direct naar inhoud van Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: 150 KV Station Projectvestiging glastuinbouw Californië
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.PBHOHORSTERWEG-OH01

Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van een bovengrondse hoogspanningslijn 150 KV.

5.2 Bouwregels

Binnen deze dubbelbestemming mogen gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals hoogspanningsmasten, ten behoeve van deze dubbelbestemming worden gebouwd.

5.3 Aanlegvergunning

Het is verboden op de tot Leiding - Hoogspanningsverbinding bestemde grond, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;

a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;

b. het aanbrengen van bovengrondse en of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en/of apparatuur;

c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;

d. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld -en weghoogte;

e. het onder 5.3.a vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:

1. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de hoogspanningsverbinding;

2. van ondergeschikte betekenis;

3. binnen het kader van een normale bodemexploitatie en bodemgebruik;

4. het rooien of vellen van hoogopgaande beplantingen of bomen met het doel de voor de bedrijfsvoering vereiste veilige afstand tot de geleiders van de bovengrondse leiding te waarborgen;

5. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.

f. de werken en werkzaamheden als bedoeld onder 5.3.e zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de hoogspanningsverbinding en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan;

g. alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 5.3.a wordt het advies ingewonnen van de leiding beheerder / directeur van het energiebedrijf.