| Plan: | TAM-omgevingsplan Tienrayseweg 24, Horst |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.HOTIENRAYSEWEG24-BPO1 |
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van de ontwikkeling op de locatie 'Tienrayseweg 24, Horst' en is als nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22j) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Horst aan de Maas. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22j van het omgevingsplan van de gemeente Peel en Maas. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22j' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22j' gelezen worden.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I van het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk.
Het TAM-omgevingsplan Tienrayseweg 24, Horst met identificatienummer NL.IMRO.1507.HOTIENRAYSEWEG24-BPO1 van de gemeente Horst aan de Maas.
Het omgevingsplan van de gemeente Horst aan de Maas.
Een onderneming welke gevestigd is of kan zijn in een woning en die toebehoort aan een natuurlijk persoon, welke in de betreffende woning woont en die maximaal 2 medewerkers in dienst heeft, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de onderneming de ruimtelijke uitstraling van de woonfunctie niet aantast. De hoofdactiviteit hoeft niet in of bij de woning te worden uitgevoerd.
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, therapeutisch, juridisch, (para)medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied en tevens een kapsalon/schoonheidssalon, of hiermee gelijk te stellen beroep dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, door één van de bewoners van de woning kan worden uitgeoefend, waarbij de ruimtelijke uitwerking of uitstraling van de woning inclusief bijgebouwen behouden blijft. In bijlage 1 is een niet-limitatieve lijst opgenomen wat onder andere als aan huis gebonden beroep wordt aangemerkt.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waaronder mede begrepen houtteelt, en/of het houden van dieren, een en ander met dien verstande dat:
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
Een agrarisch bedrijf gericht op de teelt van houtige gewassen en/ of vaste planten.
Werk niet zijnde een bouwwerk bestaande uit grond afgedekt met plastic, antiworteldoek en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen, ten behoeve van de teelt van gewassen, op welke afdeklaag de gewassen worden geteeld in potten.
Een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor dagrecreatie van niet-commerciële aard die overwegend is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden of kanovaren, met de daarbij behorende ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes
Een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond.
Een gebouw, bestaande uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal dienend tot het kweken of trekken van bomen, vruchten, bloemen of planten.
Indeling van bedrijven opgesteld door VNG op basis van belasting van het milieu. De milieucategorie van een bedrijf hangt af van geur, stof, geluid, gevaar, verkeer of visuele aspecten. De milieucategorie loopt op van lichte bedrijvigheid (categorie 1) tot zware industrie (categorie 6).
Een teeltondersteunende voorziening met een overwegend open karakter, waarbij geen sprake is van voor-, zij- of achterwanden, maar ten hoogste van een overkapping.
Voorzieningen en/of constructies, inclusief containervelden, met als doel het gewas te forceren tot meer groei en/of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weersinvloeden, ziekten en plagen, hetgeen leidt tot een betere kwaliteit van het product. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in:
Elke bewerking van een agrarisch product die een product oplevert dat nog steeds een agrarisch product is, met uitzondering van de activiteiten op het agrarisch bedrijf die nodig zijn om een dierlijk of plantaardig product klaar te maken voor verkoop aan consumenten.
een (agrarisch) bedrijf waaruit een zelfstandig en reëel inkomen voortkomt voor minimaal één huishouden;
(bedrijfs)woningen inclusief tuinen en erven, sport- en recreatievoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen;
gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
Een maatschappelijke voorziening waar door personen die niet zelfstandig kunnen werken en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren voortbrengen.
De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in het derde lid.
De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie Tienrayseweg 24, Horst', waarvan de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.HOTIENRAYSEWEG24-BPO1 zoals vastgelegd op www.ruimtelijkeplannen.nl.?
De meet- en rekenbepalingen, in aanvulling op a bedoeld in artikel 22.24 van dit omgevingsplan, en de volgende meet- en rekenbepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde van artikel 3.1 t/m 3.6.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorsteen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane-grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel, niet de voor- en achterzijde zijnde, en het eigendom van derden, waar de afstand het kortste is.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.?
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Agrarisch met waarden'.
Een als 'Agrarisch met waarden' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met de daarbij behorende:
De maatvoering voor gebouwen en bijbehorende bouwwerken is als volgt:
| Bedrijfsgebouwen | Min. | Max. |
| Goothoogte | n.v.t. | 7 m |
| Bouwhoogte | n.v.t. | 14 m |
| Afstand kassen tot de woning van derden | 25 m | n.v.t. |
| Het aantal bouwlagen van stallen ten behoeve van huisvesting van vee | n.v.t. | 1 |
| Bedrijfswoning | ||
| Goothoogte | n.v.t. | 7 m |
| Bouwhoogte | n.v.t. | 11 m |
| Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
| Inhoud | n.v.t. | 1.000 m³ |
| Aangebouwde bijbehorende bouwwerken en carports bij bedrijfswoningen | ||
| Goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
| Bouwhoogte | n.v.t. | 6 m |
| Afstand carports achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 0 m, carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd | n.v.t. |
| Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 1 m | n.v.t. |
| Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoning in het geval dat de bedrijfswoning meerdere naar de weg gekeerde gevels kent | 3 m | n.v.t. |
| Afstand overige bijbehorende bouwwerken tot het openbaar gebied in het geval van een hoeksituatie | 1 m | n.v.t. |
| Totale gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken | n.v.t. | 150 m² |
| Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen | ||
| Goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
| Bouwhoogte | n.v.t. | 6 m |
| Afstand carports achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 0 m, carports mogen tot 1 m voor de voorgevel worden gebouwd | n.v.t. |
| Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoning | 1 m | n.v.t. |
| Afstand overige bijbehorende bouwwerken achter de voorgevel van de bedrijfswoning in het geval dat de bedrijfswoning meerdere naar de weg gekeerde gevels kent | 3 m | n.v.t. |
| Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens | 2,5 m | n.v.t. |
| Afstand tot de bedrijfswoning | n.v.t. | 40 m |
| Totale gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken | n.v.t. | 150 m² |
De maatvoering voor teeltondersteunende voorzieningen is als volgt:
| Teeltondersteunende voorzieningen | Min. | Max. |
| Bouwhoogte permanente teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak, anders dan kassen of ondersteunend glas | n.v.t. | 12 m |
| Goothoogte kassen of andere permanente teeltondersteunende voorzieningen met glas binnen het bouwvlak | n.v.t. | 7,5 m |
| Bouwhoogte kassen of andere permanente teeltondersteunende voorzieningen met glas binnen het bouwvlak | n.v.t. | 12 m |
| Bouwhoogte kassen of andere permanente teeltondersteunende voorzieningen met glas buiten het bouwvlak | n.v.t. | 3 m |
| Bouwhoogte tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak | n.v.t. | 4 m |
| Oppervlakte teeltondersteunende kassen binnen het bouwvlak | n.v.t. | 5.000 m2 |
| Afstand teeltondersteunende voorzieningen tot de zijdelingse perceelsgrens | 2,5 m | n.v.t. |
| Afstand teeltondersteunende voorzieningen tot de woning van derden | 25 m | n.v.t. |
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
| Bouwhoogte van bouwwerk, geen gebouwen zijnde | Min. | Max. |
| Sleufsilo | n.v.t. | 4 m |
| Overige silo's en hooibergen | n.v.t. | 15 m |
| Erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak | n.v.t. | Voor voorgevelrooilijn: 1 m Achter de voorgevelrooilijn: 2 m |
| Schoorstenen | n.v.t. | 14 m |
| Omheiningen ten behoeve van paardenbakken | n.v.t. | 1,3 m |
| Lichtmasten ten behoeve van paardenbakken, met dien verstande dat er maximaal 4 lichtmasten per paardenbak zijn toegestaan | n.v.t. | 6 m |
| Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak | n.v.t. | 8 m |
| Erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak | n.v.t. | 1 m |
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en met inachtneming van de regels zoals deze gesteld zijn in het Gemeentelijk KwaliteitsMenu.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3 ten behoeve van het ophogen van de maximale hoogte voor erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1 ten behoeve van het oprichten van lage teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1 ten behoeve van het oprichten van hoge teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1 ten behoeve van de bouw van silo's, sleufsilo's en hooibergen buiten het bouwvlak, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3 ten behoeve van de bouw van bouwwerken buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3 ten behoeve van de bouw van bouwwerken ten behoeve van bestaande dan wel middels omgevingsvergunning als bedoeld in 6.7.4 toegestane paardenbakken buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Onder gebruik in strijd met deze functie wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de functieomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het oprichten van nieuwe gebouwen is toegestaan als de te ontwikkelen nieuwe natuur, die voorwaarde is voor de landschapsontwikkeling, is gerealiseerd vóór ingebruikname van de nieuwe bebouwing en vervolgens zowel kwalitatief als kwantitatief in stand wordt gehouden overeenkomstig bijlage 1 behorende bij deze regels.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van een grotere oppervlakte dan 200 m² aan agrarische nevenactiviteiten bij een agrarisch bedrijf, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2, ten behoeve van kleinschalig kamperen op gronden op of direct grenzend aan een bouwvlak en wel gekoppeld aan het agrarisch bedrijf op het betreffende bouwvlak, met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2, ten behoeve van het toelaten van het wonen, anders dan wonen in een bedrijfswoning, in een voormalige agrarische bedrijfswoning (plattelandswoning), met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van het realiseren van paardenbakken buiten het bouwvlak bij een (bedrijfs)woning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.6.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalige horeca met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.6.1 om kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal 5 recreatiewoningen toe te staan, met dien verstande dat:
Het bepaalde in artikel 13 is van toepassing.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie 4'.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.2 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere functie(s), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Zie artikel 13.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die legaal tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan, uitsluitend conform de bestaande situatie.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw c.q. functiegrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bepaalde, mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van warmte-koudeopslag niet meer bedragen dan de in de bouwregels van de betreffende functie toegestane bouwhoogte van gebouwen.
Onder strijdig gebruik met de functies wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor en/of als:
Open en gesloten systemen die door middel van het isolerend vermogen van de ondiepe bodem energie opwekken, niet zijnde aardwarmte, zijn toegestaan, met dien verstande dat:
In (bedrijfs)woningen en/of bijgebouwen is het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
In (bedrijfs)woningen is het uitoefenen van een bed & breakfast toegestaan, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduidingen in de navolgende tabel zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de bescherming, de ontwikkeling en/of het herstel van de desbetreffende cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden welke zijn opgenomen in de navolgende tabel:
| Aanduiding | Landschaps- en natuurwaarden |
| overige zone - heideontginning | - Open landschap met onderverdeling van de openheid door bomenlanen. - Overwegend patroon van rechte wegen. - Overwegend rechthoekige tot blokvormige verkaveling. - Kunstmatig lage grondwaterstanden. - Bebouwingslinten met wisselende onderlinge afstanden tussen de erven. - Huidige natuurwaarde is beperkt. - Plaatselijk van belang voor vogels (Hooge Heide, Brommer) en amfibieën. - Van nature natte, laag gelegen zandgronden in de natte heide ontginningsgebieden. - Natuurwaarde is gering in de natte heide ontginningsgebieden, met uitzondering van de weilanden die van waarde zijn voor (weide)vogels. - Openheid en landbouwkarakteristiek van het landschap in de natte heideontginningsgebieden behouden en agrarische bebouwing goed verdichten met groen (stevige, strakke erfbelasting). |
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied Venloschol' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water.
Binnen het grondwaterbeschermingsgebied mag worden gebouwd voor zover dat op grond van de onderliggende functie is toegestaan met inachtneming van de voorwaarden, zoals die door de Omgevingsverordening Limburg worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan ten behoeve van vervangende herbouw van bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning tot een grotere oppervlakte dan in het plan is toegestaan, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de hierna genoemde functies of aanduidingen de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
| Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden (*) | |||||||||
| Ter plaatse van de functie/aanduiding | a | b | c | d | e | f | g | h | i |
| Agrarisch met waarden (voor zover gelegen buiten bouwvlakken) | x | ||||||||
| Waarde - Archeologie 4(1) | x | x | x | x | x | x | x | x | |
| overige zone - heideontginning(1) | x | x | |||||||
1 noten: zie artikel 13.2, onder a.
* in de tabel is: x = omgevingsvergunning vereist (activiteit onder voorwaarden mogelijk)
Werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.1 alleen indien door de in lid 13.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Waar een enkelbestemming uit dit plan samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming;
Bij:
dient, indien de omvang of de functie van een gebouw en/of het terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen, of andere voertuigen, in voldoende mate ruimte aanwezig te zijn of aangebracht te worden in, op of onder de bij dat gebouw of terrein behorende gronden of bouwwerken, met dien verstande dat:
Indien de functie van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 en 14.2.2 indien het voldoen aan die bepalingen:
Onder strijdig gebruik met de functies wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van ruimte(n) voor het bepaalde lid 14.2.1 en 14.2.2 anders dan voor parkeren en/of laden en lossen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze regels nodig is.