Plan: | Stationsomgeving |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.HMSTATIONSOMGEVING-BPV1 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Stationsomgeving' met identificatienummer NL.IMRO.1507.HMSTATIONSOMGEVING-BPV1 van de gemeente Horst aan de Maas.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid.
Een terrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Erfgoedwet.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een (bedrijfs)woning of bijbehorend bouwwerk, is ondergeschikt aan de woonfunctie en wordt gerund door de bewoner van de betreffende (bedrijfs)woning.
Een woning, in of bij een bedrijf of instelling, bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is; deze woning wordt begrepen onder de bedrijfsgebouwen.
Een lager gelegen gebied waardoor een beek stroomt.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Die vormen van dagrecreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Bermen, wegbeplantingen, houtopstanden, faunapassages en dergelijken.
Begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen met de bijbehorende windsingels.
inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en drank, met een totaal oppervlak van maximaal 100 m² waarbij maximaal 30% van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel mag worden benut ten behoeve van de horeca. De openingstijden (inclusief terras) van de inrichting liggen tussen 7.00 en 19.00 uur.
Niet zijnde motorvoertuigen als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Primaire oppervlaktewaterlichamen als bedoeld in de Legger van Waterschap Limburg.
Vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
De op moment van aanvraag van de omgevingsvergunning geldende structuurvisie van de gemeente Horst aan de Maas.
Voorzieningen die een verkeersfunctie hebben, en die tot doel hebben de verkeersveiligheid te verbeteren, de doorstroming te bevorderen en de verkeerssituatie te verduidelijken. Hieronder moeten in elk geval worden begrepen: weg- en railverkeer, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, viaducten, geluidschermen, bushaltes, parkeervoorzieningen, verkeerslichten, lantaarnpalen, in- en opritten en fietsenstallingen.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel, niet de voor- en achterzijde van het bouwperceel zijnde, en het eigendom van derden, waar de afstand het kortste is.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is als volgt:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Min. | Max. |
Hoogzit | n.v.t. | 3,5 m |
Erf- en terreinafscheidingen | n.v.t. | 1 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 2 m |
Inhoud voederberging of voerruif voor wild | n.v.t. | 3 m³ |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 ten behoeve van gebouwen in verband met het extensief recreatief medegebruik, met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van nieuwe parkeer- en verkeersvoorzieningen, met dien verstande dat:
Het bepaalde in Artikel 18 is van toepassing.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden als bedoeld in artikel 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De maatvoering voor gebouwen is als volgt:
Gebouwen | Min. | Max. |
Bouwhoogte | n.v.t. | 4 m |
Bebouwingsoppervlak per gebouw | n.v.t. | 15 m² |
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is als volgt:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Min. | Max. |
Lichtmasten | n.v.t. | 18 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 15 m |
Fietsenstallingen | n.v.t. | 3 m goothoogte 5,5 m bouwhoogte 400 m² bebouwingsoppervlak |
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met de daarbij behorende:
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De maatvoering voor gebouwen is als volgt:
Gebouwen | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 10,5 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 12,5 m |
Totale oppervlakte gebouwen | n.v.t. | 380 m² |
Inhoud van de bedrijfswoning (inpandig) | n.v.t. | 1.000 m³ |
Oppervlakte kantoor/dienstverlenende activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - station' | n.v.t. | 100 m² |
Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens | n.v.t. | n.v.t. |
De maatvoering voor gebouwen is als volgt:
Gebouwen | Min. | Max. |
Goothoogte | n.v.t. | 3 m |
Bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Bebouwingsoppervlak | n.v.t. | 700 m² |
De maatvoering voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als volgt:
Bouwhoogte van bouwwerk, geen gebouw zijnde | Min. | Max. |
Erf- en terreinafscheidingen | n.v.t. | 2 m |
Antennes | n.v.t. | 12 m |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 9 m |
Voor kleinschalige activiteiten en bedrijfswoning bedoeld in lid 5.1 sub b gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1 mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor het bouwen op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bepaalde in Artikel 17 is van toepassing.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het bepaalde in Artikel 17 is van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk vervalt, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het bepaalde in Artikel 17 is van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk vervalt, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Zone bronsgroene landschapszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor het behoud en bescherming van de landschappelijke waarden, waarbij de kernkwaliteiten zijn het groene karakter, het visueel-ruimtelijk karakter, het cultuurhistorisch erfgoed en het reliëf.
Het bepaalde in Artikel 17 is van toepassing.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan, uitsluitend conform de bestaande situatie.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
In afwijking van het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bepaalde, mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van warmte-koudeopslag niet meer bedragen dan de in de bouwregels van de betreffende bestemming toegestane bouwhoogte van gebouwen.
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor en/of als:
een en ander, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de gronden en behoudens indien het gebruik blijkens de regels is toegestaan.
Open en gesloten systemen die door middel van het isolerend vermogen van de ondiepe bodem energie opwekken, niet zijnde aardwarmte, zijn toegestaan.
In (bedrijfs)woningen en/of bijbehorende bouwwerken is het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
In (bedrijfs)woningen en/of bijbehorende bouwwerken is het uitoefenen van een bed & breakfast toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduidingen in de navolgende tabel zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud, de bescherming, de ontwikkeling en/of het herstel van de desbetreffende cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden welke zijn opgenomen in de navolgende tabel:
Aanduiding | Landschaps- en natuurwaarden |
overige zone - beekdal | - Beekdalen zijn belangrijke structuurdragers van het landschap met (al dan niet rechtlijnige) beeklopen. - Doorgaans natte structuur, waardoor de beekdalen functioneren als ecologische verbindingszones. - Hoge natuurwaarde voor: Reulsberg en 't Ham; omgeving Kasteelpark Ter Horst (flora, amfibieën en vogels), en zone Groote Molenbeek. - Specifieke functie voor (strategische) waterberging. |
overige zone - kampen | - Structuur- en gradiëntrijk landschap. Afwisseling van open, kleinschalige en besloten gebieden. - Grillige verkaveling tot blokvormige verkavelingen. - Bochtige wegen (onder invloed van het reliëf) en rechte wegen (blokvormige verkaveling). - Oude akkercomplexen met karakteristieke bolle vorm die gehandhaafd moeten blijven en openheid ten zuidoosten van Melderslo. - Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, met name aan de randen van oude akkercomplexen. - Zichtlijnen over oude akkercomplexen. - Grote variatie in landschapselementen, zoals boscomplexen, bomenrijen, houtwallen- en singels en bomengroepen. - Houtwallen inzetten als raamwerk waarbinnen grondgebonden ontwikkelingen mogelijk zijn. - Door het structuur- en gradiëntrijke landschapstype herbergt het diverse natuurwaarden. - Geprojecteerde verbindingszone tussen Peel, Schadijksche Bosschen en Zuringspeel / Kronenbergerheide. |
overige zone - peelbossen | - Besloten bosgebied, deels met stuifduinen en open plekken. - Nat karakter rond Castenraysche Vennen. - Hoge natuurwaarde met waardevolle droge delen en natte delen voor flora, bos- en moerasvogels, zoogdieren, reptielen en amfibieën. |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het vergroten van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verschuiven van de bestemmingsgrenzen met maximaal 15 m, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Water', met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de hierna genoemde bestemmingen of aanduidingen de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Ter plaatse van de bestemming / aanduiding | Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden (*) | |||||||
Natuur | a | c | d | e | f | g | ||
Leiding - Brandstof | a | b | c | f | g | h | ||
Waarde - Archeologie 2 (2) | a | b | c | d | e | f | g | h |
Waarde - Archeologie 3 (3) | a | b | c | d | e | f | g | h |
Waarde - Zone bronsgroene landschapszone | a | b | c | d | e | f | g | h |
overige zone - beekdal (1) | a | b | c | d | e | f | h | |
overige zone - kampen | g | |||||||
overige zone - peelbossen | g |
(1-3): noten: zie artikel 17.2 onder a.
(*): de onderstaande letters geven aan dat een omgevingsvergunning is vereist (activiteit onder voorwaarden mogelijk). De letters worden hierna verklaard:
Werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.1 alleen indien door de in lid 17.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Bij:
dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw en/of het terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen, of andere voertuigen, in voldoende mate ruimte aanwezig te zijn of aangebracht te worden in, op of onder de bij dat gebouw of terrein behorende gronden of bouwwerken, met dien verstande dat:
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 en 18.2.2 indien het voldoen aan die bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Stationsomgeving".