| Plan: | Geluidszonering Venlo Trade Port Horst aan de Maas |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1507.HMGELUIDSZONEVTP-BPV2 |
Toelichting
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel
Industrieterrein Venlo Trade Port (hierna VTP), globaal gelegen tussen het centrum van Venlo en knooppunt Zaarderheiken, betreft een gezoneerd industrieterrein waar geluidzoneringsplichtige inrichtingen (grote lawaaimakers) zijn toegestaan.
De geluidzone is niet meer actueel, onder meer vanwege de beoogde uitbreiding van de Barge Terminal Venlo. De geluidzone wordt aan de noordoost- en oostzijde vergroot. Met verschillende bestemmingsplannen wordt voorzien in een actuele regeling omtrent de geluidzone. Dit bestemmingsplan voorziet op het deel van de geluidzone dat ligt over het grondgebied van de gemeente Horst aan de Maas. Binnen de vergroting van de zone bevinden zich geen geluidgevoelige bestemmingen.
Voorliggend bestemmingsplan is opgesteld om de nieuwe (ruimere) zone juridisch-planologisch vast te leggen. Het bestemmingsplan is een zogenaamd 'facet-bestemmingsplan' en betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Centrale verwerkingsinstallatie Raaieinde' en 'Bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas' die binnen de verruimde geluidzone liggen. Met een facetbestemmingsplan wordt het bestemmingsplan herzien op één onderdeel, in dit geval de regeling voor de geluidzone rond Venlo Trade Port.
1.2 Ligging en begrenzing van het plangebied
Het plangebied betreft de bestaande geluidzone en het vergrote deel van de zone. In de volgende figuur is de begrenzing van de geluidzone weergegeven. Opgemerkt wordt dat de begrenzingen globaal zijn aangegeven. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.
Figuur 1.1: Ligging en begrenzing plangebied (Globespotter)
1.3 Vigerend bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan 'Centrale Verwerkingsinstallatie Raaieinde'. Dit bestemmingsplan is op 24 november 2015 vastgesteld. Naast enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en overige gebiedsaanduidingen is de geluidzone weergegeven middels de ge-biedsaanduiding 'geluidzone - industrie'. In de volgende afbeelding is het geldend bestemmingsplan weergegeven met daarop in rode belijning de planbegrenzing.
Figuur 1.2: Geldend bestemmingsplan 'Centrale Verwerkingsinstallatie Raaieinde' (Gemeente Horst aan de Maas)
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd. Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning voor afwijking van het verbod verlenen, met dien verstande dat de geluidbelasting vanwege industrielawaai aan de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.
Ter plaatse geldt tevens nog het bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas' (vastgesteld 19 december 2017) en 'Buitengebied Horst aan de Maas, herziening 2020' (vastgesteld 8 september 2020). Naast enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en overige gebiedsaanduidingen is de geluidzone weergegeven middels de ge-biedsaanduiding 'geluidzone - industrie'. In de volgende afbeelding is het geldend bestemmingsplan weergegeven met daarop in rode belijning de planbegrenzing.
Figuur 1.2: Geldend 'Bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas' - en 'Bestemmingsplan Buitengebied Horst aan de Maas, herziening 2020' (Gemeente Horst aan de Maas)
Met onderhavig bestemmingsplan wordt voorzien in een actuele regeling omtrent de geluidzone, door de gebiedsaanduiding 'geluidzone – industrie' te vergroten aan de noordzijde. Gekozen is om de nieuwe geluidzone op te nemen in een facetbestemmingsplan. In een facetbestemmingsplan is het mogelijk om één facet planologisch te regelen voor één of meerdere geldende bestemmingsplan(nen). Dit verdient de voorkeur boven het herzien van de geldende bestemmingsplannen aangezien er voor het overige geen planologische wijzigingen plaatsvinden en de geldende bestemmingsplannen veelal recentelijk zijn vastgesteld en hiermee reeds actueel zijn. De geldende bestemmingsplannen blijven dan ook van kracht, maar krijgen als het ware ten aan-zien van geluidzonering een extra (indien nu niet aanwezig) of andere planologische regeling.
1.4 Bij het plan behorende stukken
Het bestemmingsplan 'Geluidszonering Venlo Trade Port Horst aan de Maas' bestaat uit twee delen: een verbeelding en regels, die vergezeld gaan van een toelichting. De verbeelding en de regels vormen het juridisch bindend deel van het bestemmingsplan. De toelichting bevat een motivatie en verantwoording van de keuzes die in het bestemmingsplan zijn gemaakt.
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 bevat de planbeschrijving. In dat hoofdstuk wordt aandacht besteed aan het wettelijk kader voor voorliggend bestemmingsplan en aan het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd om de ligging van de geluidzone te bepalen. Hoofdstuk 3 gaat in op de toetsing. In Hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de juridische verantwoording en in Hoofdstuk 5 op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Wettelijk kader
In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor bedrijventerreinen waar geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn gevestigd of zijn toegestaan ('gezoneerde industrieterreinen' conform de terminologie van de Wet geluidhinder), een geluidzone moet worden vastgesteld. De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de geluidbelasting die wordt geproduceerd door alle bedrijven die op het industrieterrein zijn gevestigd, niet hoger zijn dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Hierbij worden niet alleen de geluidzoneringsplichtige inrichtingen, maar alle bedrijven die op het industrieterrein zijn gevestigd, betrokken. Binnen de 50 dB(A)-contour zijn geen nieuwe geluidgevoelige functies (objecten en terreinen) toegestaan, tenzij een hogere waarde is verleend.
Het doel van het vaststellen van een geluidzone is tweeledig. Enerzijds worden geluidgevoelige functies (zoals woningen en scholen) beschermd tegen een te hoge geluidbelasting vanwege industrielawaai. Anderzijds wordt door het vastleggen van een geluidzone akoestische ruimte gecreëerd waarover de bedrijven op het gezoneerde bedrijventerrein maximaal kunnen beschikken. Gezien de koppeling tussen de Wet geluidhinder, de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer moet zowel bij ruimtelijke plannen als bij het verlenen van milieuvergunningen (omgevingsvergunningen) rekening worden gehouden met de vastgestelde geluidzone rond een industrieter-rein. Voor de toetsing van omgevingsvergunningen en meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer hanteert de gemeente Venlo/Provincie Limburg de 'Nota Industriegeluid voor het bestemmingsplan Venlo Trade Port' (Nota industriegeluid bestemmingsplan Venlo Trade Port), op basis waarvan de verdeling van geluidruimte plaatsvindt.
Bij het vaststellen van een geluidzone moeten, indien noodzakelijk, maximaal toelaatbare grenswaarden ('hogere waarden') worden vastgesteld voor bestaande geluidgevoelige objecten of terreinen binnen de zone. De voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) wordt ter plaatse van deze objecten immers overschreden. Voor nieuwe situaties bedraagt de maximaal toelaatbare grenswaarde ten hoogste 55 dB(A). Voor bestaande situaties mag de maximaal toelaatbare grenswaarde ten hoogste 60 dB(A) bedragen. Ook bij eventuele realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen moeten hogere waarden worden vastgesteld. Het college van burgemeester en wethouders is hiertoe bevoegd.
Hoofdstuk 3 Toetsing
Voor het bestemmingsplan 'Geluidszonering Venlo Trade Port Horst aan de Maas' is het enige relevante milieuaspect industrielawaai. Andere milieuaspecten zijn niet afgewogen.
Op het grootste deel van bedrijventerrein Venlo Trade Port wordt de vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen toegelaten. In het bestemmingsplan Venlo Trade Port en de omliggende bestemmingsplannen is de bijbehorende geluidzone planologisch vastgelegd, waaronder in het bestemmingsplan 'Centrale verwerkingsinstallatie Raaieinde'.
Op het grondgebied van de gemeente Horst aan de Maas is het terrein C.V.I. gelegen. Ook dit terrein is krachtens de Wet geluidhinder voorzien van een zone. De woningen Raaiend 3 en Venloseweg 79 te Grubbenvorst zijn weliswaar eigendom van CVI, maar hebben de status van een normale woning. Voor Raaiend 3 en Venloseweg 79 is reeds bij het vaststellen van de geluidzone van Venlo Trade Port een hogere waarde verleend van 55 dB(A).
Deze woningen liggen zowel binnen de geluidzone van VTP als binnen de geluidzone van CVI. Bij het tot stand komen van deze zone is indertijd een berekening gemaakt van de cumulatieve geluidbelasting (geluidrapport 'CVI Haven Raaiende te Grubbenvorst Geluidonderzoek aanvulling op het MER en bijlage van de aanvraag omgevingsvergunning', met kenmerk R085053ad.00002.rvw_02_001 van 21 februari 2013). Omdat de nu voorliggende zone-uitbreiding van het industrieterrein VTP niet leidt tot een toename van de vergunde geluidbelastingen ter plaatse van deze woningen, wijzigen ook de gecumuleerde geluidbelastingen van deze woningen niet.
De bedrijfswoning van CVI aan de Raaiend 1 is gelegen op het bedrijfsterrein van CVI Hierdoor heeft dit pand geen bescherming als gevolg van de CVI maar ook niet van andere geluidszones. Een hogere waarde is daarom niet nodig.
Vanwege de uitbreiding van de Barge Terminal Venlo op het industrieterrein Venlo Trade Port dient de geluidzone te worden verruimd. Op basis van het Akoestisch onderzoek zijn de gevolgen voor de geluidemissie van de uitbreiding in beeld gebracht.
Zonepunten 18 en 19 komen als meest kritische naar voren met 45 dB(A) etmaalwaarde voor fase A en fase B. Op de geluidzone is 50 dB(A) etmaalwaarde toegestaan (reken-technisch mag 50,5 dB(A) worden aangehouden) vanwege alle bedrijven op het industrieterrein tezamen. In de nabijheid van zonepunten 18 en 19 heeft Barge Terminal Venlo een grote bijdrage op de beschikbare geluidruimte.
Aan de noordoost- en oostzijde van de bestaande zone is de berekende geluidcontour verruimd, zodat aan deze zijde van het bedrijventerrein voldoende geluidruimte is geboden aan de bedrijven. In het uit te breiden deel van de geluidzone zijn geen geluidgevoelige objecten gelegen, waardoor nieuwe hogere waarden niet aan de orde zijn.
Binnen de zone mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd, tenzij door het college van burgemeester en wethouders een hogere waarde wordt verleend. De geluidzone van het industrieterrein is in dit bestemmingsplan op de verbeelding opgenomen met de aanduiding 'geluidzone - industrie'.
De uitbreiding van de bargeterminal vereist verruiming voor een beperkt deel van de geluidzone, waardoor verruiming van meerendeel van de zone niet aan de orde is. De voorgestelde verruiming van de geluidzone is overgenomen op de verbeelding van dit bestemmingsplan. Hierna zijn projecties weergegeven van de bestaande en nieuwe zonegrens.
Figuur 3.1: Projectie van de bestaande en nieuwe zonegrens (lichtblauw = oude zone, rood = nieuwe zone) (gemeente Venlo)
Figuur 3.2: Projectie van de bestaande en nieuwe zonegrens in de gemeente Horst aan de Maas (lichtblauw = oude zone, rood = nieuwe zone) (Globespotter)
In de geactualiseerde Nota Industriegeluid voor het bestemmingsplan Venlo Trade Port is een beleidsinvulling gegeven voor de ruimte die de Wet geluidhinder biedt bij het monitoren van de cumulatieve geluidniveaus van het industrieterrein Venlo Trade Port. Daarbij wordt er op toegezien dat de beschikbare geluidruimte op een logische en eerlijke wijze wordt verdeeld over de inrichtingen, zonder dat daarvoor bestaande rechten worden aangetast.
In de nota industriegeluid zijn een aantal concrete regels opgenomen, waarbij inrichtinghouders en de gemeente Venlo/Provincie Limburg rekening moeten houden bij het aanvragen en beoordelen van een toekomstige omgevingsvergunning. De nota industriegeluid wordt met het bestemmingsplan 'Industriegeluid Venlo Trade Port' juridisch-planologisch verankerd op het industrieterrein.
Gevolgen voor eventuele aanwezige soorten liggen niet voor de hand gezien de marginale verruiming van de zone, welke plaatsvindt ter plaatse van het deel dat op termijn ontgraven wordt dan wel wordt ingericht als bedrijventerrein.
Hoofdstuk 4 Juridische planopzet
Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en gebouwen binnen het plangebied. In dit hoofdstuk is een toelichting op de systematiek en de inhoud van de verschillende toegekende bestemmingen van het bestemmingsplan gegeven.
4.1 Juridische planopzet
De bij dit plan behorende regels zijn opgenomen in 4 hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
- Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Hoofdstuk 4 Overgangs- en Slotregels
In Hoofdstuk 1 worden ter voorkoming van interpretatieproblemen in de regels gebruikte begrippen nader verklaard en de te herzien bestemmingsplannen van toepassing verklaard. In Hoofdstuk 2 wordt vermeld dat de vigerende bestemmingsplan ongewijzigd van toepassing blijven, met uitzondering van de regeling voor de geluidzone. Hoofdstuk 3 gaat in op de algemene regels die voor het gehele gebied gelden. Hoofdstuk 4 bevat de aanhalingstitel van het bestemmingsplan.
4.2 Toepassingsbereik
Zoals aangegeven in Hoofdstuk 1 heeft het facetbestemmingsplan voor de geluidzone van Venlo Trade Port betrekking op het vastgestelde bestemmingsplan 'Centrale verwerkingsinstallatie Raaieinde', 'Buitengebied Horst aan de Maas' en 'Buitengebied Horst aan de Maas, herzeining'. De geluidzone wordt ter plaatse van de laatst genoemde plannen geregeld in de vast te stellen plannen.
4.3 Bestemmingsregeling
De geluidzone van het industrieterrein is in dit bestemmingsplan op de verbeelding opgenomen met de aanduiding 'geluidzone - industrie - Venlo Trade Port'. Ter plaatse van deze aanduiding geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte voor industrie.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone – industrie' mogen geen nieuwe woningen of andere geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond. Een bestemmingsplan moet zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht haalbaar zijn. Er wordt daarom een korte financiële toelichting gegeven en daarnaast worden de doorlopen procedures weergegeven.
5.1 Financieel
Het plan betreft een gemeentelijk initiatief. Dit facetbestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen of bouwplannen mogelijk. Dit plan heeft een beheersmatig karakter en uitvoering van dit plan brengt geen kosten met zich mee. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan en de met de procedure gemoeide kosten komen voor rekening van de gemeente. Er is hier binnen de gemeentelijke begroting budget voor gereserveerd. De economische uitvoerbaarheid is hiermee aangetoond.
Bij vaststelling van dit bestemmingsplan door de gemeenteraad zal tevens het besluit worden genomen dat, voor die gevallen waar op basis van artikel 6.12 Wro juncto artikel 6.2.1 Bro een exploitatieplan verplicht is, geen exploitatieplan wordt vastgesteld omdat de kosten anderszins verzekerd zijn.
5.2 Maatschappelijk
Het bestemmingsplan 'Geluidzone VTP' wordt conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betreffende personen en instanties.
Rijkswaterstaat – zuid Nederland, Provincie Limburg en de veiligheidsregio hebben aangegeven geen aanleiding te zien tot het maken van een opmerking.
In het kader van de ontwikkeling van de CVI is er reeds uitgebreid met betrokken partijen gesproken. De nu voorgestelde geluidzone leidt niet tot een verslechtering van de huidige akoestische situatie. Er hoeven geen nieuwe hogere waarden vastgesteld te worden en ook cumulatief (geluidzone CVI en geluidzone VTP) vinden er geen wijzigingen plaats. Verder overleg met partijen is derhalve niet noodzakelijk.
Na het verwerken van de eventuele vooroverlegreacties zal het ontwerpbestemmingsplan de procedure van artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening doorlopen. Het ontwerpbestemmingsplan zal gedurende zes weken ter visie worden gelegd, waarbij de mogelijkheid wordt geboden om zienswijzen in te dienen. Na afloop van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan worden (eventuele) zienswijzen beoordeeld en wordt het bestemmingsplan ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad.
De resultaten van deze procedure worden te zijner tijd in deze toelichting verwerkt.