Plan: | Projectbesluit Onkelweg 14 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.PBMLONKELWEG14-OH01 |
Door de vaststelling van de beleidsregel Limburgs Kwaliteitsmenu in januari 2010 en de POL-aanvulling 'Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering in december 2009 is de POL-uitwerking BOM+ komen te vervallen. Vanaf dat moment is het Limburgs Kwaliteitsmenu van kracht geworden. Onderhavig plan is destijds getoetst op basis van BOM+ de voorloper van het Limburgs Kwaliteitsmenu.
Limburgs Kwaliteitsmenu
De agrarische sector maakt als sinds mensenheugenis onderdeel uit van het Nederlandse landschap en heeft grote delen van ons landschap gevormd. Door de verdergaande mechanisering en schaalvergroting in de (internationale) landbouw worden ook de landbouwbedrijven in onze provincie gedwongen mee te groeien om hun positie te kunnen behouden. Dat betekent dat er bedrijven zullen verdwijnen, maar ook dat overblijvende bedrijven zullen groeien.
De wens om te groeien kan op gespannen voet staan met de wens om de kwaliteit van het bestaande landschap te behouden. Met name grootschalige bedrijven kunnen een inbreuk in het landschap vormen. Om zowel de ontwikkeling van landbouwbedrijven te blijven faciliteren alsook de kwaliteit van het landschap te verbeteren worden landschappelijke maatregelen en eventueel verdergaande kwaliteitsverbeterende maatregelen gevraagd van agrarische bedrijven die willen uitbreiden of die zich nieuw willen vestigen. Voor bedrijven in de intensieve veehouderij en in de glastuinbouw geldt daarbij een concentratiebeleid. Niet grondgebonden bedrijven worden gestimuleerd om zich zo veel mogelijk in concentratiegebieden en landbouwontwikkelingsgebieden te vestigen. Nieuwvestiging op zogenaamde solitaire locaties is uitgesloten. Het beleid voor agrarische nieuwvestiging en uitbreiding is een vervolg op het BOM+ beleid.
Module voor agrarische nieuwvestiging en uitbreiding
De module voor agrarische nieuwvestiging en uitbreiding van agrarische bedrijven is van toepassing op agrarische bedrijven, agrarische hulp- en nevenbedrijven, boomkwekerijen, paardenhouderijen en hoveniersbedrijven e.d. Specifiek voor glastuinbouwbedrijven geldt aanvullend de module uitbreiding glastuinbouw.
Nieuwvestiging en uitbreiding van agrarische bedrijven is alleen toegestaan na een ruimtelijke afweging en onder voorwaarde dat de agrarische bedrijven een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving middels inpassing en kwaliteitsverbetering. Bij nieuwvestiging dient de agrariër op basis van een bedrijfsontwikkelingsplan aan te tonen dat zijn bedrijf, op termijn, volwaardig is. De kwaliteitsverbetering is maatwerk op basis van aard en omvang van de ontwikkeling en de waarde van de omgeving.
Als basis geldt voor elke ontwikkeling met betrekking tot bouwen, bouwwerken en verharding van agrarische bedrijven dat:
In geval van:
geldt naast de basis ook een aanvullende kwaliteitsverbetering. Onderdeel van deze kwaliteitsverbetering is sloop van bebouwing, aanleg van nieuwe natuur of landschap en andere kwaliteitsverbeterende maatregelen. Indien aanvullende kwaliteitsverbeterende maatregelen aan de orde zijn, dient in ieder geval de volledige kavel te worden ingepast (bij het basispakket hoeft alleen de uitbreiding ingepast te worden). Bij nieuwvestiging zal er dus naast het basispakket (water) en een volledige inpassing ook altijd een kwaliteitsverbetering in de vorm van sloop van bebouwing of aanleg van natuur of landschap aan de orde zijn.
Bij landschappelijke inpassing kan gewerkt worden met het landschapskader Noord en Midden Limburg. In de module landbouw is het in het algemeen wenselijk om de ontwikkelingen en de kwaliteitsverbeterende maatregelen zo veel mogelijk op de ontwikkelingslocatie te koppelen aan de effecten van de locatieontwikkeling. De maatregelen vinden op het bedrijf zelf plaats of er in de directe omgeving (sloop, aanleg natuur etc). Bij landbouwontwikkelingsgebieden (LOG's), concentratiegebieden én bij projectvestigingsgebieden moet overigens ook rekening gehouden worden met infrastructuur en gemeenschappelijke voorzieningen. Wanneer het niet mogelijk of beleidsmatig wenselijk is om de voorzieningen ter plekke uit te voeren kan dit ook elders gebeuren. Waarbij het voor het draagvlak van belang is om de voorkeursvolgorde aan te houden dat als eerste wordt gekeken naar de directe fysieke maatregelen op de kavel(s), daarna naar directe fysieke maatregelen in de omgeving en als laatste naar een bijdrage in fondsen. Daarbij kan de geldelijke waarde van de normaal gebruikelijke inpassing van de bouwkavel gebruikt worden als bijdrage aan het fonds of de ontwikkeling elders. Door de gemeente kan deze waarde bepaald worden.
Initiatief EuroTree Horst
In onderhavige situatie is sprake van een bedrijfsuitbreiding van een boomkwekerij met een verwerkingsruimte en kantoorruimte. De geplande nieuwbouw wordt landschappelijk ingepast en er worden voorzieningen getroffen voor het oplossen van de hemelwaterproblematiek welke veroorzaakt kan worden door deze nieuwbouw. Door de Groenmeester van de gemeente Horst aan de Maas is in samenwerking met initiatiefnemer een groenschets opgesteld. De volledige groenschets inclusief beschrijving en garantieovereenkomst is als bijlage 1 bijgevoegd.
De navolgende maatregelen worden getroffen:
De maatregelen worden uitgebreid beschreven in de opgesteld groenschets welke opgenomen is in de bijlage 1. Vanuit de gemeente is reeds ingestemd met betreffende groenschets.
Deze groenschets is ruim voldoende in relatie tot de kwaliteitsverbetering zoals bedoeld in het Limburgs Kwaliteitsmenu. Derhalve kan medewerking verleend worden aan het initiatief. Ten behoeve van de waarborging van de uitvoering van het plan is een Garantieovereenkomst landschappelijke inpassing opgesteld tussen initiatiefnemer en gemeente Horst aan de Maas.