Plan: | Veegbeheersverordening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.HMVEEGBEHEERSVER-BVV1 |
de Veegbeheersverordening overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.HMVEEGBEHEERSVER-BVV1, met bijbehorende bestanden.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het hoofdzakelijk door de gebruik(st)er van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten of uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door handwerk) in een woning en de daarbij behorende aan- uit- en bijgebouwen, waarbij de woonfunctie en de ruimtelijke uitwerking en uitstraling daarvan behouden blijven. Hieronder worden niet verstaan detailhandel (behalve de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten), horeca en prostitutie.
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied en tevens een kapsalon, dat/die in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er van de woning, waarbij de woonfunctie en de ruimtelijke uitwerking en uitstraling daarvan behouden blijven. Hieronder worden niet verstaan detailhandel (behalve de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten), horeca en prostitutie.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis of daarbij behorend bijgebouw, ondergeschikt aan de woonfunctie en wordt gerund door de bewoner van de betreffende woning.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten. Aan huis verbonden beroepen en bedrijven niet daaronder begrepen.
een woning, in of bij een bedrijf of instelling, bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is; deze woning wordt begrepen onder de bedrijfsgebouwen.
het gedeelte van een gebouw dat gelijk is aan het natuurlijk oppervlak van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aansluitende maaiveld of de gemiddelde hoogte daarvan.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze beheersverordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een bouwwerk dat op het moment van vaststelling van deze verordening bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een (omgevings)vergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van vaststelling is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald en met dien verstande dat onder het voorgaande niet worden begrepen bouwwerken die zijn gebouwd zonder vergunning en/of in strijd zijn met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
het gebruik dat op het moment van vaststelling van deze verordening bestaat, inclusief gebruik dat reeds vergund of anderszins expliciet toegestaan is, waaronder niet begrepen gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek, zoals reis- en uitzendbureaus, stomerijen, wasserettes, makelaars, kappers en pedicures.
bouwlaag ter plaatse van de begane grond.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.
een bedrijf waar dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria / snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon / ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd, alsmede de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, pub, juice- en healthbar, zalencentrum.
een inrichting die is gericht op het verstrekken van recreatief nachtverblijf met de daarbij behorende voorzieningen. Daaronder wordt begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.
een inrichting die is gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek / dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).
object als bedoeld in artikel 1 Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het “aangrenzende maaiveld” wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw.
indeling van bedrijven opgesteld door VNG op basis van belasting van het milieu. De milieucategorie van een bedrijf hangt af van geur, stof, geluid, gevaar, verkeer of visuele aspecten. De milieucategorie loopt op van lichte bedrijvigheid (categorie 1) tot zware industrie (categorie 6).
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een gedeelte van een gebouw, dat is gelegen binnen de buitenwerkse gevelvlakken en wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven het peil is gelegen.
bewoning door een persoon, gezin of andere groep van personen van een gebouw, dan wel een gedeelte daarvan, als hoofdverblijf.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.
een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO'99) of het Vuurwerkbesluit.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag, welke is gelegen ter plaatse van de begane grond.
het gebied als op de verbeelding aangeduid als besluitvlak 'verordeningsgebied'.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de logische voorkant van het gebouw vormt.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De binnen het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaand gebruik.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1 is ter plaatse van het besluitvlak 'Specifieke vorm van bedrijf - Las- en constructiebedrijf' buitenopslag uitsluitend toegestaan achter de voorgevelrooilijn, tot een hoogte van maximaal 3,00 meter en ruimtelijk afgestemd op de aanwezige omgevingskwaliteiten (landschappelijke inpassing, eventueel stedenbouwkundig ontwerp en cultuurhistorische aspecten).
In aanvulling op c.q. in afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 dient de ter plaatse van het besluitvlak 'Groen' een aaneengesloten strook van groenvoorzieningen te worden behouden.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1 is ter plaatse van het besluitvlak 'Horeca' toegestaan: een horecabedrijf van categorie 1, 2 en/of 3, met de daarbij behorende bedrijfswoning, erven en terreinen en waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1 zijn ter plaatse van het besluitsubvlak 'centrale voorzieningen' uitsluitend toegestaan: voorzieningen ten behoeve van en/of gerelateerd aan het bungalowpark c.q. de functie recreatie, zoals receptie-, detailhandels- en horecavoorzieningen, sportvoorzieningen, een zwembad, interne dienstverlening, met de daarbij behorende bedrijfswoningen, erven en terreinen en waterhuishoudkundige, groen-, nuts- en speelvoorzieningen.
In aanvulling op het bepaalde in 3.1 is in woningen het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep of aan huis verbonden bedrijf toegestaan onder de volgende voorwaarden:
In aanvulling op het bepaalde in 3.1 is in woningen het uitoefenen van een bed & breakfast toegestaan onder de volgende voorwaarden:
In aanvulling op het bepaalde in 3.1 is het toegestaan de openbare ruimte te gebruiken voor/als wegen, fiets- en wandelpaden, groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeervoorzieningen, fietsenstallingen nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, kruisingen met water en/of spoorwegen en kunstwerken, met dien verstande dat de openbare ruimte niet zodanig mag worden gewijzigd dat daardoor sprake is van een reconstructie van een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder.
Binnen het verordeningsgebied bestaande bouwwerken mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van maximaal dezelfde afmetingen.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.3 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Bedrijf' gebouwen worden gebouwd ter plaatse van het besluitsubvlak 'bouwvlak', met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.3 en in afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.8 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Groen' uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.3 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Horeca' gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.3 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Recreatie' recreatiewoningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.3 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Recreatie' bedrijfswoningen worden gebouwd en gebouwen ten behoeve van de in artikel 3.2.4 bedoelde voorzieningen, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.3 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Recreatie - Golfterrein' gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in 3.3 mogen bij de bedrijfswoning ter plaatse van de besluitsubvlakken 'Bedrijfswoning 1', 'Bedrijfswoning 2' en 'Bedrijfswoning 3' aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in 3.3 gelden voor het bouwen van nieuwe bouwwerken, geen gebouw zijnde de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 tot en met 3.4 mogen ter plaatse van het besluitsubvlak 'Veiligheidszone' geen nieuwe kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Vrijwaringszone - Weg' zijn de gronden mede bestemd voor mogelijke toekomstige reconstructies en/of uitbreidingen van de Rijksweg A73, alsmede voor het creëren van een optimale infrastructurele omgeving.
Ter plaatse van het besluitsubvlak 'Vrijwaringszone - Weg' mag, in afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 tot en met 3.4, niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het wegverkeer, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.6.2, voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat:
De in 3.6.3 bedoelde afwijking wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bouwwerken, of een complex van bouwwerken die bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, dan wel mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde (omgevings)vergunning voor het bouwen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.4.4 ten behoeve van vergroting van de oppervlakte van een recreatiewoning, waarbij deze oppervlakte ten opzichte van de bestaande oppervlakte ten tijde van de vaststelling van deze verordening in totaal met maximaal 20% wordt vergroot.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.1 is ter plaatse van het besluitvlak 'Leiding - Gas' mede toegestaan de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding met een belemmerende strook ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leiding als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in artikel 3, dan prevaleert het bepalde in dit artikel.
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 tot en met 3.4 mogen ter plaatse van het besluitvlak 'Leiding - Gas' uitsluitend bouwwerken ten dienste van de betreffende gasleiding worden gebouwd met een maximale hoogte van 3 meter.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.3, indien:
Ter plaatse van besluitvlak 'Leiding - Gas' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden onder artikel 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen welke betrekking heeft op gronden binnen het verordeningsgebied, dient een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in artikel 5.1.1 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 5.1.2 onder b, kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan een omgevingsvergunning voor het bouwen verbinden:
Het bepaalde in artikel 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Het is verboden op of in de gronden in het verordeningsgebied zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 5.2.1 is niet van toepassing op:
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5.2.1 die betrekking heeft op gronden ter plaatse van het verordeningsgebied, dient een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2.1 zijn slechts toelaatbaar indien uit het rapport als bedoeld in artikel 5.2.3 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in artikel 5.2.4 onder c, kan het bevoegd gezag de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, verbinden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor en/of als:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening Veegbeheersverordening.