Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.4.1 onder e. en in een woning kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal 2 appartementen toestaan, onder de volgende voorwaarden:
a.
maximaal mag 1/3 van het totale vloeroppervlak van de aanwezige bebouwing worden gebruikt ten behoeve van appartementen, met dien verstande dat het aan te wenden vloeroppervlak nimmer meer dan 100 m
2 mag bedragen;
b.
de woning blijft voldoen aan de bepalingen ingevolge of krachtens de Woningwet;
c.
het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat de gebruiker van de woning ook de bedrijfsmatige activiteit ontplooit;
d.
het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden van de belendende percelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat het geen activiteit mag zijn waarvoor een milieuvergunning of een melding op grond van de milieuwetgeving verplicht is. Ook mag de activiteit geen industriële handelingen inhouden;
e.
buitenopslag is niet toegestaan;
f.
detailhandel mag niet plaatsvinden tenzij het gaat om detailhandel die direct verband houdt met de kleinschalige verblijfsrecreatie;
g.
in de benodigde parkeercapaciteit dient geheel op eigen terrein te worden voldaan;
h.
het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
i.
er mag geen sprake zijn van permanente bewoning.