direct naar inhoud van 4.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Projectbesluit splitsing van Rijswick Tienray
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.PBTRSPOORSTRAAT68-OH01

4.3 Gemeentelijk beleid

Zoals onder 3.1 reeds aangehaald kan niet worden uitgegaan van de wijzigingsbevoegdheid om reden dat niet het gehele agrarische bouwblok in de wijziging kan worden betrokken, zijn de uitgangspunten uit de wijzigingsbevoegdheid gehanteerd als gemeentelijk beleid. Als toetsingskader is gekeken naar deze voorwaarden om toepassing te kunnen geven aan de wijzigingsbevoegdheid. Op basis van deze uitgangspunten heeft B&W het principeakkoord genomen.

De voorwaarden en het tegemoet komen aan de voorwaarden wordt hierna nader gemotiveerd.

Het blijvend onttrekken van het bedrijfscomplex aan de agrarische bedrijfsvoering

Het betreft hier een voormalig agrarisch bedrijf. De agrarische bedrijfsvoering is reeds onttrokken. Vanwege de omvang van het complex en de ligging in de kern/bebouwde kom van Tienray en de nabijheid van meerdere woningen is het niet meer bruikbaar of zou bruikbaar kunnen worden gemaakt voor een hedendaagse agrarische bedrijfsvoering. Bovendien kan het bevoegd gezag na de bestemmingsplanwijziging d.m.v. de coördinatie regeling tussen Wet Milieubeheer en de inmiddels nieuwe Wro hieraan goedkeuring onthouden.  

Geen onevenredige aantasting van aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het betreffende complex;

Er is sprake van een bestaand complex waarbij de huidige feitelijke functies wonen en erf gehandhaafd blijven. Landschappelijke aantasting zal dan ook niet plaatsvinden. Door het uiteindelijk in goede en bewoonbare staat brengen met respect voor de aanwezige cultuurhistorische en architectonische details zal eerder een versterking plaatsvinden. Dit zal bij de welstandstoets in het kader van de aanvraag bouwvergunning aan de orde komen.  

Het gebruik als woondoeleinden moet vanuit een goed woonmilieu aanvaardbaar zijn;

De woningwet en de daaraan gekoppelde besluiten voorzien in een goed woonmilieu. De aan te vragen bouwvergunning zal worden getoetst aan wettelijke voorwaarden waardoor een goed woonmilieu is gegarandeerd. Ook door de omliggende (agrarische) bedrijven zijn er geen belemmeringen waardoor ook op grond van de ligging in zijn omgeving een goed woonmilieu is gegarandeerd.  

De bouwmassa niet wordt vergroot;

De bouwmassa blijft gelijk en wordt dus niet vergroot. Voorts zal d.m.v. het aanvragen van een sloopvergunning gelijktijdig met het aanvragen van de bouwvergunning voor het af te splitsen gedeelte m.b.t. de bijgebouwen worden voldaan aan de bebouwingsvoorschriften voor woondoeleinden W. Er zal sloop van bestaande bijgebouwen plaatsvinden volgens bijlage. Er resteert vervolgens 250 m2 aan bijgebouw (100 m2 voor de af te splitsen woning en 150 m2 voor de bestaande woning).  

De aangrenzende waarden en functies welke het bestemmingsplan beoogt te beschermen, mogen niet onevenredig worden aangetast hetgeen o.a. wil zeggen, dat er geen verzwaring mag optreden van de op grond van de Wet Milieubeheer te stellen normen en eisen;

De huidige woning vormt gezien de ligging en afstanden tot omliggende waarden en functies voor deze waarden en functies geen belemmering. De nieuwe woning komt verder van deze waarden en functies te liggen. Hierdoor zal geen sprake zijn van aantasting en zeker niet van onevenredige aantasting of verzwaring. In de nabijheid is sprake van een drietal bedrijven. Een veehouderijbedrijf aan de Spoorstraat 71 en inrichtingen welke onder het activiteitenbesluit vallen op Spoorstraat 66 en Spoorstraat 61. De afstand en omvang van deze inrichtingen tot de gewenste ontwikkelingen zijn ruim voldoende om geen verzwaring op zal treden van normen of eisen voor de waarden en functies in de omgeving (ZIE OOK BIJLAGE 1).  

De eventueel resterende gronden van het bestemmingsvlak worden gewijzigd in de aangrenzende agrarische bestemming;

De resterende gronden van het bestemmingsvlak worden gewijzigd in de aangrenzende agrarische bestemming Aln volgens bijgevoegde plankaart  

Het aantal woningen mag niet meer bedraagt dan de reeds aanwezige bedrijfswoning(en), tenzij het betreft gebouwen welke op de bestemmingenkaart nader zijn aangeduid als 'karakteristieke bebouwing' dan wel een duidelijke ruimtelijke kwaliteitsverbetering tot stand wordt gebracht, in welke gevallen het bestaande aantal woningen met één mag toenemen, mits:

  • het bepaalde in artikel 3.02 lid 2 in acht wordt genomen;
  • uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat geen bodemverontreiniging aanwezig is;
  • de provinciale richtcijfers betreffend de toename van de woningvoorraad in acht worden genomen.

Omdat het hier een complex betreft waarvan de ruimtelijke kwaliteitsverbetering plaats zal vinden door de architectonische opwaardering van het complex mag het aantal woningen met één toenemen. Het bepaalde onder 3.02 lid 2 zal in acht worden genomen en zal onderdeel uitmaken van de bouwvergunningprocedure. Het betreft de berekening van de geluidsbelasting op de gevel en een bodemonderzoek i.v.m. eventuele bodemverontreiniging. De toename van de woningvoorraad wordt niet meer opgenomen in provinciale richtcijfers. De provincie Limburg gaat er van uit dat de regio/gemeenten dit zelf op kan lossen. Uitgangspunt hierbij is voldoende differentiatie in het woningaanbod, evenwicht in de woningmarkt en een soepel verloop van de woningmarktontwikkeling. De regio Venray waarvan ook MeerloWanssum onderdeel uitmaakt heeft hiervoor een “Regionale Woonvisie 2005” opgesteld. Zoals eerder in dit document is beoordeeld past het initiatief binnen de regionale woonvisie.