Over de beek 1a te Tienray

De gemeenteraad of B&W (indien de bevoegdheid aan B&W is gedelegeerd) kan ten behoeve van de verwezenlijking van onderhavig plan een projectbesluit nemen. Het ontwerp-projectbesluit is samen met de ontwerp-bouwvergunning (fase 1) ter inzage gelegd en inmiddels vastgesteld.

Op de voorbereiding van een projectbesluit omtrent ontheffing (projectbesluit) op grond van artikel 3.11 Wro is afdeling 3.4 Awb van toepassing, met dien verstande dat :

• de kennisgeving, bedoeld in art 3:12 van die wet, tevens in de Staatscourant wordt geplaatst en voorts langs elektronische weg geschiedt, en het ontwerp met de hierbij behorende stukken langs elektronische weg wordt beschikbaar gesteld;
• de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, onder a, gelijktijdig met de daar bedoelde plaatsing lang de elektronische weg wordt toegezonden aan de diensten van het Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het besluit in het geding zijn, aan de betrokken waterschapsbesturen en aan de besturen van bij het besluit een belang hebbende gemeente;
• kennisgeving tevens geschiedt aan diegenen die in de kadastrale registratie staan vermeld als eigenaar van de in de ontwerpbesluiten begrepen gronden of als beperkt gerechtigde op die gronden;
• door een ieder zienswijzen omtrent de ontwerpbesluiten naar voren kunnen worden gebracht;
• binnen 12 weken na de termijn van terinzageligging wordt beslist omtrent vaststelling van het projectbesluit.
• Tot een afwijzing besluit de gemeenteraad zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag

Wettelijk vooroverleg

De vooraankondiging van de voorbereiding van de projectbesluitprocedure als bedoeld in artikel 1.3.1 Bro heeft middels publicatie d.d. 12 augustus 2010 in het gemeentelijk huis-aan-huisblad en op de gemeentelijke website plaatsgevonden.

In het kader van het wettelijk vooroverleg ex artikel 5.1.1 Bro zijn de stukken voorgelegd aan provincie, rijk en waterschap.

Opmerkingen in het kader van het wettelijk vooroverleg

Provincie Limburg:

De provincie Limburg heeft op 8 september 2010 gereageerd en een aantal opmerkingen gemaakt (bijlage 9).

“Geconcludeerd is dat er geen zicht is op een natuurbeschermingswet 1998- vergunning aangezien er niet wordt aangetoond dat er geen sprake is van toename in stikstofdepositie in omliggende Natura 2000 gebieden”.

Uit deze onderbouwing blijkt dat een afname van ammoniakdepositie gerealiseerd wordt waarmee deze opmerking weerlegd kan worden. Deze berekeningen zijn toegevoegd (bijlage 7). In reactie op deze berekening heeft de provincie alsnog geconcludeerd dat er zicht is op een natuurbeschermingswet 1998-vergunning.

“Het plan is niet voorzien van een BOM+ advies van de BOM+ adviescommissie terwijl dit in verband met het overschrijden van de referentiemaat wel een vereiste is. Het plan is beoordeeld op een goede landschappelijke inpassing en dat is het geval”.

De voorgestelde landschappelijke inpassing is goedgekeurd door de provincie (bijlage 9)

Door de Provincie wordt aangegeven dat toetsing aan de ‘Aankondiging verordening Veehouderij en Natura 2000’ niet heeft kunnen plaatsvinden.

Deze toetsing hoeft niet plaats te vinden aangezien de bouwvergunning en milieuvergunning vóór 23 juli 2010 zijn ingediend. De verordening is derhalve niet van toepassing.

Door de Provincie is eveneens aangegeven dat bij de beoordeling van de paragraaf Flora en Fauna is gebleken dat de uitwerking te summier is en dat een recente quickscan flora en fauna ontbreekt.

In antwoord hierop is door Faunaconsult in oktober 2010 een quickscan flora en fauna uitgevoerd (bijlage 11). Uit de quickscan blijkt dat er ten behoeve van onderhavige ontwikkeling geen belemmeringen zijn.

Ministerie van VROM:

Het ministerie van VROM heeft op 8 september 2010 gereageerd (bijlage 10). “Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB”.

Zienswijzen:

De Provincie Limburg heeft bij brief verzonden op 30 november 2010 schriftelijk (bijlage 13) als volgt gereageerd:

“De beoordeling van het ontwerp-projectbesluit geeft ons geen aanleiding tot het indienen van een zienswijze”.