1.1 Plan
het bestemmingsplan Horsterweg 45 met identificatienummer NL.IMRO.1507.BPGRHORSTERWEG45-BPV1 van de gemeente Horst aan de Maas.
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 Aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 Aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 Aan huis gebonden beroep
de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, vastgesteld-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder dient niet te worden begrepen de uitoefening van detailhandel alsmede seksinrichting.
1.6 Aan huis verbonden bedrijf
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is.
1.7 Adequaat beheer
beheer zoals dit omschreven staat in Beleidskader Huisvesting Arbeidsmigranten gemeente Horst aan de Maas 2010, zoals dit is vastgesteld op 12 april 2011.
1.8 Agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met dien verstande dat gebruiksgerichte paardenhouderijen, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt.
1.9 Arbeidsmigranten
tijdelijke arbeider die het hoofdverblijf elders heeft.
1.10 Bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 Bedrijfsgebouw
een gebouw dat behoort bij één of meerdere bedrijf/bedrijven en wordt gebruikt voor de bedrijfsuitoefening van dat bedrijf.
1.12 Bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein die kennelijk slechts bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon en diens gezin, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van desbetreffende grond, noodzakelijk moet worden geacht in verband met een goede (tuinbouw)bedrijfsvoering binnen het plangebied.
1.13 Beeldkwaliteitplan
het definitief beeldkwaliteitplan Projectvestiging glastuinbouw Californië, d.d. augustus 2007, nr. 110501.200942.010.
1.14 Bestaande bebouwing
bestaand ten tijde van het ter inzage leggen van het vastgesteld van dit plan, met dien verstande dat als bestaand bouwwerk ook worden aangemerkt bouwwerken die na dat tijdstip zijn of mogen worden gebouwd krachtens een bouwvergunning waarvan de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend.
1.15 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.16 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.17 Bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.18 Bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.19 Bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.20 Bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel.
1.21 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22 Bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.23 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen, die goederen kopen resp. huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder dient niet te worden begrepen een seksinrichting.
1.24 Dienstwoning
een woning gesitueerd binnen de op de verbeelding aangegeven begrenzing 'nieuwe dienstwoningen' die bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon en diens gezin, wiens huisvesting daar noodzakelijk moet worden geacht in verband met een goede (tuinbouw)bedrijfsvoering binnen het plangebied.
1.25 Energievoorziening
een technische eenheid, bestaande uit apparatuur, leidingen en andere constructies, die bedoeld is voor het opwekken en/of winnen van energie en de distributie daarvan.
1.26 Gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.27 Gietwaterbassin
open waterbassin waarin neerslag die op de kassen valt, wordt opvangen om als gietwater te gebruiken.
1.28 Glastuinbouwbedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, waarbij in hoofdzaak gebruik wordt gemaakt van kassen.
1.29 Hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.30 Hoogspanningsverbinding
een leiding of kabel met een nominale elektrische spanning van 1000 volt of meer.
1.31 Huisvesting arbeidsmigranten
tijdelijke dan wel structurele voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten, die hun hoofdverblijf elders hebben, niet bedoeld voor recreatieve doeleinden.
1.32 Infiltratiegebied
het deel van een stroomgebied waar het water wordt afgevoerd door middel van inzijging in de bodem.
1.33 Intensieve veehouderij
het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders (waarvoor een milieuvergunning is verleend). De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd.
1.34 Kampeermiddelen
een onderkomen zoals een tent, tentwagen, een kampeerauto, een caravan, met uitzondering van een stacaravan of enig ander (gedeelte van een) (voormalig) voertuig dat periodiek dient als woning voor, die hun hoofdverblijf elders hebben en waarvoor geen bouwvergunning ingevolge de Woningwet is vereist.
1.35 Kas
een gebouw, bestaande uit hoofdzakelijk glas en daarnaast ander materiaal, dat is of wordt opgericht ten behoeve van de uitoefing van het glastuinbouwbedrijf en dat in hoofdzaak bestaat uit ruimte voor het telen van gewassen.
1.36 Nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d..
1.37 Overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.38 Perceelsgrens
de grens van een bouwperceel.
1.39 Projectvestiging glastuinbouw
een locatie voor de glastuinbouw met een hoge kwaliteit van nutsvoorzieningen, ontsluiting, milieuvoorzieningen en landschappelijke inpassing en waar de voorzieningen een sterk collectief karakter hebben.
1.40 Recreatief medegebruik
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
1.41 Ruimtelijke kwaliteit
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomst waarde van die ruimte.
1.42 Stacaravan
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
1.43 Stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa’s bepaald beeld inclusief het ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormd beeld.
1.44 Tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten.
1.45 Trafovoorziening
een bouwwerk dat is gericht op het omzetten van een elektrische wisselstroom van hoge spanning in één van lagere spanning of omgekeerd.
1.46 Tuinbouwgerelateerde bedrijvigheid
een bedrijfsmatige activiteit die gericht is op het verlenen van diensten aan (glas)tuinbouwbedrijven met behulp van werktuigen, en/of het leveren van goederen aan (glas)tuinbouwbedrijven en/of het opslaan, verwerken van door (glas)tuinbouwbedrijven afgeleverde producten. Hieronder wordt niet verstaan het transporteren van de door (glas)tuinbouwbedrijven afgeleverde producten.
1.47 Tunnelkas
een werk of bouwwerk voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend kunststof en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
1.48 Voorgevel
een of meer gevel(s) van een gebouw die is/zijn gericht op de openbare weg, waarop het gebouw in overwegende mate is georiënteerd.
1.49 Waterberging
het tijdelijk vasthouden van wateroverschotten afkomstig van hevige neerslag of hoge beekafvoeren in de bodem (grondwater), waterloop (oppervlaktewater) of in een natuurlijke dan wel kunstmatige laagte (boven maaiveld) door het bevorderen van inundaties, waardoor de afvoergolf wordt afgevlakt, ter voorkoming van wateroverlast elders.
1.50 Weg
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.51 Woning
een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
1.52 Woonunit
Een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon, -dag- of nachtverblijf van één of meer personen.