Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het tot maximaal 15 meter verschuiven van de bestemmingsgrenzen, onder de volgende voorwaarden:
a.
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredige worden geschaad;
b.
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische-, landschappelijke- of natuurwaarden;
c.
de wijziging mag niet leiden tot (extra) belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
d.
de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredige aangetast.