Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: huisvesting arbeidsmigranten
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1507.BPHMHUISVARBEIDSMG-BPG1

Artikel 1 Begrippen

 
Aan de begripsbepalingen van de in artikel 11 (aanduidingsregels) genoemde bestemmingsplannen en beheersverordeningen zijn de volgende begrippen toegevoegd:
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1. Plan:
Het paraplubestemmingsplan ‘huisvesting arbeidsmigranten’ van de gemeente Horst aan de Maas.
 
1.2. Bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.BPHMHUISVARBEIDSMG-BPG1 met de bijbehorende regels.
 
1.3. Aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
 
1.4. Aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
 
1.5. Arbeidsmigranten:
Tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.
 
1.6. Bebouwde kom:
het gebied dat door zijn 'samenhangende woonbebouwing' als bebouwde omgeving wordt aangemerkt.
 
1.7. Bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
 
1.8. Bestaande vrijkomende gebouwen:
Onder bestaande vrijkomende gebouwen worden verstaan: kloosters, kantoorpanden, schoolgebouwen, vrijkomende agrarische bebouwing en overige vrijkomende bebouwing.
 
1.9. Bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
 
1.10. Bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
 
1.11. Bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
 
1.12. Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
 
1.13. Bouwgrens:
De grens van een bouwvlak.
 
1.14. Bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
 
1.15. Bouwperceelgrens:
De grens van een bouwperceel.
 
1.16. Bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
 
1.17. Bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
 
1.18. Gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
 
1.19. Hoofdgebouw:
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
 
1.20. Huisvesting arbeidsmigranten:
Tijdelijke dan wel structurele voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden.
 
1.21. Kampeermiddelen:
Een onderkomen zoals een tent, tentwagen, een kampeerauto, een caravan, met uitzondering van een stacaravan of enig ander (gedeelte van een) (voormalig) voertuig dat periodiek dient als woning voor, die hun hoofdverblijf elders hebben en waarvoor geen bouwvergunning ingevolge de Woningwet is vereist.
 
1.22. Kernrandzone:
Een overgangszone tussen de bebouwde kom en het buitengebied met daarin relatief veel bebouwing op korte afstand van elkaar en met een ondergeschikte en/of afnemende agrarische functie. Voor de kernen Kronenberg, Meerlo, Melderslo en Tienray wordt een zone van 500 meter gehanteerd, voor de overige kernen is de zone 250 meter.
 
1.23. Overig bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
 
1.24. Pand:
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
 
1.25. Stacaravan:
Een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
 
1.26. Woonunit:
Een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon, -dag- of nachtverblijf van één of meer personen.