Projectbesluit splitsing van Rijswick Tienray

3.2 Procedure

Het betreft hier een bestemming waarvan slechts het aangevraagde gedeelte volgens de plankaart in privaatrechtelijk eigendom is. De overige perceelsgedeeltes binnen de vigerende bestemming zijn al lange tijd niet

De in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen van de bestemming “Agrarische doeleinden, bouwperceel” kan niet toegepast kan worden. De wijzigingsbevoegdheid ziet namelijk op het wijzigen van de volledige bestemming “Agrarische doeleinden, bouwperceel” in een woonbestemming en dat kan niet meer omdat voor een deel van het perceel vrijstelling is verleend ten behoeve van bedrijfsdoeleinden en dit niet strookt met het vrijstellingsbesluit om het perceelsgedeelte van Bokual ook te wijzigen in een woonbestemming. Het volledige bouwblok kan dus niet in de wijziging worden betrokken om reden dat een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO voor een deel van het perceel is gevolgd.

Derhalve kan de bestemmingsplanwijziging niet plaatsvinden binnen het plan en dient een procedure te worden gevolgd ingevolge artikel 3.10 Wro. In beginsel zijn wel de uitgangspunten uit de wijzigingsbevoegdheid (2.2 wijzigingsbevoegdheid) gehanteerd als gemeentelijk beleid. Hierop was tevens het principeverzoek aan B&W gebaseerd. Na de puntsgewijze behandeling uit de wijzigingsbevoegdheid volgen de overige afwegingen (2.3 overige afwegingen) per aandachtsgebied op basis van een goede ruimtelijke ordening.