Artikel 5.    Algemene aanduidingsregels

5.1    Vrijwaringszone - weg

5.1.1    Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' zijn de gronden mede bestemd voor mogelijke toekomstige reconstructies en/of uitbreidingen van de Rijksweg A73, alsmede voor het creëren van een optimale infrastructurele omgeving.

5.1.2    Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mag, in afwijking van het bepaalde in onderliggende bestemmingen, niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.

5.1.3     Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het wegverkeer, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 5.1.2, voor de bouw van bouwwerken, met dien verstande dat:
a.    gebouwd wordt overeenkomstig de onderliggende bestemming;
b.    een afstand van minimaal 50 meter wordt aangehouden tot de as van de dichtst bij gelegen rijbaan;
c.    dit vanuit het milieuoogpunt en oogpunt van verkeersveiligheid aanvaardbaar is;
d.    geen belemmering ontstaat voor beoogde toekomstige infrastructurele uitbreidingen;
e.    vooraf een positief advies is gekregen van de beheerder van de betreffende weg.

5.1.4    Bestaande bebouwing
De in 5.1.3 bedoelde afwijking wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bouwwerken, of een complex van bouwwerken die bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen.

5.2    Veiligheidszone-lpg

5.2.1    Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone-lpg' mogen in en op de gronden, volgens de regels van de onderliggende bestemming die op die gronden rust, bouwwerken worden gebouwd mits deze niet kunnen worden aangemerkt als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

5.2.2     Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veiligheidsrisico van de kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 5.2.1, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming indien die bouwwerken als kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten kunnen worden aangemerkt in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, mits aangetoond wordt dat deze objecten voldoen aan de normen van plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR).