direct naar inhoud van Artikel 9 Leiding - Riool
Plan: Werkgelegenheidsgebieden I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHMWERKGELEGENI-VA01

Artikel 9 Leiding - Riool

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een rioolwatertransportleiding met een belemmeringenstrook van 5 meter (2,50 m ter weerszijde van de hartlijn) van de leiding. De hartlijn van de rioolwatertransportleiding is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen geen gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van de instandhouding van de rioolwatertransportleiding.

9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Afwijkingen van de bouwregels ten behoeve van bouwen gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouw zijnde

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen of bouwwerken, geen gebouw zijnde op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden, mits:

  • a. de functie van de in artikel 9.1 bedoelde leiding(en) niet onaanvaardbaar wordt belemmerd;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder;
  • c. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:

  • a. het bodemniveau te wijzigen;
  • b. gesloten oppervlakte verhardingen aan te brengen;
  • c. diepwortelende beplantingen aan te brengen of te rooien;
  • d. graafwerkzaamheden uit te voeren anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • e. te heien of anderszins voorwerpen in de grond te brengen.
9.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het bepaalde in artikel 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. in het kader van normaal onderhoud en beheer;
  • b. van ondergeschikte betekenis;
  • c. binnen het kader van het normale grondgebruik;
  • d. welke op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
9.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij indirect te verwachten gevolgen het doelmatig functioneren van de in artikel 9.1 bedoelde leiding niet onaanvaardbaar wordt belemmerd;
  • b. daarover vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.