direct naar inhoud van Artikel 6 Maatschappelijk
Plan: Werkgelegenheidsgebieden I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1507.BPHMWERKGELEGENI-VA01

Artikel 6 Maatschappelijk

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud van de cultuurhistorische objecten;
  • b. het behoud van de landschappelijke waarden;

met de daarbij behorende erven en terreinen, parkeervoorzieningen, perceelsontsluitingwegen, waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd in de bestaande omvang.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Verbod

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren die voorkomen in de onderstaande opsomming:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren;
  • c. het aanbrengen van (infrastructurele) bovengrondse leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het vellen en/of rooien van bomen of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van deze bomen ten gevolge kunnen hebben.
6.3.2 Voorwaarden

Deze omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van recreatief medegebruik;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke, natuur en cultuurhistorische waarden;
  • c. aangetoond wordt dat de werkzaamheid noodzakelijk is in het kader van natuur en/of landschapsbeheer;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de waterhuishouding.
6.3.3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 6.3.1 is niet van toepassing voor werken of werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheid is verleend;
  • b. die ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. die betreffen het normale beheer en/of onderhoud.