direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Kamplaan en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHSKAMPLAAN-OH01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen in de categorieën:
    • 1. vrijstaande woningen;
    • 2. dubbele woningen;
    • 3. rijwoningen;
  • b. aan huis verbonden beroepen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt in de categorie:
    • 1. vrijstaande woningen aan twee zijden minimaal 3 m;
    • 2. dubbele woningen aan één zijde minimaal 3 m;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal de ter plaatse aangeduide goothoogte;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse aangeduide bouwhoogte;
  • e. nieuwe woningen mogen, met uitzondering van vervangende nieuwbouw, uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' en met inachtneming van het aangeduide maximum.Splitsing van bestaande woningen in twee of meer afzonderlijke woningen is niet toegestaan;
  • f. de voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in dan wel maximaal 3 meter uit de voorgevellijn;
  • g. het hoofdgebouw dient afgewerkt te worden met een kap.

5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel bedraagt maximaal 120 m2;
  • b. het bebouwingspercentage per bouwperceel is maximaal 50%;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • e. ze dienen gebouwd te worden op een afstand van minimaal 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, met uitzondering van een carport welke op een afstand van 0,5 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, mag worden opgericht.

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepaling:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 m.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. aan huis verbonden bedrijvigheid.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.3 sub a juncto artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:

  • a. het bedrijf behoort tot ten hoogste milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten,dan wel voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot ten hoogste milieucategorie 2;
  • b. de bedrijfsvloeroppervlakte maximaal 120 m2 bedraagt;
  • c. geen horeca en detailhandel plaatsvinden;
  • d. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

5.4.2 Voorwaarde

Afwijking als bedoeld in artikel 5.4.1 kan slechts plaats vinden indien:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

5.4.3 Procedure

Bij het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 5.4.1 wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 11 (algemene procedureregels) van deze regels.