5.1. Bestemmingsomschrijving
De als “Waterstaat - Waterbergend rivierbed” aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), mede bestemd voor de berging van Maaswater.
Op de voor “Bergend Riviergebied’ aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
5.3. Afwijking van de bouwregels
5.3.1. Omgevingsvergunning
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Een in artikel 5.3.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
a. de bebouwing zodanig wordt gesitueerd en uitgevoerd dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk is gewaarborgd;
b. geen sprake is van een feitelijke belemmering van de vergroting van de afvoercapaciteit;
c. de bebouwing zodanig wordt gesitueerd en uitgevoerd dat de waterstandsverhoging dan wel de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
d. de resterende waterstandeffecten dan wel de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen moet zijn verzekerd.
e. de rivierbeheerder gehoord en akkoord is met het verlenen van de voorgenomen ontheffing.