Artikel 1 Definities
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 bestemmingsplan of plan
Bestemmingsplan Broekhuizerweg ong Swolgen, die bestaat uit deze voorschriften, toelichting en bijlagen en de verbeelding NL.IMRO.1507.BPSGBRHUIZERWG24A-VA01;
1.2 aan huis verbonden beroep
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinning, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen, met in overwegende mate behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
1.3 aan huis verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke- geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen, met in overwegende mate behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.4 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het indirecte verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en waarbij functionele ondergeschiktheid niet is vereist;
1.5 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:
- het telen van gewassen, waaronder mede begrepen houtteelt en/of
- het houden van dieren
met dien verstande dat gebruiksgerichte paardenhouderijen, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven wordt aangemerkt;
1.6 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.7 bebouwing
een of meer gebouwen en/of andere gebouwen
1.8 bestaand
- bij bouwwerken: bestaand ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan, met dien verstande dat als bestaand bouwwerk ook worden aangemerkt bouwwerken die na dat tijdstip zijn of mogen worden gebouwd krachtens een bouwvergunning waarvan de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
- bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
1.9 bestemmingsvlak
een op de verbeelding als zodanig aaneengesloten aangegeven vlak, waaraan een bepaalde bestemming is toegekend;
1.10 bouwvlak
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegestaan;
1.11 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om er plaatse te functioneren;
1.12 bijgebouw
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw waarbij het behoort, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.13 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.14 erfscheiding
de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte;
1.15 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.16 goede ruimtelijke onderbouwing
een ruimtelijke onderbouwing is een rapport waarin staat waarom een project aanvaardbaar is. Een goede ruimtelijke onderbouwing is nodig om af te kunnen wijken van de regels van een bestemmingsplan; de aspecten bodemkwaliteit, waterhuishouding, flora en fauna, archeologie, geluidsnormen, verkeersbewegingen, cultuurhistorie, externe veiligheid en de financiële afwikkeling van het initiatief dienen erin aan de orde te komen;
1.17 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.18 huishouden
een aantal aan elkaar door familie- of daarmee gelijk te stellen band gerelateerde personen, dat gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in één woning, zoals een gezin, een gezin met inwonende ouders of een woongroep;
1.19 kampeermiddel
- een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een tourcaravan;
- enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen gebouw zijnde,
één en ander voorzover de onder 1 en 2 bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden en kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.20 kleinschalige horeca
inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van in hoofdzaak kleine etenswaren al dan niet in combinatie met niet- alcohol bevattende drank en waar de verstrekking van volledige maaltijden niet plaatsvindt;
1.21 Limburgs kwaliteitsmenu
is een regeling op het gebied van de ruimtelijke ordening van de provincie Limburg, welke regeling gemeenten een instrument geeft om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken en tegelijkertijd winst behalen in omgevingskwaliteit, en waarbij gemeenten geadviseerd worden door een kwaliteitscommissie, die bestaat uit leden met kennis van natuur, landschap, cultuurhistorie, archeologie, stedenbouw en financiënplan/projectontwikkeling;
1.22 nevenactiviteit
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
1.23 onbebouwde bouwkavel
een als zodanig op de plankaart aangegeven vlak waarbinnen teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan;
1.24 peil
- voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.25 permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
1.26 seksinrichting
een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmating:
- voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden en/of
- verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van erotische aard plaats heeft, en/of
- tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht;
1.27 verbeelding
het GML-bestand NL.IMRO.1507.BPSGBRHUIZERWG24A-VA01;
1.28 woning
een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden;
1.29 Woningwet
Wet van 29 augustus 1991, Stb. 439, houdende regels inzake het bouwen en de volkshuisvesting, zoals deze luidt ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit plan;