direct naar inhoud van Hoofdstuk 1 Inleiding
Plan: Over de beek 1a te Tienray
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.PBTROVERDEBEEK1A-OH01

Hoofdstuk 1 Inleiding

Fam van Lijssel, Over de Beek 1a, te Tienray heeft een vleesvarkenshouderij en vleeskuikenshouderij. Het bedrijf wil doorontwikkelen met het oog op een goed toekomstperspectief voor bedrijf en gezin. Daarnaast zijn de komende jaren aanpassingen noodzakelijk aan de huisvesting van de varkens, gelet op nieuwe wetgeving in het kader van milieu en dierwelzijn.

Momenteel worden zo’n 2.300 vleesvarkens en 59.000 vleeskuikens op het bedrijf gehouden. De huisvesting van de dieren vindt plaats aan de oostzijde van de weg Over de beek. Aan de oostzijde van de bestaand bebouwing heeft fam van Lijssel gronden liggen waarop een eventuele uitbreiding zou kunnen plaatsvinden. De werkzaamheden op het bedrijf worden door eigenaren voornamelijk zelf gedaan.

Het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ is vastgesteld op 31 augustus 1999, (deels) goedgekeurd op 4 japril 2000 en de partiële herziening van het bestemmingsplan ‘Buitengebied ex artikel 30 WRO/Actualisering’, vastgesteld op 24 september 2007, goedgekeurd op 22 april 2008.

In de partiële herziening van het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheid is in beginsel ten behoeve van uitbreidingen tot maximaal 1,5 hectare. De oppervlakte waarop onderhavig initiatief betrekking heeft is groter dan deze referentiemaat. Echter, van deze maat kan afgeweken worden middels toepassing van POL-aanvulling ‘Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering (Limburgs Kwaliteitsmenu).

Het plan past echter niet binnen de bouwvoorschriften welke zijn opgenomen voor de bestemming ‘Agrarische doeleinden, bouwperceel’. De hoogte van de nieuwe stal bedraagt namelijk ruim 10 meter waar maximaal 6 meter mogelijk is. Derhalve zal middels een projectbesluitprocedure het vigerende bestemmingsplan buiten toepassing worden gelaten. Het vastgestelde projectbesluit wordt bij een eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan opgenomen.

Ten behoeve van de medewerking aan het onderhavige plan is in ieder geval een goede ruimtelijke onderbouwing vereist. Hieronder wordt daar nader op ingegaan.

Ruimtelijke Onderbouwing

Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen en gevolgen van het betreffende project dient in de ruimtelijke onderbouwing aandacht besteed te worden aan de volgende aspecten:

1. Een beschrijving van het projectgebied;

2. De geldende planologische situatie;

3. De toetsing aan rijks-, provinciaal en gemeentelijk/regionaal beleid;

4. Duurzame stedenbouw/duurzaam bouwen;

5. De ruimtelijke effecten van het project op de omgeving;

6. Een verantwoording van de economische uitvoerbaarheid.

7. Toetsing aan milieuregelgeving

8. Flora en Fauna wet

9. Archeologie

10.Waterparagraaf

Afhankelijk van de aard en omvang van het project, de mate van ingrijpendheid, de actualiteit van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en de relevantie voor het ruimtelijk beleid van de andere overheden, zal de onderbouwing van de verschillende aspecten uitgebreid of minder uitgebreid zijn.