direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Venrayseweg 141, vestiging interieurbouwbedrijf, Horst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHOVENRAYSEWEG141-OH01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor een interieurbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf – interieurbouwbedrijf", met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. het bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt maximaal 45;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 9, respectievelijk 12 m1;
  • c. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 m1, met dien verstande dat de hoogte van silo's en installaties maximaal 14 m1 en van schoorstenen maximaal 15 m1 mogen bedragen;
  • d. de inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen;
  • e. de goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 5,5, respectievelijk 7 m1;
  • f. de afstand van de gebouwen tot de perceelsgrenzen c.q. de bestemming "groenvoorzieningen" moet minimaal 5 m1 bedragen, met dien verstande dat de afstand van de houtmotinstalltie minder dan 5 m1 mag bedragen;
  • g. de afstand van de gebouwen tot aan de as van de weg waaraan wordt gebouwd, dient minimaal 15 m1 te bedragen.

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 Vergroting bebouwingspercentage

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2. ten behoeve van een vergroting van het toegestane bebouwingspercentage tot maximaal 65%, mits:

  • 1. de uitbreiding noodzakelijk is in verband met de continuïteit van het bedrijf, de uitbreiding in directe relatie staat met de aard van de volgens 3.1 toegestane bedrijfsactiviteiten en de uitbreiding vanuit de bedrijfsvoering aantoonbaar noodzakelijk is;
  • 2. de bebouwing in landschappelijk opzicht inpasbaar is;
  • 3. de milieubelasting voor het gebied niet onevenredig wordt verzwaard;
  • 4. de uitbreiding niet leidt tot een onevenredige verhoging van het verkeersaanbod op de wegen;

3.3.2 Grotere goot- en bouwhoogte

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2 ten behoeve van een grotere goot- en bouwhoogte, mits:

  • 1. dit vanuit de bedrijfsvoering aantoonbaar noodzakelijk is;
  • 2. de goothoogte na afwijking niet meer bedraagt dan 12 m1 en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 15 m1;

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van de wijziging van het bedrijfstype, mits:

  • 1. de milieubelasting van het nieuw te vestigen bedrijf naar aard en omvang lager is dan, dan wel gelijk is aan die van het bestaande bedrijf;
  • 2. de verkeeraantrekkende werking niet toeneemt.