Plan: | 150 KV Station Projectvestiging glastuinbouw Californië |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.PBHOHORSTERWEG-OH01 |
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen waaronder begrepen een 150 KV-station, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 Wet geluidhinder jo. artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van de Wet milieubeheer en met uitzondering van inrichtingen vallende onder artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
De voor ´Bedrijf - Nutsvoorziening´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
a. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
b. parkeer- stallings- en verkeersvoorzieningen;
c. groenvoorzieningen;
d. retentie- en infiltratievoorzieningen,
voor zover behorende bij en ondersteunend aan de onder 3.1 genoemde functies.
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
b. de bouwhoogte binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 5,5 meter
c. het bouwen van ondergrondse bouwwerken binnen het bouwvlak is toegestaan;
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
a. de hoogte van masten voor bliksembeveiliging mag maximaal 21 meter bedragen;
b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 meter bedragen;
c. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 15,5 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
1. de verkeersveiligheid;
2. de milieusituatie;
3. de sociale veiligheid;
4. de brandveiligheid;
5. ruimtelijke, ecologische of landschappelijke inpassing;
6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen ten behoeve van:
1. de brandveiligheid;
2. de milieusituatie;
3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 3.2.1 en een bouwhoogte toestaan tot 8,5 meter mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de verkeersveiligheid;
c. de sociale veiligheid;
d. de milieusituatie;
e. de brandveiligheid;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.