgens de kaart inzake de bodemdoorlatendheid (Kwaarde) van het waterschap 0,450,75 m/dag. De onderhavige gronden zijn derhalve meer dan gemiddeld geschikt voor waterinfiltratie. Bij de bepaling van de capaciteit/kwantiteit van de gekozen infiltratievoorziening wordt uitgegaan van een neerslaggebeurtenis T=10. Aangenomen wordt dat bij een dergelijke bui 32,6 mm neerslag valt in 1 uur en 42,9 (afgerond 43) mm in 4 uur. De te realiseren waterbergingsruimte kan dan berekend worden door de toename van het afvoerend verhard oppervlak (m2) te vermenigvuldigen met 0,043 m.

Verder voorziet het project in een voorziening bij een extreme neerslaggebeurtenis. Hierbij is een neerslaggebeurtenis van T= 100 maatgevend, waarbij uitgegaan wordt van een bui van 84 mm met een duur van 2 dagen, waarbij er niets kan infiltreren. De te realiseren waterbergingsruimte kan dan berekend worden door de toename van het afvoerend verhard oppervlak (m2) te vermenigvuldigen met 0,084 m.

Kwantiteitsberekening en infiltratietijd Neerslag T=10 43 mm neerslag/m2 Neerslag T=100 84 mm neerslag/m2

Te infiltreren: 100 m2 x 0,043 m = 4,3 m3 Te infiltreren: 100 m2 x 0,084 m = 8,4 m3 Gekozen wordt voor een infiltratiesloot waardoor zowel een neerslaggebeurtenis T=10 als T=100 kan worden opgevangen. Door deze voorziening met een oppervlakte van circa 20 m² aan te leggen met een diepte van 0,5 meter, wordt een infiltratievoorziening met een kwantiteit van 10 m3 gerealiseerd. Deze infiltratievoorziening is derhalve voldoende groot om een bui van T=100 te bergen.